3 mei, dag 34. 163 mijl liften
Vandaag is Inge de pineut. Ze heeft zes eieren buiten de tent laten staan, vijf zijn leeggezogen, maar de zesde is nog intact. Heeft ze toch een gebakken eitje.
Ondanks het feit dat ik vandaag 163 mijl moet liften, heb ik exact nul haast. Ik heb vertrouwen. Heel rustig pak ik mijn bullen op. Ik heb hier een dag of tien gestaan en ik moet de uitrusting even sorteren. Ik ben topzwaar met zeker 30 maaltijden van Expedition Foods en 50 repen van BYE! Nutrition.
Halverwege de koffie piept Inge er tussenuit. Haar gevoel geeft in dat ze de bus moet gaan reserveren voor haarzelf en haar Santos-bolide. Ik zie haar weer bij de pomp.
Aldus loop ik met zware bepakking naar de pomp voor een laatste hug. We brachten niet eerder zo al kanperend en klimmend dagen door maar gezien het vele lachen voor herhaling vatbaar. Inge heeft inmiddels de smaak te pakken en appt me later dat ze de Beinn Dearg en drie aangelegen Munro’s morgen wil gaan doen die ik met Jill en Dangerous Dave in de sneeuw deed. Inge is een Duracellkonijn en steeds meer vermoed ik dat ze met achillesen stiekem reserves inbouwde. Benieuwd of ze er straks zes in de bag heeft.
Inge is nog niet uit zicht of Guy stopt voor me. Een guitige jonge kerel met rossig haar en een grote glimlach. Guy bezocht hier zijn ouders en moet via Inverness naar Glasgow voor werk. Wat volgt is een heerlijke rit van ruim twee uur. Guy maakt momenteel een serie podcasts van mensen die buitengewone dingen hebben meegemaakt en het ternauwernood hebben overleefd. Zo is er de man die niet door één, niet twee, maar drie nijlpaarden werd aangevallen en het overleefde. Met één been en één arm loopt hij nu de Marathon des Sables.
Dan is er de dame die tijdens een paragliding-event door een storm wordt opgezogen en naar 43.000 voet wordt gestuwd. Ze is totaal bevroren en buiten bewustzijn. Als de storm haar uitspuugt komt ze even bij en met haar laatste krachten weet ze veilig op de grond te komen. Artsen staan voor een mirakel, hoe heeft ze dit overleefd. Ik hang aan zijn lippen en als hij me in Kingussie uit de auto zet wisselen we gegevens uit zodat ik alle podcasts kan luisteren.
Voor deze serie maakte hij historische podcastst, onder andere een over de Spaanse griep die opeens tijdens de pandemie heel actueel werd.
De rit is zo gezellig dat ik steeds langer blijf zitten. Twee kruisingen voor Inverness laat ik passeren. Ik wil er niet uit in de stad Inverness want dan kom ik liftend niet meer goed weg. Uiteindelijk lift ik mee door Inverness heen en dwars door de Cairngorms en Aviemore om vanuit Kingussie weer westwaarts te liften naar Glencoe.
Kingussie is een lintdorp. Bij het meest hippe koffietentje drink ik tussen teeners een Americano en eet een bacon rol, zeg maar een broodje spek en ei. Al met al een wee coffee in Kingussie, als ik er dan toch ben!
Aan het eind van het dorp neemt William me mee naar Newtonmore. Hij is een oude knakker die zijn drie collies even gaat laten rennen rondom Loch Imrich dat middenin het dorp ligt. Als ik naar het einde van het dorp loop, herken ik opeens een pub.
Jaren terug wilde ik met vrienden Peter en Carlo een bedrijf oprichten dat groepen zou meenemen naar de Highlands voor expedities, trailruns, coaching en management trainingen. We organiseerden twee verkenningsexpedities en verbleven hier bij een relatie van Peter. Hij liet ons de skigebieden, hotels, groepsaccomodaties en bezienswaardigheden zien. In deze pub dronken we na afloop een biertje. Ik gooi hem in de appgroep en Peter herkent hem meteen.
Als ik op de kruising sta, stopt een oude witte wagen. Ian is een grijsaard met lange baard. Zijn auto doet het nog. Het achterportier niet dus ik neem de zware rugzak maar tussen de benen. Ian lijkt in eerste instantie weinig spraakzaam maar blijkt een man vol verrassingen. Hij heeft net zijn dochter bezocht in Inverness en moet naar Mallaig dus ik kan meerijden naar Fort William. Als ik vraag wat hij doet, murmelt hij ‘independent’. Om daar aan toe te voegen dat hij tuinman is, aan leerbewerking doet, voor de kustwacht werkt en een self catering cottage heeft. En ow ja, hij heeft elf jaar in Nepal gewerkt en arme Nepalezen geleerd hoe ze leer kunnen bewerken. Hij graait naar achteren en mikt een mooie leren handtas op mijn schoot om te illustreren wat hij doet. De hele weg schallen Schotsfolkloristische deuntjes uit de autoradio en Ian toont me een prachtig kasteel op de oever van Loch Laggan, Ardverikie Estate. Deze weg van oost naar west is weinig bereden en met de Schotse deuntjes en de werkelijk prachtige vallei droom ik weg en waan me in de grote wildernis van Canada of Alaska. Schotland wat ben je adembenemend. In de verte alle 252 Munro’s die ik nog moet beklimmen. Je zou moedeloos worden als ze niet zo mooi waren.
Een minpuntje deze rit is de gifmgantische camper die waarschijnlijk uutweek voor een hert en oo de z8j ligt, met de cabine in de berm geboord. Bij het zien van dit soort ongelukken dat gevoel van ‘hoe heb je dat niu toch voor elkaar gekregen..’.
We doorkruisen de Mammores, het gebergte met daarin de Ben Nevis, met zijn 1.344 meter de hoogste berg van de UK. Er ligt nog flink wat sneeuw op de flanken. De rit voert door Spean Bridge waar het commanomemorial staat en door naar Fort Wiliam. Ian zet me eruit op de parkeerplaats bij de supermarkt waar ik twee weken eerder stopte met mijn Ierse liftgever voor een boodschap op onze reis naar het noorden.
Ik slenter de stad in en maak een stop bij Nevis Sports, een buitensportzaak waar mensen met enig gezond verstand wegblijven. Ik wil hier alles kopen. Blind.
Ik vraag aan de kassa of er iemand is die me efficiënte, lange routes met veel toppen aan de hand kan doen. Michael wordt uit het magazijn getoverd, een oude rot met een verweerde kop die buitensportervaring ademt. Hij hoort mijn verhaal aan en ik zie de spot in zijn ogen. Hollandse kaaskop komt hier binnen met loodzware bepakking en wil even aaneengesloten alle Munro’s rennen. Huhuh.
Wat hij niet meer weet is dat we 15 jaar terug al eens een lang gesprek hadden over de fataliteiten op de Ben Nevis. Ik beklom de berg om vier uur in de ochtend met volle uitrusting omdat de namiddag slecht weer deed vermoeden. Toen ik vroeg in de middag naar beneden kwam, ging een moeder met haar twee kleintjes omhoog. Volgens Michael doen sommige mensen hun best om om te komen.
Als ik uitleg dat ik niet die moeder ben en er al 30 heb afgetikt, wordt hij spraakzamer. Hij doet me de website Scottish Hillracing aan de hand en volgt meteen daarna met de bekende Ramsay Round, ook wel bekend als de Charlie Ramsay Round, een langeafstandsloopwedstrijd in de buurt van Fort William. De route is een circuit van 58 kilometer met 24 toppen met een totale klim van ongeveer 28.500 voet.
Dan doet hij me de Tranter round aan de hand. Het is een ronde van 36 mijl met meer dan 20.000 hoogtemeters die alle 19 Munro’s van de Mamores, de Grey Corries en de Aonachs aan elkaar knoopt, inclusief Carn Mor Dearg en Ben Nevis.
Tenslotte noemt hij de Glencoe Shepherds Round. Dit is een route die aan de ene kant van de Glencoe vallei heen gaat over de bekende Aonach Eagach, die gezien wordt als de smalste en spannendste graat van de UK. Ik herinner me 20 jaar terug het lezen over deze ridge in mijn Lonely Planet met termen als ‘most exhilarating’ en ‘exposed’ en ‘you should do it once in a lifetime’. De graat knoopt twee Munro’s aan elkaar waarna je aan de andere kant van de vallei teruggaat via de befaamde Three Sisters van Glencoe, imposante Munro’s die boven de vallei uittorenen als poortwachters.
Mijn Munro Missie kent eigenlijk drie sleutelpassages. De Cuillin Ridge is de moeilijkste, een smalle rotsgraat op het eiland Skye waar het weer snel kan omslaan met als sluitstuk The Inaccesssible Pinnacle, een ritstop die vertikaal wandklimmen en abseilen vereist. Een tweede uitdaging is een ridge in de Torridons waarin ik me nog niet in verdiept heb. De derde is deze Aonach Eagach-graat bij Glencoe.
Ik kijk ernaar uit om deze graat met mijn trailbuddy Christian te doen die morgen invliegt. Christian is een sterke loper die menig marathon onder de drie uur liep. Na 30 dagen ben ik niet meer als nieuw en met mijn pijntjes hoop ik dat ik hem weerstand kan bieden. Met enige argusogen zie ik vier hele zware dagen aankomen waarop we letterlijk gaan toppen snellen.
Ik liep eerder met Christian de LAMM, Lowe Alpine Mountain Marathon, een tweedaagse navigatierace in een van de meest afgelegen gebieden van Schotland die je als tweetal moet volbrengen. We verschenen aan de start als team ‘Guiness to the Finish’. Het rijmde (net) niet maar wij vonden het briljant. Zijn dochter maakte voor ons een bordje voor op de rugzak met teamnaam en Nederlandse vlag. We weerden ons kranig in een veld van ervaren teams. Gelukkig had Christian meer kaas gegeten van navigeren met kaart en kompas dan ik. Hoogtepunt van de race was het afgelegen nachtelijk bivak waar wij te midden van Spartaanse, grammenjagende spillepoten, ieder een blik Guiness uit de rugzak trokken en dat tot grote jaloezie van de andere teams lui-liggend achterover sloegen. We werden 27e van de 65 teams in onze categorie.
Om ons voor te bereiden liepen we daags tevoor hier bij Glencoe een tocht met vier Munro’s, de Ring of Steall. Christian ging als een dolle en ik had al zoveel spierpijn dat de race bij voorbaat pijn deed. Frappante was dat we bij deze inlooptocht voor een navigatierace gruwelijk verkeerd liepen en tientallen kilometers van de auto in een andere vallei opdoken. Foutje.
Ook nu heeft Christian er duidelijk zin in. Hij heeft zich helemaal ingelezen en kaarten gedownload. Ik voel de bui al hangen.
Na een blikje cola in het park moet ik op zoek naar een laatste lift van Fort Wiliam naar Glencoe. Ik neem plaats net na de stad op een plek waar een auto kan stoppen. Er is veel spitsverkeer maar dat zijn niet per definitie de mensen die lifters meenemen. Bovendien rijden ze (te) hard. Brain heeft daar lak aan en knalt zijn Mini Cabrio lomp op de stoep. We rammen mijn rugzakken in de achterbak en ik ben alweer op weg.
Brain is een trailrunner, klimmer en ultraloper. Zijn auto puilt uit van de gear, een soort rijdend materiaalhonk. Hij komt uit het Lake District en dit is zijn tweede week hier dit jaar. Hij werkt teveel en hangt aan mijn lippen als hij hoort dat ik hier maanden rondren. Ook hij gaat komende dagen de ridge doen. Ik voel wat ontzag richting mij maar ben blij dat hij niet voorstelt samen te gaan. Ik kan dit ervaren, spichtig jongens vast in geen velden of wegen volgen. Brain zet me af na Glencoe aan het weggetje dat me naar achtereenvolgens de Clachaig Inn en de Red Squirrel-camping voert. Het weggetje is bekend van een shot uit de James Bondfilm Skyfall.
Het schemert al. Ik doe een biertje bij de Clachaig Inn en zet de tent wel op in het donker. Inderdaad sta ik niet veel later in het donker te prutsen en zit ik niet veel later achter een heerlijke Green Thai Curry van Xfood.nl die dampend van de brander komt. Iedere dag kijk ik uit naar deze maaltijden van Expedition Foods. Ze gaan niet tegenstaan en met smaak eet ik mijn prutje in het donker terwijl de wind aanzwelt.
Een bijzonder leuke liftdag waarop ik weer heerlijk kleurrijke mensen op mijn pad trof. Liften is een cadeau, een manier van leven. Het maakt eigenlijk niets uit of je ergens komt. Plezant tijdverdrijf.
Wordt Vervolgd…







Geef een reactie