Bergbeklimmen via een sloot in een whiteout

13 april. Dag 17. Fion Beinn, Munro #12

Ken je dat? Dat je heerlijk in je Rab-slaapzak ligt te doezelen maar overal water hoort druppen en dan gruwelijk moet plassen en dat je dan uitstelt tot je bijna je hele slaapzak… Afijn, mijn dag begint op slippers in mijn slip rennend naar het toiletgebouwtje. En als je dan toch wakker bent!

Ik trek warme kleren aan want het is vrieskoud. Ik installeer de brander voor een flinke emmer koffie. Ik doe een blinde greep in mijn rugzak en in mijn hand hangt een heerlijke Kebab stew van Real Turmat die ik via mijn partner Xfood.nl heb ontvangen. Derek-Jan zorgt voor de nodige afwisseling met zijn vijfsterrenkeuken voor de buitensporter. In het normale leven begin je de dag niet met Kebab, maar wat is normaal als je begin april in Schotland kampeert met regen en sneeuw. Ik schuif die Kebab naarbinnen als ware het een Michelin-maaltijd.

Een blik op de lucht leert dat vandaag gisteren niet is. Het is buiig en dat is beter dan één bui. Die 24 uur duurt. We gaan vandaag dus maar eens een berg aanvallen. Ik zoek een relatief makkelijke uit in de Fion Beinn waar ik eergisteren langsreed en die een relatief rechtstreekse klim liet zien met weinig rotspartijen of verdwaalmogelijkheden. Eerst maar eens kijken hoe het boven is met alle sneeuwval van de afgelopen dagen.

Ik loop naar de weg, steek de duim op en Dan stopt. We schudden ferme handen, Dan and Jan. Dan is advocaat en moet vandaag zijn auto omruilen. Hij komt oorspronkelijk uit Engeland maar kan vanuit huis werken. Het is only paperwork, zoals hij zegt en hij vindt dat ik het beter doe. Hij zet me af in Achnasheen, precies aan de voet van mijn klim. Net als mijn eerdere Ierse liftgever vertelt Dan dat hij over de waterkering rijdt. Er is een heuvelrug en aan de ene kant stroomt alles naar de Noordzee en de andere zijde naar de Atlantische Oceaan.

In het dorp signaleer ik de klassieke rode telefooncel waar mijn klim begint. Ik volg een boerenweggetje maar al snel sta ik met de poten in de blub voor wat by far de natste beklimming uit mijn leven wordt. Iedere stap verdwijnt de voet tot over de enkel in mos, blub, ijswater en later sneeuw. De metafoor voor de dag: Hoe beklim ik een berg in een sloot? Zo dus.

Na 10 meter is er onder de knie geen vezel meet droog en alle regen van de laatste 48 uur heeft mijn pad gevonden. Ik tref een moeder die met haar zoon de top heeft gedaan. We groeten en ik zeg dat ik bewust een makkelijke heb gekozen. Ze kijkt spottend naar mijn schoeisel en vraagt of ik een foto van de top wil zien? Tuurlijk. Ik zie een stenen pilaar gehuld in kniediepe sneeuw. Lol. Ze wenst me succes en strompelt met zoonlief verder door de blub.

De aanloopklim is een smal volgestroomd geitenpad langs een diep couloir waarin een rivier stroomt. Note to self: niet uitglijden en erin donderen.

Na deze aanloopklim vlakt het landschap wat uit en kom ik op een plateau van moeras. Links een bult maar ik moet noordoost aanhouden naar de grote besneeuwde homp voor me die in de wolken verdwijnt.

Van een pad is niets meer te bekennen. Ik sop door een oneindig Marslandschap met diepe geulen, bogs, plassen, moerassen en holen waarin je been verdwijnt. Dit is het landschap waarin met elke pas de moed in je natte schoenen verdwijnt. Het is landschap dat het lijntje laat breken. Er is maar één remedie en dat is verstand op nul en de ene poot voor de andere op weg naar de top.

Ik herinner me een tocht met vrienden Peter en Carlo nabij Aviemore. We hadden er vier Munro’s opzitten en de uitloop was een tocht van drie kilometer over natte pollen, om gek van te worden. Carlo had een beknelde zenuw in zijn voet en heeft zich vloekend door het terrein heen gewerkt. We werden een beetje bang van deze reus met schoenmaat 49. Het illustreert het Schotse Right to Roam. Je mag overal lopen maar verwacht geen goed onderhouden wandelpaden. De eerste markering moet ik nog tegenkomen…

Nadat ik het plateau ben overgestoken, begint het weer te stijgen. Met elke stap volgt meer sneeuw en dus minder kans op het vinden van iets dat op een pad lijkt. Mijn voeten worden steeds kouder maar door te werken met mijn tenen weet ik er gevoel in te houden.

Het is verstand op nul en me omhoog werken naar de ridge op zoek naar de top. Inmiddels loop ik enkeldiep in natte sneeuw en begint het plonzen wat af te nemen. Ik hang tegen de wolken aan en zie slierten met wolk langsdrijven op de wind.

Ik stuit op voetstappen van twee mensen die mijn pad kruisen. Volgens mij moet ik meer oost aanhouden om op de kam te komen en dan west de kam volgen naar de top. Toch besluit ik deze sporen naar het westen te volgen. De sporen gaan heen en terug en dat doet mij vermoeden dat ze de top hebben gevonden.

De wolken hebben me inmiddels al mijn zicht ontnomen en ik loop in een witte wereld. Als je een 8000er beklimt plant je vlaggen om je weg terug te vinden. Nu zijn de voetsporen mijn lijntje terug naar de veilige beschaving. Het is best spannend om solo in deze weidse, desolate gebieden in een whiteout te lopen. Het doet me denken aan mijn poolexpedities in Groenland en IJsland. Een echte whiteout kan heel beklemmend, bijna claustrofobisch, zijn. Je hele wereld wordt grijs en je hebt geen enkele horizon meer. Het is lipen in een glas melk. En dan is het zoals nu nog niet eens echt slecht weer met storm. De wind neemt wel toe naarmate ik hoger kom.

Ik ploeg me met mijn poles stug voort en klim 200 meter in de voetsporen van mijn voorgangers. Ze zijn mijn enige lijntje in en naar deze witte wereld, verder is er geen enkele houvast behalve kompas en Google Maps maar daar heb je hier niks aan.

Na verloop van tijd vlakt de klim uit en kom ik op een topplateau. Ik laat een van mijn poles achter wijzend in de richting waar ik vandaan kom en ik check mijn kompas.

Ik zoek de glooiingen die me omhoog voeren tot ik op 50 meter de contouren van de stenen pilaar ontwaar. Fion Beinn you are mine! De pilaar laat sneeuw- en ijssculpturen zien die duiden op harde winden. Diezelfde winden helpen me navigeren. De hele weg had ik de wind rechtsachter in de rug dus moet ik hem nu linksvoor in de snuit hebben.

Moeder deed beneden spottend maar deze knaap heeft op zijn Hoka’s toch maar mooi de klim in 1 uur en 38 minuten er doorheen gerammeld ondanks de weeromstandigheden. Voor het totaal staat 4 tot 6 uur en ik ben toch maar mooi na 2.45 uur weer beneden bij de weg ondanks een uitstapje naar extra topjes.

De terugweg is een combinatie van rennen en glijden. Ik vlieg over de sneeuwhellingen naar beneden. Minutenwerk. Voor ik het weet, ben ik onder de wolken en heb wat zicht. Ik besluit de topgaat te volgen en zo lang mogelijk hoog te blijven. Zo pak ik enkele lagere toppen met cairns mee. Aan de andere kant van de graat zie ik beneden een boerenweg lopen en besluit hier af te dalen. Wat volgt is een heerlijke afdaling die een stuk droger ligt. Drie keer val ik hard achterover op mijn kont en vooral de laatste keer zo hard dat het koppie er misselijk van wordt. Note to self: zijwaarts dalen dan glijd je veel minder snel weg. Tweede note to self: monteer de rozetten op je poles, dan prik je ze niet zo diep in de blub.

Eenmaal op de boerenweg ben ik zo beneden. Rechts van me twee imposante roofvogels die een spel met elkaar spelen op thermiek. Ik sta erbij en kijk ernaar.

Beneden een stuk langs de weg naar het koffietentje met de toepasselijke naam Midge Bite. Het is er aangenaam warm en twee flinke koppen koffie smaken als balsem voor de verkleumde ziel.

Vandaag zou een makkelijke Munro worden. Toch heeft iedere berg hier zijn eigen verhaal. Dit werd de natste, zompigste klim die ik ooit maakte met een whiteout bij de top die ik alleen in Groenland op de ijskap ooit zo beklemmend ervoer.

Stiekem zijn deze solo-beklimmingen in the middle of nowehere spannend, magnifiek en uitdagend. Je morrelt aan de rand van je comfortzone en weet dat je totaal bent overgeleverd aan de elementen. Een weeronslag dient zich zeker in een whiteout aan in seconden. Dan is het de vraag of je de kuiste kleding hebt en je weg terug vindt.

Vandaag ben ik superblij met mijn partner Cortazu die me heeft voorzien van een briljant jack om in deze situaties warm en veilig te kunnen rondhobbelen. Dank Wouter en kornuiten!

Het vraagt om een pintje dat ik niet veel later geniet in het viersterren hotel Ledgowan Lodge. Ik schrijf mijn blog terwijl een kudde herenkoppen me vanaf de muur gadeslaat en ik in een chesterfield bij de haard zit. Munro baggen, een wereld van uitersten.

Zo hopen dat ik een lift vind naar mijn tentje. Anders is het nog een lange banjer!

Wordt vervolgd, 270x

Eén reactie op “Bergbeklimmen via een sloot in een whiteout”

  1. Love your descriptions in this blog. Love the way you write, it transports us there. Brings back some memories of trail race fog whiteout on La Maliciosa. Eery and challenging. Time would stop just there if you weren´t conscious of how much time you have left to get there and get down. Nothing compared to your experience though.
    A tip for coming back down on “scree”. My dad, climber, and Navy Survival instructor trained in Wales and Scotland. He said, to run down the mountain on scree, stand up, senses sharp go with the movement and don´t stop!

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: