Een Munro-monstertocht, 4 fuckers in the bag met de sneeuw tot de knie

25 april. Dag 29. 25,88k, 1.350hm

Beinn Liath Mhor Fannaich, 954m, big grey hill of fannaich

Sgurr Mor, 110?, big peak

Meall Gorm, 949m, blue rounded hill

An Coileachan, 923m, the little cock

Vannacht is het blijkbaar koud geweest. Ik heb een geweldige slaapmat en slaapzak van Rab en merk daar niks van. De sneeuwgrens is significant naar beneden gekomen, alle toppen zijn wit.

Ik ben vroeg van de partij voor mij om 8.18 uur. Meteen zet ik de brander aan en start mijn dag met een chili concarne. Meteen daarna rugzak pakken en tanden poetsen. Ik heb geen idee of vandaag gaat lukken. Ik heb een ronde met vier Munro’s op de planning. Dat is een monstertocht van 26 kilometer met een lift heen en terug. Dan moet alles meezitten. Beter maar tempo erop.

Om 9 uur sta ik aan het einde van het dorp te liften bij het benzinestation. De eerste auto’s stoppen niet. Dan een wuif vanaf het benzinestation als in ‘kom maar knullie’. Ik steek de duim open ren erheen.

Guy en Rosie. Zij is de camperbus aan het opruimen terwijl hij tankt. Ze zijn met pensioen en leven het goede leven. Ze hebben net 12 dagen Schotland rondgereisd en gaan ook vaak op pad met de zeekayak. Maar niet in de zomer, dan is het veel te druk. Ze reizen via Inverness terug naar het Lake District. Over twee weken gaan ze drie weken naar Frankrijk met de camper. Ze snappen het.

We hebben heerlijke gesprekken en ze zetten me af bij de brug waar ik eerder Am Faochachaigh beklom. Nu moet ik aan de andere kant van de weg de moerassen in.

Ik passeer het weerstation en volg de oever van de rivier tot het einde van de plantage met dennenbomen. Daar kruis ik een andere rivier die ik oversteek en tijdelijk omhoog moet volgen.

Het weer is volgens de app – Met Office – stabiel, maar het ziet er dreigend uit. Overal zwartgrijze wolken en slierten die wijzen op buien. Ik vind het spannend. Vandaag loop ik voor het eerst een tocht met vier Munro’s die serieus navigatie vereist. Deze tocht vraagt alles van me. Het weer verandert om de minuut. Ik moet weten waar ik ben, waar ik was, waar ik heenga. Er is vrijwel nergens een pad dus het is voortploeteren door heidevelden en steenhelligen waarbij de vraag rijst of je op een schema ligt. Het sneeuwt de hele dagen de sneeuw op de grond maakt het terrein verraderlijk. Je ziet geen gaten en kuilen en zit zo tussen stenen klem.

Mijn Hoka’s zijn geweldig maar hier aan de onderkant van het spectrum. Ik neem voortdurend kompasbearings en raadpleeg de kaart voor het geval het ineens dichttrekt en ik in de wolken loop. Voortdurend houd ik wolken en omgeving in de gaten.

Ik moet rechts een helling op via heidevelden. Er is nul pad en twee uur lang ploeg ik me door kniediepe heide naar een voortop. In goed Nederlands is dit gewoon kut. Toch maak ik redelijk voortgang en via een voortop werk ik me omhoog naar mijn eerste Munro. Hoe hoger ik kom, hoe nederiger ik me voel. Vandaag is een winterbeklimning en he… ik ben een amateurtje in het veld van de amateurs.

De eerste top is een onbetekenende. Een rotsveld met twee cairns erin. Ik trappel er overheen. Gezien het wisselende weer vandaag doe ik de dag top voor top. Het lijkt goed te blijven dus maar door voor Munro 2, de trofee van vandaag, Sgurr Mor ofwel big peak die van verre te herkennen is omdat hij eruitziet als een heksenmuts.

Ik moet eerst naar beneden naar het zadel door een zeer steil rotsveld. Niet voor niets meldt de gids dat je hier snel in de problemen kan raken bij slecht weer. Beneden ligt een pad dat je in een whiteout moeilijk vindt. Ik zie de contouren en op mijn Hoka’s en billen werk ik me tergend langzaam omlaag. De sneeuw maakt het verraderlijk.

Het pad is uitstekend en voor ik het weet werk ik me omhoog naar de hoofdtop van vandaag. De sneeuw wordt steeds dieper. De wind heeft de sneeuw opgestuwd en soms sta ik er heupdiep in. Het pad verdwijnt na verloop van tijd totaal. Ik werk me loodrecht omhoog worstelend met sneeuw en wind. Ik vermijd te ver naar rechts te gaan in de buurt van de overhangende corniche.

De top is het hoogtepunt van de dag. Volgens het boekje lijkt hij op de muts van een heks en ik moet beamen dat dat het geval is. Het is een indrukwekkend, hoog oprijzend apparaat. Ik beklim deze nog en dan ga ik afhankelijk van het weer terug via mijn voetstappen.

Toch blijft datzelfde weer wel redelijk stabiel; regen, hagel, sneeuw, zon, arctisch, tropisch,… dus ik ga door voor top drie. Die ligt op een lange ridge die naar top vier leidt. Nu is er geen weg meer terug. Ik heb de hoogtemeters in de bag dus in de afdalingen geef ik gas. Dit deel gaat redelijk snel. Een lange kam met sub- en hoofdtoppen. 

Het weer verandert met de minuut. Ik zie gitzwarte luchten, klaarblauwe hemels, kristalwitte sneeuwtoppen, loodgrijze meren. Alles komt voorbij. Kleine sneeuwtornado’s kruisen mijn pad. Ik ben de hele dag met kleren in de weer; aan, uit, heel snel heel veel meer aan, alles uit. Er is werkelijk geen pijl op te trekken.

Inmiddels is er een bepaalde rust over me gekomen. Drie toppen in de bag en ik heb het terrein zo goed in mijn kop dat ik hoe dan ook wel weer ergens uitkom als de wolken me verblinden.

Toch is vandaag slopend. Er is vrijwel geen meter waarvoor ik niet hoef te vechten. Heidevelden, steenhellingen, sneeuwrichels, wind,… deze dag blijft maar doorgaan. Schotland werpt werkelijk alles voor mijn voeten en ik moet alles uit de kast halen.

Na mijn laatste top wordt dat bevestigd. ‘Mik op het meertje, Loch Gorm’, zegt de gids. In Frankrijk hadden ze 80.000 kilo stenen neergeflikkerd en het een Grande Randonnee genoemd. Hier manen ze je een kompasstandje naar een meer te trekken. Luie donders.

Daarna volgt een waarschuwing: ‘From here on the terrain gets really rough’. Schotten liegen niet dus ik bevind me in een heideveld dat ik zes kilometer lang mag doorploegen om iets van civilisatie in beeld te krijgen.

Vandaag is echt een spannende monsterdag. Wel heel vaak vraag ik me af wat ik hier in hemelsnaam aan het doen ben. Ik heb de meest waanzinnige vergezichten, ontmoet de heerlijkste mensen en tegelijk doet alles me pijn. Geen stap is horizontaal, enkels klippen en klappen, iedere stap zuigt de natte bodem aan je existentie. Vandaag is de eerste dag dat ik enkele malen mijn vastgezogen schoen moet opgraven om door te kunnen. Ik wankel als een dronken kreupele door moerassen en poelen.

Waarom doe ik dit? Het hele land is tegen mij. Ik heb al geen voorste kruisbanden meer op links en dan nog probeert Schotland dat stuk te krijgen.

Strompelend werk ik me door kilometers oneffenheid. Ik wil niet meer. En toch kan ik enkel door. Er is hier niks. Er is echt maar één oplossing en dat is doorgaan. En zo zie je hier, voornamelijk mannen, die met een gepijnigd blik en twee poles zich door het landschap werken. Wat is dat? Moeten wij onze viriliteit aantonen? Bewijzen dat we nog mannen zijn? Het zijn met name mannen die hier Munro’s baggen. Vandaag alleen ik.

Na zeven uur land ik op de weg. Als je me vraagt, stop ik nu met deze missie…

Edoch, ik lift en July en dangerous Dave nemen me mee. Ze hebben alles beklommen in de UK en hebben vandaag de onuitspreekbare berg Am Faochochaigh gedaan. Ik word achterin het busje gepropt tussen hun klimspullen en al snel is duidelijk dat we het heel goed kunnen vinden. Nog voor we in Ullapool zijn, is beklonken dat we in  het Argyll Hotel een biertje gaan drinken.

Tijdens dat biertje wordt al snel duidelijk dat we morgen krachten bundelen. We gaan weer vier Munro’s aanvallen. Deze zijn nog wat zwaarder dan de vier van vandaag want één heeft een noordwand met veel sneeuw. Een pickel en crampons zijn vereist. Ik mag ze lenen. We starten om 7 uur bij de bus van Dave. Auw…

Iemand koffie?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: