Team Guinness to the Finish (3); de meest gefotografeerde Munro

6 mei, dag 37. Munro 36 en 37 in de bag.

Buachaille Etive Mor
36. Stob Dearg (1.022m), red peak
37. Stob na Broige (956m), peak of the shoe.

Na de slopende dag van gisteren en de vier Munro’s zijn Christian en ik in staat één rustiger dag te accepteren.

Blijkbaar heeft Christian al een keer aan mijn tent staan morrelen maar pas de tweede keer om negen uur ben ik daar ook deelgenoot van.

We slenteren naar de eetwagen voor een emmer koffie. Christian gaat voor een full breakfast en ik een bacon and egg role, een broodje. Vandaag staat de Aonach Eagach-graat op het programma, zeg maar de meest gevreesde graat van de UK. De donkergrijze luchten en windvlagen maken dat we dat idee voor vandaag laten varen.

Zittend op een steen eten we ons ontbijt, slurpen koffie en kijken mensen. Sinds Christian hier is, staan de bergen centraal. Zet ons bij elkaar en we beginnen bergen op te rennen, wij zijn ziek, hebben hoogtekoorts. Aldus komen we er steeds niet aan toe naar de winkel te gaan en voorraden te kopen. Hij was hier nog geen uur en toen was zijn tent opgezet en renden we omhoog. Gisteren was een epische dag met vier brute bergen, bijna vijf. Note to reader: Kijk uit, wij hebben een afwijking. Kijk ons in de ogen en maak op dat wij last hebben van the call of the mountains.

Christian lift mee op de uitstekende maaltijden van Expedition Foods die ik via Xfood.nl heb verkregen.  Vanochtend gaan we toch even boodschappen doen. Ik neem een fles wijn mee voorbij het eten. Lol, kan niet, het is immers 9.59 uur en pas vanaf tien uur mogen winkels alcohol verkopen. Christian mag eerst. Gekkigheid.

We drinken koffie bij de crafts store 100 meter verder om een plan te trekken. We zijn er snel uit. In de Glencoe vallei liggen meerdere tweetallen van Munro’s. Ze moeten allemaal afgetikt worden. We kiezen de markante Buachaille Etive Mor, een kam bestaande uit de Stob Dearg (1.022m), red peak en de Stob na Broige (956m), peak of the shoe. Daartussen liggen nog twee Munro-tops die bedwongen moeten worden. De Stob na Broige is wel een Munro, maar ontving deze status pas in 1997 van de Scottish Mountaineering Club.

De Stob Dearg is de meest gefotografeerde Munro die je overal terugziet, een markante rode steenpiramide die voor je ligt als je de vallei inrijdt. De berg ziet er indrukwekkend uit en als je eronder staat, heb je niet de indruk dat je hem ergens kunt beklimmen. Hij lijkt extra hoog door de vlakke heidevlakte aan de voet, de Rannoch Moor. Niet voor niets heeft deze kam de naam The Big Shepherd of Etive en waakt als poortwachter over het Etive-dal met daarin Loch Etive waar we gisteren vier Munro’s beklommen.

Op de camping verzamelen we onze spullen. Mijn degelijke waterdichte sokken ruiken ver-schrik-ke-lijk. Al dagen ren ik erop rond. Spoelen helpt niet want na een dag op natte voeten ben je weer bij af. Het is ronduit weerzinwekkend en ik moet er zelf bijna van kokhalzen.

Toch is dit hoe het gaat tijdens dit soort avonturen, een glijdende schaal. Je glijdt af. Ik slaap al vier weken buiten en ben elke dag 6 tot 10 uur in touw in weer en wind. Klam is klam. Ook stank en verval wennen, het is tijdelijk. Arme Christian. Hij is daar nog niet. Zijn lijf moet nog wennen aan kou, langdurige inspanning en budgetneutraal buitenprutsen. Dat gezegd hebbende, start hij vandaag met stramme poten en laat ik hem het tempo bepalen. Had ik de eerste dagen ook.

Ondanks de vele toeristen vinden we een ideale parkeerplaats daar waar we vanmiddag uit de bergen vallen. We zijn nog niet goed of wel de weg overgestoken of de horloges worden gestart en we zijn aan het rennen. De eerste kilometer gaat langs de weg naar ons pad en het gas gaat direct vol open. Een uur geleden namen we woorden in de mond als ‘rustig’ en ‘gewoon hiken’. Repeat note to reader: Wij zijn van het padje, wij zijn verslaafd.

De aanloop naar de berg gaat via een mooie track langs een rivier. Er staat een berghut, de Lagangarbh hut van de Scottish Mountaineering Association. Hij is in 1967 nogal rebels gerenoveerd in Jackson Pollack-stijl door klimmer Dougal Houston die later één van de eerste Britten was die de Everest succesvol bedwong. Zijn inrichting stootte de meer conservatieve leden van de klimvereniging ernstig tegen de borst.

Wij hebben daar geen tijd voor en blaffen de berg op. Het pad gaat vrij snel over in een stenenveld, een couloir dat stijl omhoog loopt en waar de het water door naar beneden stroomt. Dit is de Coire na Tulaich, die bekend staat om de vele lawines in de winter waarbij veel slachtoffers vallen. Eigenlijk blijven we 600 hoogtemeters door deze stenenwoestenij omhoog klauteren. Het is een spel waar je de kop bij moet houden en dat maakt het niet onaangenaam. We winnen razendsnel hoogtemeters. Pas aan het eind van de klim belanden we in een puinveld waar werkelijk alles los zit en ook stenen van een halve meter onder je voeten meegeven en naar beneden glijden. Christian bezigt de illustere zinsnede: ‘De eerste beklimming waarbij je bij iedere kilometer klimmen, 400 meter naar beneden glijdt.’ Opeens snap je waarom veel mensen hier in de winter omkomen als gevolg van lawines. Maar ook in maart en april kwamen hier nog hikers om: https://www.dailyrecord.co.uk/news/scottish-news/climber-dies-after-horror-164ft-29698385?int_source=amp_continue_reading&int_medium=amp&int_campaign=continue_reading_button#amp-readmore-target

We kunnen niet in dezelfde lijn klimmen vanwege het risico op steenval en ieder klauteren we met handen en voeten door de scree naar boven. Mijn techniek is een afzetten met twee poles rechts en me met de linkerhand via de rotsen omhoog trekken.

Opeens staan we in het zadel. Het gidsje meldt: ‘The sudden arrival at the ridge is usually a relief’. Wij beamen dat. Nog geen twee uur na vertrek hebben we met de Stob Dearg de eerste Munro al in de bag. Hij heeft de bijnaam de rode berg. Vriend Bram, een roodharige triatleet die we beide goed kennen, heeft deze berg via de website geadopteerd en we maken een leuke videoboodschap voor hem. Ondertussen kijken we uut over de eindeloze heidevlakte onder ons. Op het juiste tijdstip veroorzaakt de zon een immense driehoekige schaduw van deze berg over de heide. Dit is met recht een prachtige, en dus zoveel gefotografeerde, Munro.

We raken in gesprek met twee dames die de West Highland Way wat saai vinden en gezien de korte etappe vandaag maar twee Munro’s meepakken. Het zijn sportief ogende bikkels en ze lijken het allemaal makkelijk aan te kunnen. Als wij later in de middag de afdaling inzetten, moeten zij echter nog een Munro en zijn wij blij niet in hun schoenen te staan.

We dalen de berg af terug naar het zadel waar we omhoog kwamen. Dan volgt een tocht van vier kilometer over de ridge, over twee flinke toppen, naar de Ston na Broige die aan het andere uiteinde van de ridge ligt.

We halen een groep minder ervaren dames in die de grootste lol heeft maar wat angstig oogt. Ik raak in gesprek met één van de gidsen en vertel dat wij vandaag rustig aan doen, een dagje ‘holiday’. ‘Zeg het maar niet tegen mijn meiden’, fluistert ze. Ze blijkt Nederlandse en berggids. Ze woont in Kingussie waar ik tijdens het liften een paar dragen terug koffie dronk. De Cairngorms zijn haar achtertuin. Op mijn vraag of we een dag samen gaan klimmen, antwoordt ze dat ik vast de logeerkamer kan gebruiken. Ze heeft veel met rendieren gewerkt daar en kan me een en ander laten zien. Dit alles is in twee minuten beklonken en we wisselen gegevens uit. Ik krijg een dag later haar vriendschapsverzoek via Facebook.

Christian is doorgerend dus ik zet de achtervolging in. We pakken de tweede tussentop en via een eenvoudige grasgraat rennen we probleemloos naar de tweede Munro. Deze is geadopteerd door Justine dus ook voor haar maak ik een videoboodschap.

We zitten even en eten onze reepjes van BYE! Nutrition. Het uitzicht is fenomenaal. We zien de Ben Starav en drie omliggende Munro’s van gisteren, de Ben Nevis in de verte, daarvoor de Aonach Eagach-graat en weer verder de uitgestrekte heidevlakte Rannoch Moor. De wolken maken het alleen maar spectaculairder.

Na een korte terugtocht bereiken we het pad waar we de graat kunnen verlaten. De afdaling is steil maar hij ‘loopt’. Als ik alleen was geweest had ik hem helemaal gerend. Christian voelt echter de bovenbenen en vertrouwt zijn coördinatie niet, net zoals ik de eerste dagen. We dalen dus voor ons doen rustig. Tegelijk vliegen we langs de damesgroep. De gids staat langs het pad ons op te wachten met een zak snoep, onze verzorgingspost.

Inmiddels zijn we onderin het dal en gaat het gas vol open. Vier kilometer ongegeneerd trailen over een juweel van een pad. We halen veel mensen in en zijn precies als het gaat regenen bij de auto. De klokken worden gestopt en pas dan een highfive.

Vanavond eten we curry op de camping. We zitten voor het kleine houten huisje. Christian heeft vier lagen kleding aan maar warm is niet zijn sentiment. De curry is magnifiek en de rode wijn blust hem af. Dan heeft Christian een grote worst, een dik Salamiding van acht centimeter doorsnede. Zijn COOP wordt verbouwd dus dit apparaat kocht hij bij de Lidl. Met zijn krachtige powertool komt hij er nauwelijks doorheen. We laten het ons goed smaken, afgewisseld met borrelnoten.

Ik haal koffie bij de eetwagen. De gespierde knul wil morgen wel eens foto’s zien van de Aonach Eagach-graat die we gaan doen. Hij heeft hem nooit beklommen, maar hoort altijd verhalen. Als wij met foto’s komen, krijgen we extra curry morgen. Dat laten we ons precies één keer zeggen al zijn we bang dat zijn spiervolume omgekeerd evenredig is met zijn geheugen. Morgen testen.

Morgen graatklauteren.
Wordt vervolgd…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: