138 dagen pelgrimage samengevat en hoe ik 4.000 kilometer rondrende met een steen ter herinnering aan mijn moeder


31 december. Dag 138. Albergue Monte Irago, Fonceban – Hotel Temple Pontferrada 29k. Totaal 4.667,5k.

Rituelen. Het thema van vandaag. Passend op een oudjaarsdag waarop je ritueel afscheid neemt van een jaar.

Rituelen hebben een symbolische betekenis. Ze geven uitdrukking aan iets dat vaak niet onder woorden kan worden gebracht. Ik houd van rituelen. Ze geven kleur aan het leven. Mijn pelgrimstocht staat er bol van. Rituelen, synchroniciteit, serendipiteit en de omarming van het toeval. Ingrediënten die samen het unieke verhaal maken dat deze pelgrimstocht inmiddels is geworden met nog 215 kilometer te gaan naar eerste finish Santiago.

Een bekend ritueel op de Camino is het verbranden van je schoenen als je aankomt in Finisterre, het einde van de wereld. Het wordt gedaan om te markeren dat de pelgrimstocht definitief gedaan is. Het zou treffend zijn geweest als ik daar vandaag was aangekomen. Om meerdere redenen zal ik daar echter geen gehoor aan geven. In het verleden zijn er al eens bosbranden geweest en het vervuilt nogal (zeker mijn muiltjes met hun felle kleuren). Meer praktisch: Ik moet ook weer verder naar Nazare in Portugal. En misschien nog verder, of terug, of niet…

Voorlopig zijn Marcel en ik in Fonceban een heerlijk bergdorpje, met dito albergue. We hebben beide in Nepal trekkings gemaakt en deze berghut heeft alles weg van een kleine, knusse Nepalese guesthouse met Nepalese en Indiase invloeden. Net als in de Himalaya treffen we ook hier reizigers; een Pool, een Duitser die in Spanje woont en een Spaanse pelgrim, naast de jonge dame die hier als hospitalero de hut bestiert.

Voor de brandende haard schenkt de Pool regelmatig shots in en de verhalen worden steeds grootser en emotioneler. Tot onze spijt constateren we dat vrije geesten die liefde prediken, zowel in de Himalaya als op de Camino, niet per definitie sterren zijn in verbinding. Vaak wordt er veel gezonden en weinig geluisterd of gevraagd. Ik taai af en duik de slaapzaal in. Niet nadat we elkaar beloofd hebben morgenochtend van 7 tot 8 met z’n allen de dag met een Yogaritueel te begroeten onder de bezielende leiding van de Duitser die gepassioneerd beoefenaar is.

Midden in de nacht heb ik een nachtmerrie en schrik schreeuwend wakker. Ook Marcel en de Spaanse pelgrim mogen ervan meegenieten. Ondanks dat staan Marcel en ik om klokslag zeven onder een waanzinnige sterrenhemel achter de albergue bij de Yogaruimte. De hospitalero is er nog niet. Onze Duitse leraar ook nog niet. Het kost enige moeite om irritatie te verhullen. De Pool is er al wel. De leraar sluit als laatste aan, hij was bewust aan het wachten tot het zeven uur werd, tot hij onbewust was en daarna bewust zag dat het over zeven was.

Hij laat ons rondjes dansen om op te warmen. Ik kan niet meedoen, ik heb teveel pijn aan mijn blote voeten. Stijfheid die geclassifiseerd kan worden als rigor mortis. Ik rek, draai enkels en strek op mijn manier. De oefeningen zijn heerlijk, rustig ook, hetgeen deze twee stijve harken wel past. Voeten draaien, stretchen, Soeficirkels draaien met de nek. Het uur vliegt zo voorbij, terwijl we de ene na de andere oefening doen, enkel onderbroken door een diepe rochel van onze leraar die duidelijk niet hersteld is van zijn alcoholconsumptie gisterenavond. Het is lastig focussen als iemand met hypnotiserende stem zegt: ‘Voel je lichaam, adem diep naar je kern – scgryrrrrtscvhbbj – en houd je rug recht.’

Als we klaar zijn en naar buiten lopen, is daar de beloofde bloedrode sinasappelzon boven een vallei die volledig gevuld is met dikke pluizige wolken die als golven voor ons uitstrekken. Minutenlang staan we ademloos te kijken voor we ons overgeven aan diverse koppen café con leche. Ochtendrituelen, ik houd ervan, heb ze überhaupt nodig om de dag te starten. Ik ben in de ochtend niet gevaarlijk, ik ben er gewoon niet zo heel goed in…

We gaan op pad voor wat werkelijk een adembenemende dag wordt. Het is heerlijk fris en de lucht is zwanger van de geur van houtvuren. Marcel en ik kennen elkaar 27 jaar en delen net zolang de liefde voor bergen, bossen en buitenleven. Beide functioneren we beter in bergen. Een vriend zei eens tegen Marcel dat zijn element steen is. Steen, in essentie gebundelde energie. Dat gezegd hebben is vandaag voor mij een bijzondere dag.

Mijn moeder overleed in 2006 op 61-jarige leeftijd. Ik was 31. Toen ik aan het begin van mijn tocht in het Sauerland was, nam ik steen mee vanaf de plek waar ze haar rust heeft. Ik droeg de steen door acht landen, ruim 4.000 kilometer om hem vandaag, op oudejaarsdag, achter te laten bij het Cruz de Ferro.

Een bekend ritueel op de Camino is het gooien van een steen op de Cruz de Ferro. Het is een heuvel stenen, waar fier in het midden een grote, houten paal staat met bovenop een metalen kruis. Het gaat erom dat je vanuit huis een steen(tje) meeneemt op reis en dat je die steen toevoegt aan de grote hoop die er al ligt. Deze steen is de belichaming van alle lasten (zonden zeggen sommigen) die je tijdens je leven op je schouders hebt gekregen en die je daar achter laat.

De meeste stenen dragen een naam, een spreuk, een gravure of zelfs een metalen plaatje met inscriptie. Dit is een beladen plek waar pelgrims naartoe lopen en iets ‘afgooien’.

Ik heb veel verdriet gehad om het overlijden van mijn moeder. Had haar een lang pensioen-leven gegund in het Sauerland. Dat gooi ik vandaag van me af. Daarnaast draagt de steeds mijn eigen verdriet van een jaar privé crisis. Al met al een zware steen en het is goed dat ik hem niet op de maag maar de rug draag.

Ondanks het feit dat het kruis en de plek me na zoveel dagen tegenvallen, is het indrukwekkend om zelf de steen die je al weken in je bagage hebt zitten, hier neer te leggen.

Marcel loopt even vooruit waarna we de top samen verlaten en de afdaling inzetten.

De route is vandaag een lange afdaling die via een geul de bergen uitloopt in de richting van het stadje Pontferrada dat in de verte in de vallei ligt. Als we nog 20 kilometer moeten zien we de stad reeds liggen met één markante torenpint die door het wolkendek heenprikt dat de stad bedekt.

Je kunt je bijna niet voorstellen dat het nog zo ver is, terwijl het zo dichtbij lijkt. We strompelen steeds meer naarmate de dag vordert. Marcel stoot zo nu en dan zijn blauwe-teen-met-opklapbare-nagel. Ik weet precies wanneer dat het geval is als ik hem krachtig OHMMM hoor chanten zoals we dat vanochtend samen deden bij aanvang en einde van de Yogasessie.

Marcel is soms net ene verlichte geest. Gelukkig maar. Met zijn nagels kun je immers maar beter zweven op je nieuwe schoenen alias Zapatos sympathicos. Einde dag verrast hij me wederom met één van zijn nuchtere wijsheden. Ik merk op dat we voor twee nachten een hotel met bad hebben geboekt en dus een rustdag in het verschiet hebben. Maar tegelijk zullen we morgen in dat hotel zitten en denken: eigenlijk heb ik zin om te lopen… Waarop Marcel droog opmerkt: ‘ Daarom rijd ik niet mee in de Tour de France, vanwege de rustdagen.’ Geniaal zoveel zelfkennis.

De dag wordt, zoals immer, langer dan gepland. De route voert ons voor de stad langs, in een bocht er vanaf, en met een bocht er weer naartoe. Gelukkig verenigt morbide humor ons en als melaatse zwervers strompelen we gierend van de lach Pontferrada in.

Na een terrasje slaan we net op tijd champagne en lekkernijen in om het nieuwe jaar straks in te luiden in onze hotelkamer-met-bad. Een bad waar Marcel tijdens tikken heerlijk en verdiend in ligt te weken. Ondanks teenleed houdt hij zich kranig. Vriend Eelco attendeerde me er per app op hem tijdig te voederen en complimenteren. Bij deze een compliment en een column als food die thought.

Vanavond geven we ons aan nog weer een ritueel over. Twaalf druiven (Spaans: Doce uvas) is een Spaanse traditie op oudejaarsavond. Bij elke klokslag om middernacht, op 31 december, wordt een druif gegeten. Volgens de traditie zou dit de Spanjaarden het volgende jaar geluk brengen. Wij geven ons hier uiteraard aan over. Wij brengen edoch een noviteit als Ollanders en zullen het ritueel tesamen in vloeibare vorm doen.

… Reflectie op 138 dagen pelgrimeren

Op 16 augustus vertrok ik in Apeldoorn bij de Grote kerk om klokslag tien in de ochtend. Voor een groot avontuur. Inmiddels heb ik er 4.667 kilometer opzitten. Ik herinner me nog hoe makkelijk het vertrek was. En dat ik nog geen seconde spijt heb gehad van mijn reis. Christopher McCandless zegt zo treffend: I was surprised as always by how easy the act of leaving was and how good it felt. The world was suddenly rich with possibility.

En zo is het.

Toen ik op pad ging, wist ik niet of ik het zou volhouden. Nu ik hier vlak voor Santiago ben, heb ik zin om terug te rennen, naar andere kusten, verder, exotischer, uitheemser. Ik weet zeker dat nieuwe pelgrimsavonturen gaan volgen. Ik heb deze tocht nodig gehad om te leren vertragen en te ontdekken wat echt belangrijk is in het leven. Veel mensen weten dat al en vullen hun dagen met mediteren en yoga om naar binnen te reizen en innerlijke rust te bereiken. Ik had daarvoor letterlijk een omweg nodig. Ik versleet ze voor spirituele linksdraaiende jurken, inmiddels weet ik beter. De sceptische ondernemer en econoom heeft de waarde van traagheid leren kennen.. de kale monnik in mij is opgestaan.  Het tempo van de natuur is beter voor deze mens dan dat van een gejaagde en vluchtige maatschappij. Bewuster leven en consumeren en minder moeten, maakt het leven eenvoudiger, rustiger en beter. De tijd nemen om op een bankje te zitten en te kijken. Echt te kijken. Naar watervlooien die niet door de waterspiegel breken, de vlekken op het water omdat de wind ermee speelt, riet dat wuift en ritselt, bijen die bloemen bestuiven. Pas als je echt kijkt, zie je dat de natuur bruist van klein leven, pissebedden, wormen, vlinders en libelles. Niet er zitten omdat je soms even op een bankje hoort te gaan zitten, snel een broodje naar binnen duwen, maar er honderd procent zijn met aandacht.

Ik heb duizenden kilometers door de natuur gerend, waarvan een groot deel door bergen. Ik heb volledige landen doorkruist en leren kennen. Ik weet nu wat een wouw is omdat ik er honderden zag en niet voor niets heeft de eekhoorn – mijn spirituele evenknie – tientallen keren mijn pad gekruisd. Ik ontmoette tientallen mensen die me nog meer deden beseffen dat de mens in de kern goed is, ze gaven me eten, drinken, een bed, een gesponsorde overnachting, een knipoog. Het summum vond ik in een Algerijnse bouwvakker die me op de hoogst bereden col van Europa overlaadde met warmte belichaamd door chocolade, croissants, koffie, baklava, appelmoes, water tot ik door mijn knieën zakte en huilde.

Ik heb mijn vrienden, vriendinnen en dierbaren gemist. Met name de inspiratie, warmte en het delen. Ik ga ze allemaal dichter naar me toetrekken want echt geluk vind je in het delen van ervaringen. Ik was alleen, maar zelden eenzaam en deze weg wilde ik ervaren en op me in laten werken. Wat doet echte vrijheid met je? Wat doet het met je als je een hele lange tijd echt alleen bent en nauwelijks mensen spreekt? Wat doet langdurige zelfkastijding met je?

Ik heb gehuild tijdens het rennen, gezongen en gebruld. Ik heb alleen in kerken en kapellen gezeten en gevoeld wat stilte is. En ook daar gehuild. Ik heb ook ervaren dat als je mensen bij elkaar zet dat leidt tot lelijkheid, lawaai, rommel en ruis. De mens is beter in kleine gezelschappen. Het summum vond ik Oostenrijkse dorpjes waar ieder huis was opgesierd met een muurschildering en felgekleurde bloemen. Kleine moeite, grote euforie. Sublieme schoonheid.

Ik heb op bergtoppen gezeten, in zon en in sneeuw, me ondergedompeld in de geelste herfst, de geuren van humus en houtgestookte vuren opgesnoven tot in het diepst van mijn wezen. Ik heb koffie gedronken, dromerig uitkijkend over weidse bergmeren, zo glad dat je foto’s kon spiegelen. Ik heb in de open lucht geslapen, bitterkoud maar met de meest heldere sterrenhemels, niet vervuild door enig licht. Ik werd blij van het kleinste brokje chocola en sabbelde erop als was het kaviaar.

Van april tot december leefde ik voornamelijk buiten, sliep in tuinhuizen, tenten, bushokjes, op picknicktafels of in de open lucht. Ik was één met de natuur, rende met wolven en tussen geweerschoten, ging door de grond van zadelpijn, dompelde in ijskoud water tot mijn mannelijkheid zich terugtrok, poepte in het bos, urineerde in tien landen tegen bomen. Niks menselijks is de pelgrim vreemd.

Ik heb uren, dagen, weken, maanden mijzelf voortgedreven over de kaart, door landen, over bergruggen. Zelden had ik een offday, altijd benieuwd naar het uitzicht achter de volgende bocht. De trail was duizenden kilometers de rode lijn in mijn leven die zin gaf. Ik werd gedreven door verdriet, pijn, onbegrip over de dingen die gebeurd zijn en waar ik geen vat op had. Zelden vroeg ik me af waar ik aan begonnen was, altijd vroeg ik me af waar ik mee bezig was.

Ik heb liefgehad en een relatie verbroken. Ik heb gekauwd op verdriet, op het verlies van dierbaren. Honderden kilometers malend over de vraag naar het waarom. Daar niet uit komend. Tot de conclusie komen dat je alleen mild kunt zijn en compassie kunt tonen, naar jezelf en naar die ander. De constatering dat ik beide wel moest vinden anders was ik verteerd door verdriet en onbegrip. Om vergeving vragen zodat je kunt afsluiten. Een les in nederigheid. Zelfbeeld, trots en eergevoel teruggevonden in het proces. Ik was mijzelf verloren en vond mijzelf terug. Een andere versie, niets is bij het oude gebleven, dat is nog wennen. Het is vast beter. Nieztsche zei al: Wat je niet doodt, maakt je sterker. Is dat beter?

Ik heb geleefd als nooit tevoren, living to feel alive. Ik leefde buiten de lijntjes. Wil en kan dat niet anders meer. Deze pelgrim staat een nieuw leven buiten de lijntjes te wachten. Benieuwd wat dat gaat brengen. Ik schrijf het op, tussen de lijntjes. Scribo ergo sum.

Ik hoop dat je die schrijfsels blijft volgen. Ik heb geen enkele intentie mijn avonturen voorlopig te eindigen.

Dank aan al mijn lieve volgers, sponsors, kijkers, breiers, meelopers, schoensponsor, messponsor en Cobi…

Speciale dank aan Elly. Dank voor je fijne mutsen en je steun vanaf de start x

Dank aan Derek-Jan van Xfood.nl. Aan iedere buitensporter de boodschap dat je met de producten van Xfood.nl ook in de moeilijkste omstandigheden simpelweg te eten hebt en overleeft.

Heel veel dank aan AP Support. Jullie steunen deze pelgrimage onvoorwaardelijk. Voor jullie wil ik harder rennen… en ik kom komend jaar mijn verhaal vertellen.

Dank aan Bonneke, vriendin van mijn vader, dat je zo nauwgezet de website hebt bijgehouden. En om de mooie persoon die je bent.

Hans, dank voor je steun en de fijne gesprekken die we zeker de afgelopen 138 dagen gevoerd hebben. Ook op mijn 46e wend ik me eerst tot jou.

Ik wens eenieder vanaf de Camino:

Feliz año nuevo!

Leestip: Het eerste woord, overwegingen voor Santiagogangers. Dirk Aerts (2010).

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: