22 april. Dag 25. 18,41k, 1.172hm
Matt en ik willen de dag beginnen met een bak koffie in The Bothy, het koffietentje voor de camping. Het is er echter moordend druk dus we slaan over. We lopen naar het einde van het dorp om daar te liften naar de parkeerplaats waar onze klim naar twee Munro’s start.
Het is fris en de pluizige wolken verraden ijsdeeltjes en dus hagel in de lucht. De wolken in de baai kleuren de lucht donkergrijs tot zwart en schuimkoppen staan op de golven. We zien het wat donker in maar alle weerberichten wijzen op zon en wolkenloze toppen dus we zetten door.
Het liften duurt even maar dan hebben we beet. Een bijzonder sympathieke kerel – weer in witte bestelbus – neemt ons mee. Hij rijdt rustig en heeft geen enkele haast dus ondanks het feit dat hij naar Inverness moet, slaat hij bij de Braemar-kruising af en rijdt tien kilometer voor ons om en zet ons af aan de voet van onze klim.
Matt is euforisch. Het wordt niet zijn eerste, maar meteen de eerste twee Munro’s. We vallen de Sgurr Breac (999m) en de A’ Chailleach (997m) aan. De eerste is de speckled top en de tweede de old woman. Beide toppen zijn onderdeel van de zogeheten Fannichs range.
Via een plantage met sprookjesachtig pad door het dennenbos steken we de rivier over naar de arena waar we vandaag ons dingen mogen doen.
Op een steen zit een bijzonder vriendelijke dame die haar klimgroep uit Glasgow heeft verlaten en is teruggegaan. Ze gaat in het dal wandelen en genieten van de zon. Wij lopen daar meteen verkeerd. Op de een of andere manier interpreteren we beide het routekaartje verkeerd. We denken aan te klimmen via een vallei maar het is via een heuvelrug. We moeten dus direct 400 meter steil klimmen via zeer open terrein. Je kunt het maar gehad hebben.
Eenmaal boven belanden we op een lange heuvelrug die ons geleidelijk naar een zadel voert. Het is een heerlijke lange bolle rug met droog gras die ons, temidden van waanzinnige vergezichten op alle toppen die ik al beklom, ontspannen omhoog voert. De lucht is helder – more pristine aldus Matt – dan afgelopen dagen en door de voirbijsuizende wolken komt het geheel nog dramatischer over.
We halen de groep uit Glasgow in en trekken meteen vanuit het zadel door naar onze eerste top. Matt wordt steeds uitzinniger en rent bijna als een kwispelende puppy voor me uit terwijl ik hem film. Hij is zichtbaar euforisch en appt meteen zijn vrienden. Ik draag de berg op aan Coby, de buurvrouw van mijn vader van in de negentig die me trouw volgt.
Deze dag is de tegenpool van gisteren. Het terrein is heerlijk, de berg afwisselend en het weer spectaculair. Wolken suizen voorbij alsof we in het vliegtuig zitten. De hele dag jasje-aan-jasje-uit. We dalen de top af, klimmen een stuk naar een tussentop, dalen weer af naar het zadel en klimmen weer naar Munro twee. Prachtige vergezichten op de Cape Wrath Trail die Matt liep en Slioch waar ik dagen onder kampeerde. Ik draag de top op aan Elly die me volgt en heerlijk warme mutsen voor me breit. Dank, lieve Elly, het houdt de kale kop warm.
De afdaling gaat eenvoudig via verende moshellingen en uiteindelijk een pad met keien langs het meer dat ons naar de plantage terugvoert.
Een stel met twee honden op ons pad. Matt maant me lief te lachen en te knuffelen met de honden. ‘Zeg dat je graag in hun auto knuffelt met hun honden, helemaal tot aan Ullapool!’ ‘We have to tell ‘m to keep the dogs clean though, no more swimming!’ We hebben de slappe lach na deze lange dag en hebben alles over voor een snelle lift naar Ullapool.
Aan de weg stopt vrij snel een lichtblauwe rallywagen met rollbars. De chauffeur stopt en met leren handschoentjes gebaart hij dat hij één plek heeft. Ik duw Matt naarbinnen want ik lift makkelijker. De uitlaat knalt en met een noodgang stuift Matt weg. Ik hoor later dat snelheden boven de 100 mijl per uur zijn gehaald. Het duurt niet lang voor Matt op het terras zit.
Ik lift verder en de oude dame van vanochtend vraagt of ze aan mag sluiten. Haar groep laat nog een uur op zich wachten. Ik vind het prima. Ze staat echter alleen maar tegen me aan te kletsen met de rug naar de auto’s en staat voor mijn neus terwijl ik de duim opsteek. Vervolgens is ze wel verontwaardigd dat niemand stopt. Ze druipt af.
De eerste auto stopt. Een Belgische dame neemt me mee tot de kruising waar de hoofdweg naar Ullapool gaat. Leuk om voor het eerst Nederlands te praten na Kevin sinds mijn vertrek.
Op de kruising stopt na een kwartier een sympathieke kerel in een zwarte auto. Hij is gezet maar heeft een flinke heuvel beklommen. Hij is enthousiast over mijn plannen en vertelt over Kevin Woods, een vriend van hem die alle Munro’s in één winter heeft gedaan. Hij zet me af voor het terras. Matt en ik proosten op een weergaloze dag.
We raken in gesprek met een Duits stel. Ze zijn wereldzeilers en vertellen over hun hachelijke avonturen en lange zeiltochten. Een parallelle wereld die zich opent. Leuk om even Duits te praten. Ook Matt spreekt een paar woorden want werkte met paarden in Duitsland en Zwitserland.
We eindigen ons gezamenlijk avontuur bij de Indiër voor de camping. Ik neem een Vindalo curry en Matt een milde curry. De Indiase ober waarschuwt me en zegt dat hij hem zelf niet kan eten want te pittig. Ik werk een megalomaan bord weg en merk op dat hij nog scherper had gemogen daar waar Matt tegenover me zit met de hik en een zwetende kop.
We nemen afscheid. Matt laadt vannacht mijn powerbank op en zal hem in mijn tent schuiven. Hij neemt waarschijnlijk de ferry naar Lewis en daalt via de eilanden af naar Fort William. Einde van een weergaloze dag in de Highlands. Dit keer gelukkig geen getuige van seksuele escapades van buren. Morgen rustdag.










Geef een reactie