Wat me gisteren niet lukte omdat ik de route kwijtraakte, doe ik vandaag met vriendin Susannah. We gaan de grote traverse maken door het Parc National de la Sierra de Guaderrama.
Om 7 uur zitten we in de auto naar de Puerta Miraflores, de bergpas vernoemd naar het dorpje Miraflores. Susannah maakt zich zorgen dat we te laat zijn en dat de parking vol is. Ik wijs haar erop dat het maandag is en inderdaad zijn we de enige auto. Het zou het thema van de dag worden, over een kam van 20 kilometer komen we acht andere wandelaars tegen. Wij houden van rustig.
De aanloop is beschaafd als we onder de eerste top doorklimmen die we op de terugweg morgen wel meepakken. Meteen overal weer berggeiten die ons aangapen.
Mijn benen voelen als pudding. Vanaf de start loop ik als een zombie te zwalken. Gisteren was een aanslag met 41 kilometer rennen en 2.000 hoogtemeters in hitte. Ik heb een flinke wond op mijn rug van de dansende rugzak met water. Mijn benen zijn totaal verzuurd en ik ben totaal afgefakkeld door de allesverzengende zon hier. Kortom een heerlijk dagje trainen achter de rug, maar vandaag is en wordt een beproeving.
Susannah is een sterke loper maar al gauw wordt duidelijk dat hoogtemeters en hitte ook zijn weerslag op haar hebben. Het wordt een monsterdag en ondanks het geringe aantal kilometers vechten we ons vooruit over de kam. Top na top. Omhoog, omlaag, omhoog, omlaag en steeds maar weer over nieuwe toppen heen.
De vergezichten zijn spectaculair. Madrid ligt tientallen kilometers verderop maar we kunnen de gebouwen onderscheiden in smog. Aan de andere kant de hele range die uitmondt in de Penalara, de hoogste berg van het gebied, die we twee keer eerder samen beklommen.
Voortdurend worden we afgeleid door geiten, bokken en dikke gieren die majestueus zweven op thermiek. Ondanks pijn en afzien houden we oog voor natuurschoon. Dit is waarvoor we gemaakt zijn, waarom we hier zijn.
Met tong op knie constateren we dat er werkelijk geen enkele stap eenvoudig is in dit terrein. Susannah liep hier jaren terug de trail die de hele kam overstak en ik heb veel respect voor haar, het moet een gigantische uitdaging zijn geweest. Ze beaamt het, maar toch, als je aan de start van een race staat, voelt het anders.
Vandaag gaan we samen echt helemaal kapot. Toppen blijven maar komen op ons pad en ik worstel me er stap voor stap overheen. Ik moet denken aan de heerlijke blog van vriend Alexander die de 100 cols tocht op dit moment rijdt in Frankrijk. Zijn motto: een olifant eet je hapje voor hapje. Wij ronden deze gruwelijke kam stapje voor stapje.
Er blijven maar nieuwe hellingen opdoemen en er komt geen einde aan. De hitte fakkelt op ons neer en verschroeit alles op het pad. Mijn scalpel voelt als een braadpan op hoog vuur ondanks het dragen van een witte pet. Een pet die er inmiddels uitziet alsof hij door een rioolbuis is gehaald. Ook shirt, short en rugzak zijn vergeven van de zoutvlekken.
Samen strompelen we door, alsmaar door tot we in de verte het weerstation zien. We weten dat daar de kam eindigt en we naar beneden kunnen naar Navacerrade-skistation. We zijn verheugd bij de aanblik en beklimmen de laatste stevige helling… on te constateren dat het weerstation wel op dezelfde hoogte ligt, maar eerst moeten we weer een flinke afdaling doen en een klim. Beide lagen uit zicht en zuigen de laatste restjes energie uit ons.
Ik laat enige krachttermen en strompel voort. Susannah volgt en om de zoveel tijd zitten we even en drinken. We hebben visioenen van koud bier en dat houdt ons op de been. Door maar weer over een zeer steile strook asfalt die van het weerstation naar het dorpje voert. De vraag is of het restaurant open is. Na 100 jaar is de grond hier van eigenaar veranderd en daarmee ligt het skigebeuren plat. Geen idee of daarmee de lokale horeca ook plat ligt. Gelukkig niet, zo blijkt en we laten het koude bier naar binnen glijden.
Punt is dat we nu nog van het skigebied naar het dorp in het dal moeten voor onze hostel. Susannah heeft geen ervaring met liften dus dit is nieuw voor haar. De tiende auto stopt en een kerel zet ons 9,3 kilometer verder in het dal af op 650 meter van ons onderkomen. Hij biedt zelfs in ratelend Spaans aan ons voor het hostel af te zetten, maar dat vindt Susannah teveel… zucht. Jammer dat ik geen Spaans spreek, of in ieder geval te weinig.
Morgen zien hoe we terugkomen bij de auto aan de andere kant van de range. Vandaag was een zware dag en zoals Susannah opperde: hier is zelfs simpel, niet simpel.
Hoogten:
Puerto de Navacerrada (1.860 m.); 1ª Guarramilla (2.160 m.); Bola del Mundo (2.262 m.); Collado de Guarramillas(2.150 m.); Cerro de Valdemartín (2.278 m.); Collado de Valdemartín (2.150 m.); Cabeza de Hierro Menor (2.365 m.); Cabeza de Hierro Mayor (2.383 m.); Collado de las Zorras (2.175 m.); Asomate de Hoyos (2.230. m.); Loma de los Bailanderos (2.126 m.); La Najarra (2.106 m.); Puerto de La Morcuera (1.796 m.);




















Geef een reactie