Een maand geleden wilde ik gaan trainen voor de Megarace, 1.001k non stop rennen met een nog onbekend aantal hoogtemeters. Ik trok me terug in de Alpen maar iets klopte niet, corona. Ik keerde terug naar Nederland, herstelde kort en boekte een ticket naar Spanje. Inmiddels heb ik daar acht dagen trainen erop zitten.
Hoe train je voor een 1.001k? Ik wilde mijn spieren harden en dat is gelukt. Na een tijd nauwelijks rennen, wilde ik het lijf laten wennen aan meerdere dagen belasting achter elkaar. Liefst in de bergen en de nodige hoogtemeters tackelen. Ook de corona moest afgeschud. Is gelukt, ik merkte alleen vandaag dat ik nog niet zo lang onder water kan zwemmen.
Belangrijkste is voor mij visualiseren. Al een maand laat ik door mijn hoofd gaan hoe lang ik me moet inspannen, dag en nacht, de slaapdeprivatie, de pijn die zich gaat aandienen en de bergen waar je tegenaan moet terwijl alles in je lijf schreeuwt dat je niet meer wilt.
Een vriendin merkt op dat ze het niet met me eens is, dat ik niet moet harden maar dat ik lief voor mijzelf moet zijn. Maar het zijn in mijn ogen twee dingen, je moet je lijf harden en daarnaast goed verzorgen en mild zijn. Tegelijk moet je je kop hard maken anders breekt het lijntje.
Wat ik een ingewikkeldere vraag vind van een andere vriendin is waarom ik wegren en niet naar iets toe ren, naar een nieuwe start voor mijzelf. Ja ik ren weg, want ben even niet blij met alles. Nee, ik weet niet waar ik dan naartoe moet rennen, waar ik op moet focussen, ik zie dat even niet. Ik kan niks met de vraag, laat staan met het antwoord.
Resteert de vraag of je klaar bent voor je race. Ja, na vandaag kan ik zeggen dat ik klaar ben. Na dagen hard trainen, hervindt het lijf zich en kan ik op de macht vandaag hard een berg oprennen. Ik ben mooi op gewicht en de core stability is na duizenden crunches, sit ups, noppies en pushups prima in orde.
Belangrijkst is de mindset. Ik heb 13 dagen voor de afstand, dat is 74 per dag, al ben je liever sneller. Als je dat klein maakt in je hoofd, dan doe je niet de vierdaagse, maar een dertiendaagse, en dan geen 50k maar een Kennedymars. Het is vier keer de Marathon des Sables maar dan niet in zeven dagen maar dertien. En zo wordt vanaf de tekentafel alles haalbaar. Benieuwd alleen hoeveel hoogtemeters aangezien we door de bergen rennen… hmm.
Vandaag een heerlijke training. Laat vertrokken om de Pico del Lobo aan te vallen, een prachtige top in een skigebied genaamd Sierra de Syllon. Het is een uur rijden en we passeren de prachtige kammen van de Cabrera waar ik eens de Cabreratrail liep, een halve marathon in 5 uur en 27 minuten, hetgeen illustreert hoe technisch het terrein hier is. We besluiten hier morgen onze laatste dag rond te klimmen en nog even gas te geven.
Via uitgestrekte bossen belanden we onderaan onze berg bij het skistation. Het pad gaat meteen steil omhoog over prachtige bospaden. Ik houd het tempo erin want vanmiddag volgt onweer. Susannah heeft slechte benen en worstelt om me te volgen.
Het is een prachtige klim en we rammelen de kilometers er doorheen. Dat zit ook in de vliegen. Waarschijnlijk door veranderende luchtdruk vanwege het onweer zijn de vliegen gek geworden en zoemen on grote getalen om onze snufferd. Gek word je ervan en we willen zo snel mogelijk boven de boomgrens belanden. We dopen de top om tot Pico del Loco.
Eenmaal op de topgraat kan ik het niet laten omhoog te rennen. Meermaals geef ik even flink gas en test benen en lijf. Als een geoliede Ferrari knal ik de berg op. De laatste anderhalve kometer naar de top volbreng ik in één sprint en dat stemt me euforisch. Boven twee immense logge honden die me begroeten. Ik drapeer mijn doorweekte shirt over een steen en kijk tevreden toe hoe Susannah nog lang bezig is om ook hier te komen. Ik ben er klaar voor. Ik heb vertrouwen. Ik voel de macht die ik ook had bij eerdere expedities alleen ben ik nu mooier op gewicht.
We lunchen kort gezien het naderende onweer. Als we vertrekken volgen de twee lobbussen in ons spoor. Niet omdat we zo leuk zijn maar omdat we ze net een pak salami hebben gevoerd. Wat doen de dieren op de top? Loopt er ergens een herder rond? Zijn het spookhonden die hier rond de top huizen?
In de afdaling kan ik het niet laten weer meermaals gas te geven op puinhellingen. Een stelletje komt omhoog en zij kijkt wel heel afgeknepen. Als ik langssuis, wordt dat enkel erger. Ook Susannah gooit het gas open en brult jolig. Ze heeft een ziekte aan de rug en een pijnlijke zenuw in haar onderrug maar laat zich gewoon naar beneden donderen. Iets met een jong veulen en daar morgen de vruchten van smikkelen.
We zijn razendsnel weer beneden. We moeten langs een ketting. Susannah stapt erovermaar tilt uiteraard haar been niet gen oeg op en ligt het volgende moment, precies voor de enige vier andere wandelaars van de dag, op haar snufferd. Hilarisch.
Na aankomst bij de auto rijden we naar Somosierra, een bergpas, voor een biertje en tapas. De middag brengen we door aan het zwembad en ik bezoek de kapper. Getraind, gezwommen, geknipt en gerustgesteld. Deze jongen is klaar voor zijn race. Morgen nog een dag klimmen in de Cabrera en zaterdag een race in Drenthe. Even de beentjes op scherp zetten.
Wordt vervolgd…
























Geef een reactie