Col de la Bonette, een hoogtepunt op 2.860 meter a la grace de Allah en dikke tranen

26 oktober. Dag 72. Terras restaurant aan meertje Sauntiers – studio Le Woody Saint-Etienne-de-Tinee 52k. Totaal 2.740,5k.

Ik heb een luchtbedje aangeschaft. Ik slaap er geen haar beter door. Het is bijtend koud, maar het probleem is de luchtvochtigheid van 94 procent. Alles voelt nat koud aan zoals we dat in Holland kennen, inclusief mijn afgepeigerde lijf. Na drie uur hoor ik ieder half uur de kerkklokken en weet ik dat deze martelgang nog lang niet ten einde is. Ik lig niet te bibberen maar voel me gewoon onaangenaam en inslapen lukt niet.

Typisch, twee concurrerende kerken, een slaat aan het begin van de minuut, de ander aan het eind, dan is tenminste echt het hele dorp wakker.

On kwart over vijf maken de eenden lawaai en wurm ik me half uit de slaapzak voor ontbijt. Michelinpelgrim eet pain au chocolat. Vier T-shirts, een trui, een bodywarmer, een windjack, een lange tight en lange broek houden me niet warm. Alleen mijn kale kruin is behaaglijk warm. Dank, lieve Elly voor de warme muts!

Snel pak ik mijn biezen, hetgeen zo klaar is want alle kleding blijft aan. Gestaag en verkleumd begint de klim van 23 kilometer om half zes. Pas na vijf kilometer gloeit er enige warmte door mijn aderen. Rennen doet het vuurtje nog wat verder aanwakkeren waarna enkele kledingstukken in de tas verdwijnen.

Na een kilometer of 20 een barak langs de weg, wegwerkzaamheden. Een kerel met fluorescerende jas wuift dat ik moet komen. Hij zag me vanochtend toen hij omhoog reed, totaal verkleumd met handen in de zakken.

Zonder omhaal duwt hij me in de barak, zet me naast de kachel, duwt koffie en een pain au chocolat in mijn handen. Ik zeg dat ik zelf broodjes heb, maar die moet ik van hem bewaren voor later. Ik moet er nog van groeien zeg maar.

Hij heeft vanochtend een gasfles en koffie Arabica gehaald en nu zit ik met drie bouwvakkers en een gloeiende kop in het Frans te ouwehoeren in een bouwkeet. Ik houd ervan.

Twee komen uit Marokko en zijn onder de indruk van enerzijds mijn koude overnachting en anderzijds de hitte van de Marathon des Sables. Ze herkennen het logo dat op mijn onderarm is getatoeëerd.

De derde die me naar binnen trok komt uit Algerije en woont in Avignon. Omdat er door corona weinig werk is, restaureert hij hier twee weken de weg op de col.

Ik vind het verbijsterend. Gisteren riep ik nog dat op dit stuk weinig of geen supermarkten en restaurants zijn en dat het daardoor een overlevingstocht wordt in de zoektocht naar voedsel. Nu word ik ongevraagd op de koffie gedwongen door drie sympathieke kerels in een barak.

Ik bedank ze uitvoerig en vertel over mijn toevallige ontmoeting met een diaken. Een ontmoeting die volgens hem a la grace de Dieu was. Ze knikken instemmend en mijn Algerijnse mattie zegt met de hand op het hart ‘a la grace de Allah’.

Hij zag mij verkleumd klimmen terwijl hij met koffie en een gasfles omhoog reed en kon niet anders dan mij inviteren. Hij moet aan het werk maar ik mag zo lang bij de kachel blijven zitten als ik nodig heb om op te warmen.

Na vijf minuten kom ik naar buiten. Ik ben immens dankbaar en we nemen hartelijk afscheid. De mannen werken door aan deze schaduwkant van de col waar het vies koud is. Ze vullen stalen constructies met stenen die ze hoger op de col inzetten om de kanten van de weg te verstevigen. Hij baalt omdat hij vrouw en kinderen zo lang niet ziet. Ik mag verder klimmen naar de zon. Met een glimlach op mij toet.

Maar niet voordat hij me meetrekt naar zijn koelbox… Ik krijg croissants, kaas, water, chocolade, honing, een kuipje tonijn, een kuipje appelmoes en het summum: diverse stukken baklava, gemaakt door zijn vrouw. Ik mag eenvoudigweg niks weigeren. Met tranen in mijn ogen dank ik hem. We nemen afscheid met de hand op het hart en ze roepen me na: a la Grace de Allah.

Ik loop weg, zwaai, maar als ik uit het zicht ben, zak ik door mijn knieën en breek. Ik moet onbedaarlijk huilen. Waar heb ik zoveel goedheid aan verdiend. Ik ben echt gebroken en moet mijzelf herpakken. Ik trek mijn zakken leeg en kijk naar alles dat voor me op de stenen ligt. Waarom…? Zomaar uit het niets.

Mijn dag verloopt in een trance. Vanaf de barak loop ik in volle zon naar de col. Het is de 35e dag ongeveer dat ik een strakblauwe hemel heb en zon. Al voor de col kan ik me niet bedwingen beklim een topje dat daarna via een graat afdaalt naar de col. Het panorama is kaalgeel. Er is niets anders dan kale toppen. Mijn bouwvakker nam het woord Afghanistan in de mond. De desolaatheid deed hem eraan denken. Maar hij was er nooit geweest. Ik ben het roerend met hem eens. De enige kleurafwijking is de poedersneeuw die vannacht op de toppen is gevallen.

Achter de col ligt een imposante kegel, de Cime de la Bonette. Cime betekent top in zowel Italiaans als Frans. Je kunt er omheen wandelen of fietsen. Je kunt er ook via een spannend graatje recht tegenop klimmen. Hmm, wat zou deze pelgrim doen?

Als ik de col aan het afrennen ben, komen auto’s me langzaam rijdend voorbij en mensen roepen ‘Vamos’ en klappen in de handen. Lol.

De afdaling is ongeveer 27 kilometer en ik ren hem eigenlijk non stop naar het eerste dorp Saint-Etienne-de-Tinee. Vanaf nu voert de route door het Parc National du Mercantour, een lange heerlijke vallei met de Indian Summer vermomming. Er is weinig civilisatie en ik ren ruim 50 kilometer met weinig tot geen panden of tekens van leven.

Het dorp is een verademing, knus weggestopt in het dal met heerlijke Franse monumentale panden met luiken in allerhande Ikeakleuren. Mijn eerste ontmoeting is met… een bouwvakker. Hij reed aan deze kant de col op en af en zag me rennen met poles. Hij steekt zijn duim op: ‘Tu es rapide!’ Ja, ik heb inderdaad vaart gemaakt na mijn fijne ontmoeting vanochtend.

Ik dompel me onder in de Proxi, zeg maar de lokale buurtsuper. Het is hier lastig winkelen voor een pelgrim zonder kookgerij. Ik kom buiten met brownies (gatver), 4 te kleine yoghurtjes en een fles jus. Ik eet mijn twee pastamaatijden uit de rugzak wel. Ze doen in Frankrijk weinig aan kant-en-klaar of maaltijdsalades… En misschien is dat maar goed ook. Hier eten ze echt.

Ik merk tegen het meisje op dat het moeilijk is hier aan eten te komen. ‘Ja vakantietijd!’, zegt ze. Ik vraag of er een pizzeria is. Ze beaamt dat, een hele goede en wijst met veel omhaal waar hij zit. Ik ben blij. Tot ze zegt dat hij dicht is. Kreun, ze heeft het licht niet uitgevonden. Hoe laat ze morgen open is? Ze is dicht. Dat bedoel ik dus.

Ik loop met mijn brownies naar het office du tourisme. Daar zit een meedenkende, aimabele dame die me stempelt en vervolgens tot Nice de beste routes en alle supermarkten, gites en restaurants en meeegaaa snel Frans meedeelt. Ik sta erbij en kijk ernaar. Ik zei net: ‘On ne parle pas Francais tres bien, lentement s’il vous plait…’, iets in de geest van ‘zou je me willen behandelen als een kleuter die Frans leert?’ Gelukkig pik ik eruit dat de bakker onder mijn studio al om half zeven open is.

Mijn studio heeft zoals vaker geen receptie. Ik moet bellen met Nadine. Ik bezig hetzelfde verhaaltje, maar ze rept alsof ze de trein moet halen. Uiteindelijk zucht ze en maak ik op dat ik voor het pand moet gaan staan en dat ze er in tien minuten is.

Dat is ze. De studio die ik heb gehuurd heeft een kapotte kachel… Oops, dan wordt het kamperen qua temperatuur. Gelukkig heeft ze een andere studio met vloerverwarming waar het aangenaam warm is. Ik zou haar bijna kussen na mijn belabberde nacht. Ook zij heeft geen Einsteinknobbel. Ze legt me alles in de de studio uit inclusief de föhn. Als ik op mijn kale schedel wijs, kijkt ze licht ongemakkelijk.

Als ze weg is sprint ik terug naar de Proxi en haal alles om couscous te maken. Brownies toe…

Morgen weer 55 kilometer en dan nog een dagje en de Middellandse Zee ligt aan mijn voeten.

2 reacties op “Col de la Bonette, een hoogtepunt op 2.860 meter a la grace de Allah en dikke tranen”

  1. tussen de regels door is je vermoeidheid voelbaar. en terecht! Lekker even een ander uitzicht straks gaat vast wonderen doen. misschien kan je een keer je route via googlemaps met een screenshot delen? En heb je een streefdatum/streefweek/streefmaand van aankomst?

    Like

    1. https://expeditionlife.nl/where/ hier staat in ieder geval alles dat ik gelopen heb. Maakt mijn basecamp voor me… Ik wil soort van voor de kerst thuis zijn dus… 500 k naar Perpignan, 400 Pyreneeën en 780 Camino Frances. Ik reken globaal met een gemiddelde van 33 per dag… Op het vlakke meer, in de bergen soms niet en zo nu en dan een dag plat liggen… Lekker vaag allemaal😂😂😂🤣🤣

      Like

Plaats een reactie

Maak een website of blog op WordPress.com