11 dagen voor vertrek. Hoe train je voor een grote uitdaging?

Hoe bereid je je voor op een missie die groter is dan alle avonturen die je hiervoor bent aangegaan? Een missie die je niet kunt vergelijken met eerdere projecten, maar die een droom is waarvan je weet dat je hem tot een goed einde kunt brengen? Een missie waarvan je weet dat je het in je hebt, maar waarvan je tegelijk weet dat je voor zwaardere uitdagingen komt te staan, dan tot op heden. Hoe ren je een lang lint van 4.500 kilometer dat 282 bergen en 200.000 hoogtemeters aan elkaar rijgt? Of zoals een sponsor zei: ‘Ga je honderden bergen rennen? In de winter?’

In 2021 rende ik solo met bepakking van Apeldoorn, door 10 landen, ruim 5.000 kilometer naar Santiago de Compostela en Finisterre. In maart start ik mijn volgende hardlooptocht in Schotland. Ik wil daar alle 282 Munro’s, bergen boven de 3.000 voet (914,4m), rennend aftikken. De bergen ontlenen hun naam aan Hugh Munro (1856–1919), die als eerste een complete lijst van deze bergen -de Munro’s Tables – opstelde. De huidige lijst van de Scottish Mountaineering Club telt 282 Munro’s.

Munro Bagging is de naam voor de nationale volkssport aldaar om alle toppen af te tikken waarna je een compleationist bent. Ruim 7.000 mensen hebben dat wereldwijd gedaan, waaronder 15 Nederlanders. Gemiddeld doen mensen er zo’n tien jaar over om alle Munro’s te beklimmen. Stephen Pyke zette het snelheidsrecord in 2010 met 39 dagen, 9 uur en 6 minuten. Ik wil proberen de snelste Nederlander te worden door het in een paar maanden te doen. Hoe train je daar in hemelsnaam voor? Een poging om het uit te leggen.

Onzekerheid en open einden

Het trainen voor een groot avontuur met open einde is iets heel anders dan trainen voor een specifieke afstand of tijd. In dat laatste geval ga je heel specialistisch te werk en door alsmaar te herhalen, word je steeds beter, tot je perfectie benadert. Iedere honderdste van een seconde telt, iedere beweging is doordacht en doortraind, over alles is nagedacht. Bij grote expedities speelt onzekerheid een grote rol. Er is bijvoorbeeld geen ‘handleiding tot poolreiziger’. Een avontuur heeft per definitie een ‘open einde’. Alleen door alle scenario’s doordenken en je op ‘alles’ voor te bereiden, kun je je mannetje staan en excelleren when the shit hits the fan.

Zo heb ik eens met minus 30 op het poolijs gezeten waarbij mijn hele uitrusting uit elkaar viel. Stijgvellen plakten niet meer, communicatieapparatuur stopte met werken en de branders functioneerden niet goed meer. Uiteindelijk hebben we de batterijen van de satelliettelefoon au bain-marie zitten verwarmen om enkele seconden contact te maken en een teken van leven te kunnen geven. Als alles tegenzit, moet je de mentale rust hebben om op dat moment flexibel te improviseren. Hoe kom je daar? Ik vlieg mijn expedities aan door een persoonlijke ontwikkelings piramide te doorlopen.

Attitude, de wil om te trainen

Een avontuur begint voor mij met de intrinsieke motivatie, de drive. Je wilt iets heel graag en dat maakt dat je bereid bent kritisch naar jezelf te kijken en je eigen omissies te benoemen. Het ding dat je niet kunt kan in theorie (en praktijk) je dood zijn. Het betekent dat je bereid bent offers te brengen, te werken voor je doel en jezelf te ontwikkelen. In het bedrijfsleven wordt vaak maar weinig tijd aan training besteed in de hectiek van de dag. Als je op expeditie gaat, bestaat je tijd voor 99 procent uit training en die 1 procent van de tijd moet je er ook echt staan. Het avontuur is ondergeschikt aan het hogere doel: veilig terugkeren in Nederland.

Research avontuur

Dan start de fase van research, alles lezen en kijken over het avontuur. Eigenlijk doe je hier een marktonderzoek en vooral visualiseren speelt een belangrijke rol in deze fase. Ben je in staat om op basis van alle informatie scenario’s te visualiseren? Hoe ziet de omgeving eruit? Wat kan er misgaan? Wat gaat er op je pad komen? Wat is het worst case scenario? Hoe zijn temperatuur en weeromstandigheden? Waar zijn medische voorzieningen? Zo heb ik inmiddels vele boeken gelezen over de Schotse bergen en vele filmpjes en documentaires bekeken. Het is een manier om helder te krijgen wat je precies gaat doen en meer nog: wat je moet kunnen. Aardig is het voorbeeld van de thermosfles die je niet meer open krijgt als het hard vriest. Door veel te lezen, leer je dat poolreizigers met ducttape en satéprikkers ‘ribbels’ creëren op de dop van de fles. Zo kun je hem met dikke handschoenen aan toch openkrijgen als hij is dichtgevroren.

Ik zal wekenlang wildkamperen en rennen in de Schotse natuur in het winterseizoen. Het feit dat ik ga rennen brengt extra risico’s met zich mee qua wegglijden. Een enkel of pols is zo gebroken. Sommige gebieden kennen totaal geen dorpjes en onderkomens. Iedere Munro brengt zijn eigen kernmerken mee, maar gemene delers zijn nat gras, pollen, gladde stenen, klauterwanden, ijsvelden, stroompjes en natte zompige heidegebieden. Dan liggen mist, onderkoeling en verdwalen op de loer. Dat vraagt heel veel van lijf en uitrusting. Combineer dat met de desolaatheid van het landschap en het ontbreken van civilisatie en je hebt een missie van mammoetachtige proporties.

Hulpvragen stellen

Het stellen van de hulpvraag is hier een belangrijke factor. In het bedrijfsleven wordt hulp vragen veelal gezien als teken van zwakte. Dit terwijl juist het omgekeerde het geval is: Alleen door hulp te vragen, ben je in staat een groot avontuur voor te bereiden en uiteindelijk te overleven. Het betekent lokaal hulp vragen over het terrein en de weeromstandigheden, maar ook in de voorbereiding de beste mensen op hun vakgebied raadplegen. Zo heb ik ooit een uur met bergbeklimmer Bart Vos gesproken voordat ik op poolreis ging. Gelukkig zijn de meeste mensen heel graag bereid om in ruil voor een biertje hun succesformule te delen. Zo dronk ik een keer een biertje met een loper die een jaar voor me de Marathon des Sables had gelopen. Het heeft bijgedragen aan mijn finish.

Analyse en positionering, je eigen onkunde in kaart brengen

Bij een groot avontuur of expeditie gaat er niet om dat je één ding heel goed kan, maar juist om dat ene ding dat je niet kan, of bij je hebt. Een expeditie begint met een kritische zelfanalyse op zoek naar de vraag wat je allemaal (nog) niet kan en dat dicht te trainen. In het geval van Schotland: onderkoeling, rennen met stijgijzers, navigatie en plaatsbepaling, kaart en kompas, overleven in storm, lawines, klimmen in gemixt terrein, battery management, crisimanagement. Het vraagt dus een kritische basishouding, reflectie en aanpassingsvermogen.

In het bedrijfsleven spreken we dan van een SWOT-analyse waarbij je Sterkten, Zwakten, Kansen en Bedreigingen in kaart brengt. Zelf bedien ik me van een expeditiecanvas dat ik voor iedere expeditie uitwerk. Het is eigenlijk niets anders dan een taart waarvan iedere taartpunt een competentie/ vaardigheid is die ik moet bezitten om het avontuur tot een goed einde te brengen. In het midden staan doelen en aan de buitenrand van de taart alle actiepunten die me daar moeten brengen. Door acties af te vinken en naar binnen te werken, kun je zien aan welke taartpunt je nog moet sleutelen. In bedrijfsmatige termen ben je hier een strategie aan het uitwerken richting je doel.

Door elk actiepunt te waarderen met een punt kun je een score berekenen binnen elke taartpunt. Wanneer je het einddoel binnen elk vlak met 100 punten waardeert, kun je tellen hoever je op weg bent om je doel te halen. De concrete score is minder belangrijk dan de vraag of je op de juiste weg bent en op alle vlakkan klaar bent voor je avontuur.

De essentie:

  • Maak de stappen zo klein en concreet mogelijk
  • Benoem zoveel mogelijk stappen.
  • Verbind aan elke stap een tijd of datum
  • Discipline: houd je aan de datum. Zorg desnoods dat anderen op de hoogte zijn van je plannen en je eraan houden.

Ik heb deze aanpak inmiddels tijdens meerdere expedities gebruikt, poolexpedities, de Marathon des Sables en het rennen naar Santiago. Voor mij werkt het omdat het visueel, heel helder in kaart brengt wat je (nog) moet doen om veilig aan je avontuur te starten. Het is een tool die je uiteindelijk helpt om een go/ nogo-afweging te maken. Als je bepaalde vaardigheden niet voor 100 procent beheerst, moet je besluiten niet af te reizen.

Expeditiecanvas, een praktijkvoorbeeld

Het aardige is dat het voor mij werkt, maar ook voor anderen. Ik heb inmiddels van meerdere mensen compleet ingevulde Excel-sheets teruggehad. In 2019 kwam Coen Cuijpers met een hulpvraag op mijn pad. Hij had één marathon in zijn benen en wilde van Gennep naar Palermo rennen. Eigenlijk had hij geen idee waar te beginnen en hij vroeg mij mee te denken. Toen ik hem het canvas voorlegde, kreeg ik het een dag later ingevuld terug. Coen benoemde voor zichzelf vijf competenties die hij belangrijk vond en die hij uitwerkte in actiepunten.

Competenties: 1. Mentale training, 2. Fysieke training, 3. Lopen in verschillende weersomstandigheden, 4. Voeding, vocht en gezondheid en 5. zijn route.

De competentie 1. Mentale training uitgewerkt:

Eigenschappen Innerlijke rust Focus Ademhaling Positieve mindset Stressbestendig Zelfbewustzijn Ken je lichaam Mentale belastbaarheid Omgevingsbewust Bestand tegen extremen (bijv. -25°) Omgang met pijn Weerbaarheid Doorzettingsvermogen (ultra)hardloopkennis Bewust van eigen bewegingActiepunten Meditatie Luisteren naar ervaringen extreme lopers Lezen over ervaringen extreme lopers Yoga Ademhalingsoefeningen (Wim Hof) Koude douches / IJsbaden (Wim Hof) De natuur in Stilte Sauna’s en stoombaden Training van je brein/geest (Wim Hof) Muziek luisteren / Muziek maken   10 januari zwemmen in meer in Utrecht  

Coen rende uiteindelijk succesvol naar Palermo in 112 dagen en heeft een prachtig boek geschreven over zijn avontuur, Hardloopreis van Geluk.

Doen en testen

Dan komt de fase waarin je het werkelijke avontuur probeert na te bootsen zodat je er al eens bent geweest. De langste etappe tijdens de Marathon des Sables is 80 tot 100 kilometer. Dat betekent in de praktijk 15 tot 20 uur rennen. Vlak voor vertrek rende ik in 17 uur met mijn uitrusting een pelgrimsroute van 140 kilometer rondom Nijmegen om deze inspanning al eens in de benen te hebben.

Voor Schotland heb ik een kwalitatief zeer hoogwaardige uitrusting (zie de Gear-pagina) bij elkaar weten te krijgen van topmerken als RAB (rugzak, matje, slaapzak, regenbroek, shorts, tight, muts), Bergans (1p tent van 820 gram), Black Diamond (poles), Edelrid (crampons), Garmin (Enduro 2 sporthorloge en Inreach Mini voor satelietcommunicatie met GPS), Cortazu (jack, fleece en donsjack), Hoka One One (eerste 2 paar schoenen, want ja op 5.000 kilometer verslijt je er meer), Xfood.nl (expeditieontbijten en -maaltijden), Bye Sports Nutrition (sportrepen), Marathon.R (shirt).

Alleen deze opsomming laat al zien dat er bij een hardloopavontuur meer komt kijken dan bij de Zevenheuvelenloop. De hele uitrusting moet getest worden, etiketten moeten verwijderd worden en er moeten aanpassingen worden gedaan. Zo moeten de sjorbanden van de rugzak door een naaiatelier steviger bevestigd worden om ze niet te verliezen. Komende week ren ik nog een paar dagen om mijn uitrusting te testen.

Het wordt niet zozeer een tocht met als doel fysiek te trainen. Het lijf is gewend aan langdurige inspanningen zakt na een aantal dagen in Schotland vanzelf wel in de juiste modus. Het is bijzonder hoe adaptief het menselijke lichaam is. Als ik nu al (hard) zou gaan trainen, ben ik straks overtraind. Bovendien zou ik teveel gewicht verliezen. Het wordt een flinke uitdaging om met 200.000 hoogtemeters en een flinke rugzak op gewicht te blijven en niet een te lage BMI te krijgen.

In deze fase leg ik tevens contacten in Schotland om daar een tweetal basiskampen in te richten waar  de expeditievoeding, sportrepen en extra paren schoenen naartoe kunnen worden gestuurd. Stiekem is dat met een niet-EU land nog best een logistieke operatie.

Ook is dit de fase van analyseren van alle Munro’s en ze opdelen in clusters die ik kan aanvallen waarna ik weer herbevoorrading nodig heb. Schotland is een ruig en desolaat land en dat vraagt veel planning om te zorgen dat ik voedsel heb. Veel mensen vragen naar mijn ‘voedingstrategie’, maar die is er niet. Het is eten wat er op je pad komt en zorgen dat er überhaupt ergens depots met eten zijn. Bij drinken speelt dit minder omdat ik pompje heb waarmee ik 10.000 liter water kan zuiveren uit een willekeurig meer.

Tenslotte is er de vraag wat het weer doet. De Schotse bergen zijn verraderlijk en kunnen soms arctisch aandoen. Schotland is het land dat bekend staat om haar vier seizoenen in één dag. Ik start het project in het staartje van de winter met sneeuwval en dus lawinegevaar hetgeen betekent dat ik moet uitwijken naar andere gebieden. In het verleden volgde ik al cursussen weerkunde en wolkenkunde om te kunnen anticiperen op de omstandigheden.

Mentale rust

Zo verwordt een op het oog eenvoudige hardlooptocht tot een complexe logistieke expeditie die het uiterste van mij en de uitrusting zal vragen. Alleen door mijn vaardigheden te blijven scherpen en herhalen ben ik in staat om straks te overleven en met ruimte in mijn hoofd maandenlang te rennen. Het heeft in de verte wel iets weg van de planning en voorbereiding van een militaire operatie. Voor mij is dat het spelletje dat het zo leuk maakt: Je verzint een avontuur, traint alle risico’s eruit en probeert het dan tot een goed einde te brengen.

Ik gun iedereen eenmaal een groots avontuur.

We are the Pilgrims, master.
We shall go always a little further;
it may be beyond that last blue mountain
barred with snow, across that angry or that glimmering sea…

― James Elroy Flecker

In samenwerking met de volgende partners van Team282peaks

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: