2 mei, dag 33.
De zon schijnt fel. De hemel toont schapenwolkjes. Felrode tulpen rechts. Fluorescerende blauwe sneeuwklokjes links. Roze bloesem alom. Palmbomen voor de exotische teint. Dikke bijen zoemen. Koekoeken en ander vogelspul tsjilpt. Zeemeeuwen zitten op schoorstenen en speuren naar resten. Lente in de lucht.
Er hangt een gelaten sfeer in Ullapool. Toeristen en Schotten mengen en keuvelen op het terras van Ceiligh Place, een van de weinige terrassen in Ullapool vanwaar je uitkijkt over de witte cottages, Loch Broom erachter en weer daarachter de bergkammen langs de oevers. Aangezien de picknicktafels vol zijn, nestel ik me aan de zijkant van het terras op de grond, in de zon. Zwerver is happy. Reflecteert op zijn rustdag. Schrijft het op. Duidt.
Toch begon de dag minder. De afgelopen dagen waren lang. Combineer dat met kou en het vraagt toch iets van het lijf. De weerstand is laag en dat resulteert in… een snotneus. Mijn kop zit vol en ik voel me brak als ik me uit mijn tent wurm voor een toiletbezoek.
Strompelend naar het toiletgebouw. Enkel zit volledig vast. Vocht in knie. Goed dat iedereen nog slaapt, inclusief Inge. Avonturier zoekt houvast of rollator. Op terugweg van toilet ondanks kou even stilstaan op slippers in natte gras. Zonsopkomst wat ben je kleurrijk. Vroeg ook.
Terug in warme slaapzak. Mijn kleren zijn mijn hoofdkussen met daaronder mijn rugzak. Baal een beetje als ik hoofd niet veel later ophef en snotslierten ontwaar. Hoofd loopt leeg. Toiletpapier zoeken. Waarom zit alles altijd achterin je tent, onderin je rugzak?
Nog even slapen. Lukt niet. Eerst nat koud, dan broeierig heet. Zon op een tent verdrijft je al snel naar buiten. Koffie zetten.
Inge heeft geslapen als een blok en komt ook met plooien in haar gezicht boven water. Bij haar is het positief uit te leggen.
Ik zet ook koffie voor haar. De eerste uren van de dag brengen we door in het gras, zij in haar glampingstoeltje, ik op mijn Cortazu-jack. Note to self: Partner Cortazu verwittigen dat jack uitstekend als waterdicht grondzeil kan worden ingezet.
In stilte genieten we… de stilte. Er hangt een lome broeierige sfeer tot een heerschap met zitmaaier bedenkt dat hij de hele camping vandaag gaat kortwieken. Op onze rustdag. Hij heeft een koptelefoon. En wij dan?
Na drie koppen koffie slentert Inge naar Tesco. Mijn boodschappenlijst: kwark met bosbessen. Ik ga niet mee. Geen zin. Hoeft ook niet. Tussen ons een vanzelfsprekendheid die nooit benoemd wordt. We doen ons ding. Meestal gaat dat samen, soms niet. Naast elkaar zijn in het moment, alsof het altijd zo geweest is. Maar nooit eerder gedaan.
Vabdaag voor het eerst echt lezen in mijn boeken. Een immens Eureka-moment voor het boek over dit avontuur. Liefst sluit ik me per direct dagen op in een blokhut. Inspiratie druipt aan de binnenzijde van mijn gonzende schedel. Is er iets meer bevredigend dan het creatief proces van tot stand brengen van een boek? Note to self: Vanaf heden nog meer schrijfmomenten inlassen. Schijven is leven, leven is schrijven.
Halverwege de middag. Inge gaat eitje bakken met spinazie en cheddarkaas. Ik trek me terug om baard te scheren. Ik ben een luie scheerder. Meestentijds vier dagen stoppels, nu meer dan een maand haar op de kin. Nooit zo’n lange baard, zelfs niet na maand poolexpeditie. Ik ben Catweazel. Flashbacks naar mijn vader die in mijn jeugd de baard eens liet staan in de zomervakantie. Voornamelijk wit met rossige plukken. Bij mij is rossig, grijs. Ben ik al zo oud?
Gelukkig kan ik een bakje warm water fabriceren. Het verzacht de huid. Bij een lange baard moet je vaak herhalen met het mes. De herhaling is positief gecorreleerd met het bloedbad dat je in de hand werkt. Ik ben een gevoelige jongen. Mijn huid voert de boventoon.
Aldus schrikken badgasten. Zwerver-avonturier bloedt kin leeg in wasbak. Goed schoonmaken en douchen. Inge eet haar ei en merkt op dat ik nog steeds bloedt. De huid is een dunne schil, houdt alles bij elkaar. Vandaag snotter ik en bloed.
Na een veggie-curry druip ik af naar terras om te schrijven. Eerst langs receptie om verblijf te verlengen. Op drie nachten krijg ik weer negen pond korting.
Inge wil gezien knie en achillespezen niet perse naar Inverness fietsen de komende dagen. Ze vermaakt zich hier prima. Normale mensen zouden één probleem zien; Inge vind zes oplossingen.
Zelf opteert ze voor liften. Met fiets.
De hulpvraag bij receptie levert een geeltje op het prikbord op met hulpvraag jegens campinggasten.
De dame adviseert het toeristoffice waar vier dames zich vervelen en mee gaan denken.
Halverwege is een treinstation.
De fiets kan mee in de bus als je reserveert.
Facebook kent een Ullapoolpagina waar je hulp kan vragen.
Fietsen kan ook altijd nog.
Één uitdaging transformeert middels een hulpvraag tot een window van vele opportunities. Ik hou ervan.
Halverwege de middag schuift Inge aan op terras. We schrijven beide. Ik krijg een e-mail van Michael, onze laatste liftgever van gisteren met zijn adres en het aanbod voor een lift naar de start van de race als ik in augustus meedoe.
We nodigen een Duits stel uit aan tafel. Ze praten sneller Duits dan wij Nederlands denken maar we weren ons kranig. Ze komen uit München en als ik in de buurt ben, ben ik welkom. Het Instagram-verzoek is al binnen. Ze verwonderen zich dat we nog buiten zitten en het niet koud hebben. Dat is wat een maand buitenleven doet, je herprogrammeert de kachel. Als je steeds weer een te warm huis ingaat, ontregelt de thermostaat. Als ik vraag naar zijn grote dromen, is hij even van slag. Zijn vrouw is net heel ziek geweest, gewoon heel veel fijne tijd samen doorbrengen. We wensen elkaar goede gezondheid bij het weggaan.
Tescotime. We gaan expeditiemaaltijden bereiden. Inge wil er kikkererwten in. Ik wil er salade bij. Ik snotter en moet mijzelf verzorgen. We toppen af met één hele tiramisu die we delen. We eten zittend op de grasrand met de voeten op het strand. De zon zakt in de zee. Een heerlijke lente-rustdag ten einde.
Morgen liften naar Glencoe.






Geef een reactie