12 dagen voor vertrek. Gedachtenspinsels

De afgelopen weken waren druk, vol met werk en afspraken met sponsors. Druk is niet erg. Erg is als het overal druk is. Druk in de supermarkt, druk in de trein, druk op stations, druk op de weg, files, ongelukken, agressief rijgedrag, ja zelfs druk op de fiets. Vanwege die drukte wil ik weg uit deze wereld.

Ik lig op bed in het achterhuis van de boerderij waar ik resideer en lees me in. Ik houd van de Schotse taal die Munro’s produceert waarover je je bek kan breken. Wat te denken van Na Gruagaichean? De namen van Schotse bergen hebben veelal te maken met mythen of verwoorden wat je ziet. De Buachaille Etive Mor is de grote herder van Etive en Stob Dearg betekent rode piek.

Red, de rooie kater van vriend Carlo, ligt op de bank naast me te spinnen en kijkt zo nu en dan duf maar verlicht mijn kant uit. Als ik doodga in de Schotse bergen wil ik terugkeren als deze kat en mijn dagen slijten, slapend op de boerderij.

Ik sta op het punt om een jeugddroom te laten uitkomen. Op de middelbare school hoorde ik voor het eerst over Schotland tijdens de lessen Engels. Ik droomde weg bij het horen over kale bergen en meren, bens en glens. Niet veel later zou ik met jeugdvriend Niels door Schotland trekken. Met flinke bepakking liepen we de West Highland Way. Jonge broekjes, kamperend in het wild en ’s avonds schaakten we in de tent, onhandig steunend op te dunne thermarest-matjes, de papiertjes met getekende paarden en koningen tussen ons in. Die tocht beklommen we niet eens een Munro, we eindigden op de Goatfell, een markante berg die uittorent boven de baai op het eiland Arran. Niet veel later kreeg ik een editie van het tijdschrift Op Pad in mijn handen waarin een kerel repte over het fenomeen Munro Baggen en dat hij de eerste Nederlander was die alle 282 Munro’s had bestegen. Ik las over wind, regen, mist en kou. Een droom vatte post in de spelonken van mijn hoofd. En nu, 30 jaar later, is het zover.

Net verhuisd naar deze boerderij voelt het wat ontheemd. Ik heb hier sinds april 2021 met tussenpozen maanden geklust. De eerste vier maanden bivakkeerde ik hier in het tuinhuis voordat ik mijn hielen lichtte en een half jaar rende naar Santiago. De boerderij ligt in Asperen, door de stadswal gescheiden van het stromende water van de Linge. Voorheen waren er een voorhuis en een achterhuis, inmiddels zijn ze door mij met elkaar verbonden. Twee dagen had ik nodig om met zware gereedschappen een deuropening in de scheidingsmuur te klieven. Het is nu de entree van mijn stulpje en tevens de barrière die me van de familie scheidt. Carlo en Anne zijn mijn gastouders, ik ben de verloren zoon. Voor de oudste zoon ben ik de tweede papa. Steeds als ik thuiskom rent hij op me toe en beukt me bijna omver als hij me knuffelt. Dit is een thuis.

Ik ben onrustig en moet nog zoveel. Ik verkeer in een twilight zone van enerzijds spullen inpakken en anderzijds spullen wegruimen. Daartussen probeer ik mijzelf staande te houden. Het is alsof je naar de maan gaat, emigreert. Je bereidt je voor op iets onwerkelijks terwijl alle andere mensen om je heen gewoon doorleven. Het creëert afstand. Ik ken het van eerdere expedities. Je komt in the zone, moet het allemaal zelf doen, moet het goed doen.

De cijfers. De Schotse Hooglanden bestaan geografisch uit twee delen, de Grampian Mountains in het zuidoosten, gescheiden van de Northwest Highlands door de Great Glen, het Grote Dal, dat in voorgaande ijstijden door gletsjers is uitgesleten. Het gebied is ongeveer tussen 445 miljoen jaar geleden en 415 miljoen jaar geleden ontstaan. Het plooigebied is mede gevormd door wind, water en gletsjers. het ruige landschap dat hierdoor ontstaan is past prima bij het even onstuimige klimaat. In 1891 publiceerde Sir Hugh Munro een lijst van bergen boven de 3000 voet (914.4m). De lijst wordt regelmatig herbekeken en de lijst van 2016 telt 282 Munros en 509 Tops. Alle Munros bevinden zich in de Highlands. De hoogste Munro is Ben Nevis, die 1345 meter meet. De laatste in de lijst is Ben Vane (915m). John Rooke Corbett vond het niet genoeg en als waar Duracell-vertegenwoordier stelde hij een lijst op met bergtoppen tussen de 2500 en 3000 voet met een val van minstens 500 voet. In 2016 stonden er 222 Corbetts op de lijst. Als dan nog steeds niet moe bent kun je je laven aan 224 Grahams, bergen tussen 2000 en 2500 voet met een val van minstens 150 meter. Donalds zijn bergen in centraal of zuid-Schotland, die minstens 2000 voet hoog zijn en een val van minstens 30 meter hebben. Ze zijn vernoemd naar Percy Donald. Aangezien Donalds bergen zijn in een deel van Schotland, zijn verschillende Grahams ook Donalds. Volgt u het nog? Duidelijk is dat je in Schotland aan je trekken komt als je hoogtekoorts hebt zoals ik.

Ik mag op weg naar deze plek van mijn dromen. Tegelijk boezemt het angst in te bedenken dat ik me maanden ga onderdompelen in deze desolate wereld van oneindige ruimte en Munro’s die als bultruggen uit het landschap oprijzen. Red zal het allemaal worst wezen. Die draait zich nog eens om en snort tevreden. Waarom 282 bergen oprennen als je kan sudderen?

De komende dagen ga ik alles voor mijn vertrek in orde maken. Daarna vlieg ik weg en leven gezin en Red verder op de boerderij. Ik vertrek 27 maart. Research leerde me dat vliegen veruit de goedkopere optie is ten opzichte van de ferry. Direct opmerkingen dat vliegen niet kan. Hebben ze gelijk? Ik heb sinds de coronapandemie wel vliegschaamte. Ik ga niet voor een triatlon van één dag naar Hawaï, wel vliegik anderhalf uur naar Edinburg voor maanden rennen. Het alternatief is een nacht lang op de DFDS-boot van IJmuiden naar Newcastle en dan nog één aantal uren in de bus. Ik weet niet wat vervuilender is, ik vermoed de boot. Een interessante exercitie dat eens uit te rekenen, zo neem ik me voor. Wat is de vervuiling per reizigershoofd voor ieder alternatief? Ik praat het goed met een kleine ecologische fotoprint, reizen per CO2 neutrale trein en OVfiets, weinig vlees eten en weinig stoken. Ik leef mee op de boerderij, ik parasiteer, een naar woord voor klimaatvriendelijk meeleven. Meeliften zo je wilt.

Mijn achterhuis is inmiddels omgetoverd tot een uitdragerij. Overal liggen uitrustingstukken en in het midden en grote kaart van de Highlands met alle Munro’s die als rode puntjes oplichten in het landschap. Het is vreemd om zo boven de kaart te hangen met priemende ogen en je te beseffen dat je straks aan het voortploeteren bent door dit abstracte landschap met hoogtelijnen. Het ziet er zo makkelijk uit vanaf de tekentafel. De realiteit is altijd anders, weerbarstiger. Straks zal het zich in alle hevigheid aan mij voordoen.

Verwonderlijk, je besluit vier maanden te gaan rennen en kunt langer bezig zijn met de voorbereidingen. Je probeert je alle scenario’s voor te stellen, voor te zijn, maar als het puntje bij paaltje komt, moet je gewoon de ene voet voor de ander zetten. Het avontuur ontvouwt zich wel.

Veel tijd gaat zitten in het weggooien van dingen. Iedere lange expeditie is een spiegelmoment waarop alle aardse bezittingen weer door de handen gaan, smekend om te mogen blijven. Iedere keer gaat meer weg omdat je ontdekt dat de echt belangrijke dingen in het leven gratis zijn. Waarom dingen bewaren als ze stof vangen, onderhouden moeten worden en belangrijkst: steeds opgeslagen moeten worden. Als je maanden kan leven uit een rugzak waarom dan sportprijzen bewaren, of cd’s, of boeken?

Boeken zijn, net als auto’s, geen doel maar een middel. Daar waar de auto je van A naar B brengt, vraagt een boek erom gelezen te worden zodat de geest zich kan verplaatsen. Boeken zijn een middel, daarna kunnen ze doorgegeven worden. Anne krijgt de boeken waaraan mijn geest zich al gelaafd heeft. Toch zijn het juist de boeken die me de meeste kopzorgen geven met oog op vertrek. Welke boeken neem je mee op je tocht? Er is beperkte ruimte en het boek moet goed zijn. Eigenlijk zou ik het moeten vóór-lezen. Tijdens mijn wereldreis kwam ik eens vast te zitten in de bergen in Maleisië zonder boeken. Ik reisde terug naar civilisatie om boeken te halen. Géén leesmateriaal en de geest verwelkt. Schrijven is lezen, lezen is schrijven.

Voor me ligt mijn Aeon 35 rugzak van Rab. Een volume van 35 liter. Mijn rugzak zal maanden mijn thuis zijn, mijn trouwe metgezel. Ik zal hem (of beter: haar) koesteren en alles dat erin gaat met liefde en aandacht verzorgen. Mijn rugzak is de bakermat van mijn bestaan. Probeer hem te stelen en ik zal je volgen tot in alle uithoeken van de wereld. Als je alles hebt, is niets van waarde. Als je weinig bezit, heeft alles een ziel.

Met Carlo drink ik koffie. Hij heeft deze gigantische boerderij waaraan hij al twee jaar werkt. Bezit vraagt aandacht en tijd. Brad Pitt verwoordt het mooi in de fantastische film Fight Club: The things you own, end up owning you. En toch, geld maakt geld. Bakstenen stijgen in waarde. Mijn schamele bezit vermindert in waarde, behalve voor mijzelf. We mijmeren over de toekomst. Carlo wordt 50, nog een jaar of 18 werken, dat is een heel leven en toch in een zucht voorbij. Zijn oudste zoon is negen, het voelt of hij gisteren geboren werd.

Wat willen we de komende jaren? We zijn beide onaangepast, kunnen niet zo goed meedraaien in de massa. Daarom zijn we vrienden. We troffen elkaar in de binnenlanden van Frankrijk, tijdens wildwaterkajakken. Het was niet mijn sport maar wij zijn aan elkaar blijven plakken al die jaren. We delen veel, stellen teveel vragen, staan teveel stil. Stilstaan kan niet in een ratrace, dan sta je mensen in de weg. En je mag absoluut niet de race in twijfel trekken, dan ben je een verrader, een klokkenluider en daar houden we niet van. Beter maar de kromme waarheid recht praten dan kunnen we door op de ingeslagen weg.

Mijn weg voert me weg van hier, weg van de drukte. Het is niet voor niets dat ik me steeds voorneem om tochten in de natuur te maken. Het is mijn vorm van mediteren, een zoektocht naar stilte en daarmee stilte in mijzelf. Ik vond het op het poolijs, in de Sahara, op mijn weg naar Santiago. In de Highlands zal het nog stiller zijn dan op de Groenlandse ijskap, alleen al omdat we daar met twee waren. Alleen is het stiller, niet per definitie eenzamer.

Een buitenstaander zal het vluchten noemen, voor mij is het bestaan. Beter alleen over de bergen trekken dan stilstaan in een troosteloos stadslandschap. De afgelopen weken een aantal elektrotechnische keuringen gedaan in het Rotterdamse havengebied. Hoe hebben we het zo lelijk kunnen maken met z’n aĺlen? Vervallen loodsen, aftandse fabriekshallen, schoorstenen en elektriciteitsmasten zover het oog reikt. Waar is moeder natuur? Nederland kent nog maar 10 procent bos, de rest is verkaveld en wordt in groot tempo dichtgeplempt. Wie roept het een halt toe?

Carlo maakt nog een professionele bak koffie en voor mij een volksbakkie. Zijn koffie is zelfs voor mij te sterk, hij zal het wel nodig hebben om wakker te blijven. Als ik straks weg ben, moet hij gewoon door. Red ligt voor de radiator en beschouwt het in rust. Red ervaart geen drukte. Ik wil Red zijn.

In samenwerking met de volgende partners van Team282peaks

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: