Klimmen met kleuters, een wheely op Seana Bhraigh

17 april. Dag 21. Munro 13.

Halleluja wat is een fris tweepersoonsbed een traktatie na dagen wildkamperen in de regen. Zelfs twee uur na opstaan, willen de ogen nog niet open.

Paul is al in de weer met geurende toast, geurende koffie, en ingrediënten die hij in de slowcooker gooit voor vanavond na het klimmen. Mijn ochtend is een geurexercitie.

Peter is goedgehumeurd als altijd en meteen zit de lol er goed in. Wat een heerlijke kerels zijn dit aan wie ik me mag laven. Twee bakken koffie en twee toast met aardbeienjam en citroenjam maken dit een heerlijke ochtend.

We gaan vandaag met de mountainbikes op pad om een van de meest afgelegen Munro’s aan te vallen, Seana Bhraigh van 927 meter, wat staat voor the old height. Deze Munro wedijvert met twee anderen, A’ Mhaigdhean en Lurg Mhor, voor de meest afgelegen Munro. De mannen hebben bedacht dat ze me met mountainbikes kunnen helpen omdat ik anders – achteraf – een run van 58 kilometer had moeten doen.

Voor kerels wordt er aardig getut met thee en spulletjes bij elkaar pakken. Na afloop zou Paul zeggen dat het een iets omvangrijker dag werd dan hij voor ogen had…

Rond 10 uur vetrekken we. Paul op een expeditiefiets, Peter op de oude MTB, ik op de nieuwe. Links rijden op de fiets gaat me goed af voor een eerste keer. Ik leef nog.

Van Olkny Bridge rijden we westwaarts tot een oude stenen brug over de rivier. Daar steken we naar het zuiden, een desolaat berggebied in, de Ross-shire. De paden stijgen, maar niet stijl. Het is fantastisch weer met een felle zon.

Peter blijft wat achter. Hij is 60. Paul 54. Ik 48. Drie kerels door het lot bij elkaar gebracht en samen op pad. De hele dag lig ik krom van het lachen, mat name door Peter met zijn Ierse humor. Het is alsof ik met twee kleuters, twee kwajongens, op pad ben. Ze kennen elkaar 30 jaar en hebben op exotische plekken samen geklommen. De klimvereniging bindt hen. Ik laaf meaan hun verhalen. Iedere boom, brug, hut, berg, rivier, veldje, wolk heeft een verhaal. Ik kan het helaas niet allemaal onthouden voor mijn blog. Peter is een wandelende encyclopedie en heeft alles gelezen dat los en vast zit. De hele dag geeft hij me boekentips en citeert moeiteloos paragrafen. Deze kerels mogen – zonder aarzeling – nog 269x meeklimmen.

We rijden een dirttrack die ons steeds dieper het berggebied invoert. Het pad wordt steeds slechter met dikkere keien en rivieroversteken. Urenlang fietsen we om de 23 kilometer naar onze berg te overbruggen.

Een rivier redden we niet trappend en als we omvallen zijn we tot de knie nat. Het is een totale non issue. Alle drie plonzen we door de rivier, dit is een integraal onderdeel van het avontuur. Bizar is dat onze berg maar niet dichter lijkt te komen. Uur na uur fietsen we naar een erg die zich eerder lijkt te verwijderen. Ik voel me alsof ik deelneem aan een fietsexpeditie in Pakistan. De moeite die je moet doen om het basiskamp te bereiken…

Na 23 kilometer planten we de fietsen en beginnen onze klim bij een meer een de voet van de berg. De kam die we opgaan ziet er in mijn ogen indrukwekkend uit. De mannen doen het tegenovergestelde vermoeden. Ik wandel in hun voetstappen, met poles.

De heren gebruiken geen poles. Paul: ‘I reckon it saves you 20% in the legs, but it costst you 30% in the arms. You are 10% worse of…’ Snel berg ik mijn poles op.

De aanloop is meteen steil. Leuk is dat we ieder ons ding doen. Paul ziet lijnen in het landschap en loopt efficiënt met handen op de rug omhoog. Peter is een tank, een oude bok met pijntjes. Je hoort hem daar niet over, maar krimpende spieren met immense bloeduitstortingen op zijn bovenbenen en hielspoor. Hij trekt een kompasstandje recht omhoog. Als je hem even kwijt bent, weet je dat hij op zijn lijn zit en even later boven je opduikt. Hij gaat niet hard, maar wel door. Hij heeft wat de Britten grit noemen.

Ik ben de Nederlandse rennende schijtlijsteravonturier die de makkelijkste wegg zoekt, ergens tussen Paul en Peter in. Ik ben bang dat ze me testen vandaag voor de nog zwaardere klimmen morgen. Dat blijkt niet het geval.

Deze eerste klim is een bijzonder technische rotswandklim. Ik bestempel Paul tor CEN, chief executive navigation, en volg hem. De klim is technisch maar nooit heel edposed. Exposed is dat je het gevoel hebt dat als je je voet verkeerd zet, je in oneindige diepte te pletter stort terwijl je uit elkaar gezeten wordt door de rotsen die je onderweg aantikt. Dat is er niet, dus het valt mee.

De kunst is steeds één punt te verplaatsen, één hand of één voet, en de rest stabiel te houden. Het valt onder het regime van mijn vader die me leerde mijn hersenen te gebruiken. Als je vasthoudt, kun je niet vallen. Prachtige tegelwijsheid.

Ik klungel mijzelf naar boven. Paul is een sterke loper die zich snel van je verwijdert zonder daar zichtbaar iets voor te doen. Tegelijk merk ik dat ik – ondanks zijn filosofie over poles – best snel en handig ben met die poles. Ik kan goed mee met deze mannen.

De klim vinden zelfs zij beide waanzinnig, ‘An extraordinary piece of mountain’. Het is simpelweg een waanzinnige dag in de zon in ruig Schotland. Kun je je voorstellen dat je in alle richtingen 70 kilometer kijkt en geen auto, gebouw, weg of ander teken van civilisatie ziet? Echt, het is benauwend ruig hier. Komiek Billy McConnely benoemt het mooi: ‘Scotland is miles and miles and miles of nothing. And there is simply no bugger there”.
Wij beamen: dat klopt.

Wat ik vandaag leer van mijn hemelse maten is volgende. Ik ben in de bergen om een top af te tikken. Nu hebben zij al die toppen afgetikt en doen wellicht hun 350e Munro. Ze leren me echter dat ik er ben voor de berg en zij zijn simpelweg een dag in de bergen. Zij zijn hier om lol te maken. Ze zoeken klimrotsen die net binnen hun comfortzone liggen. Ze nemen tijd voor lunch. Ze onderzoeken bomen, gaten in de grond, watervallen en vogels. Ze verkennen, exploreren, hebben lol en dompelen zich onder, daar waar ik veel te veel op weg ben. Wat een fijne metgezellen en wat leren ze me veel.

Na de techbische graat is de wandeling over gras naar de echte Munro kinderspel. Imposant maar weinig uitdagend. In de afdaling heb ik lol als Peter vertelt dat hij met een vriend een orientatierace deed en het daarin onder andere opnam tegen mijn idool sir Ranulph Fiennes en zijn buddy Mike Stroud. Ze presteerden die dag heel goed en Fiennes en consorten moesten punten inleveren. Nu dalen we ieder voor zich af en kies ik de goede lijn en ben vele malen sneller beneden via ideaal terrein. Ik meen iets van respect in de ogen van mijn matties te ontwaren, maar ben er nog niet zeker van.

We peddelen onze 24 kilometer terug en drinken een biertje bij the Oykel Bridge Hotel. Er gaat een wereld voor me open. Blijkbaar leent de Oykel River zich voor zalmvissen. Opeens zijn we omringd door de meest aristocratische, elitaire zalmvissende oude mannen die vanuit Engeland hier hun ding komen doen. Ze zijn supervriendelijk en attent, maar het is een andere wereld waarin heel veel geld omgaat. Grote Rangerovers staan geparkeerd met op motorkap en dak magneten met daarin de hengels waarmee ze vliegvissen. Ik wist dat het een ding was maar dit is echt een cult. Oude gedistingeerde mannen komen ons vriendelijk gedag zeggen maar hebben een slechte dag gehad omdat het niet regende en de rivier dus te laag stond. Ze dragen kaplaarzen, heupbroeken, bodywarers met 109 zakken… De man aan onze tafel vist hier al 53 jaar.

Na twee Guiness fietsen we als Melaatse mankelingen de laatste vier kilometer.

Paul heeft een godenmaaltijd bereid van lam met saus, groenten uut de overn en gebakken aardappels in gravy. Na een korte hete douche op opgewarmd regenwater zitten we met rozige wangen aan de dis en spoelen het heerlijke maal weg met rode wijn.

Morgen mag ik weer met deze fijne kleuters op pad. Munroheaven….

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: