Keihard trainen en kapot gaan in La Pedriza en de Sierra de Guaderrama, de mooiste trailrunarena van europa

Zaterdag een fijne lift van Sandra van Boltana naar Zaragoza. Een mazzeltje. Sandra een mooi mens en ik mag met haar meerijden, maar ondertussen heeft ze via BlaBlaCar drie passagiers die betalen voor de rit. Ze stelt voorzichtig voor dat ik een lifter ben en dat we elkaar niet kennen. Al voordat ze erover begint, heb ik het bedacht, ik voel me iets teveel. Lol hebben we erom en hebben de hele rit fijne gesprekken waarin we faken elkaar niet te kennen. Het gaat ons goed af, we zijn een team.

Ergens in Zaragoza als de eerste passagier uitstapt, pak ook ik mijn biezen. Ze rijdt nog 1,7 kilometer weg van het busstation waar ik een bus naar Madrid pak. Ongezien geven we elkaar een hug achter de auto. We nemen geen afscheid, we zien elkaar wel weer, een keer, ergens.

Ik mag twee kilometer door een zinderend heet Zaragoza voortbewegen naar het busstation. Gelukkig is er plek in de eerste bus die vertrekt en alles valt op z’n plek. De rit duurt 3,5 uur en de bus trekt door gortdroge gele landschappen.

In Madrid arriveer ik op Barajas airport. Ik blijk naar avenue America te moeten, of toch liever naar Plaza de Castilia… het kost me uren. Ik ben gesloopt. Maar ook dit is trainen, time on feet. Lange dagen maken de kop hard, daarom ben ik hier. De hardste versie van mijzelf creëeren voor 1.001 kilometer hardlopen. Geen idee hoe dat moet, maar hard zijn, is een goed ding.

Uiteindelijk heb ik na lang dwalen in een analoge wereld de bus naar Manzanares El Real, mijn vierde thuis in dit leven. Ik liep hier races, organiseerde een weekend voor hardlopers van de HAN, dwaalde hier urenlang door verlaten bergen. Nog begin dit jaar herstelde ik hier van mijn 5.000 kilometer hardlopen en mediteerde op een berg.

Ik mag het appartement van vriendin Susannah gebruiken die een weekend weg is. De sleutel zit in de paraplu voor haar deur. Alleen nog haar pand binnenkomen. De buurman zet de deur open.

Ik mag de dag eindigen met een filmpje op de bank zonder prikkels van anderen. Er zijn twee films van Rambo met Engelse taal.  Lol met vriend Marcel, we dopen de film met Rambo om tot een Ramcom. Ik koop een fles sangria en een fles jus en Susannah heeft een bak rijst met worstjes klaargezet. Ik ben in de hemel. Ze maakt zich zorgen om de schuwe kat, maar we kennen elkaar nog van de laatste keren. Ik kan goed met dieren. Ik ben dierlijk.

Om 6 uur gaat de wekker. Vandaag ga ik een bucketlistding afwerken, de langste rondtour door La Pedriza en het Parc National de la Sierra de Guaderrama. Het is een verschrikkelijk lange tocht, totaal verstoken van civilisatie, over een kam waarbij je wel 20 toppen aandoet. Het weer moet meezitten en je moet fit zijn. Dit is geen kinderspel.

Ik laat een bericht achter bij Susannah voor het geval het misgaat. Jaren terug rende ik hier bij haar en wist mijn knie- zonder-voorste-kruisbanden totaal te verdraaien. De laatste kilometers moest ik op tandvlees mijzelf met een stok naar haar huis werken. Dat wil ik niet op deze tocht, daarvoor is hij te lang, te grotesk.

Ik pak zes liter water voor deze tocht die ergens tussen 40 en 50 kilometer is. Ik kom er niet uit. In de ochtendschemer hobbel ik het dorp uit, de berg op, met de kaart in de hand. Gelukkig is de Grande Randonnee die ik wil volgen uitstekend gemarkeerd. Ik pak hem meteen op buiten het dorp en dat is een zorg minder.

Terwijl ik de voet van de berg aanval, komt de zon uit haar schulp. De bergen achter me kleuren fluorescerend oranje en de vergezichten zijn spectaculair. Dit is de arena van de goden, een beter gebied om te trailrunnen is er niet. Technischer kan het niet. Elke stap is een steen, bocht, plant, kuil, gruis of tak. Er is geen ontspannen, elke stap moet je op je qui vive zijn.

Een vriendin vraagt of Schotland niet mooier is. Zeker, maar hier is elke stap anders, je mag en kan nergens ontspannen, dit terrein vraagt je de beste versie van jezelf te zijn. In training naar een 1.001k-race is dat wat ik zoek. Teister me maar, vraag alles van me, laat me twijfelen aan mijn capaciteiten. Zo ja, dan kan het enkel meevallen.

Ik word niet teleurgesteld. Vandaag ga ik he-le-maal kapot. Ik heb te lichte raceschoenen aan die te weinig grip bieden, ik onderschat wederom het effect van hoogte (>2.000 meter), corona verlamt mijn benen en de hitte is moordend. Om kort te gaan: ik ga helemaal kapot. Maar ik ben content, ik weet waarom ik hier ben.

Ik ren eerst het massief in La Pedriza op dat allemaal draait om El Yelmo, een fantastische berg die je beklimt door door een spleet in de berg te klimmen die je naar de toppiramide brengt. Twee keer beklom ik hem, een spannend kreng. Nu ren ik helemaal om de berg heen op weg naar de centrale bergkam die het hele gebied domineert.

De beklimming in de ochtendzon is waanzinnig. Bij ieder bocht stuit ik op steenbokken die me nonchalant nastaren. Het is duidelijk dat ik in hun terrein opereer en slechts gast ben. Hun hoorns zijn imposant. Nog imposanter zijn de immense gieren die dreigend boven mijn hoofd cirkelen met spanwijdte van meer dan twee meter.

Na de berg moet ik afdalen naar een kom waar het pad weer omhoog gaat. Tot mij  spijt vind ik niet de weg omhoog, hoe hard ik ook zoek en prik. Ik laat het los en sla de vallei in, de GR10, ik verzin zelf wel een gave route. Dit gebied is zo ruig dat routemarkeringen soms te wensen overlaten.

Ik daal helemaal af, terug naar een kom met een bar. Koffie. Meteen daarna een alternatief plan, het beklimmen van La Malaciosa, de berg waar ik na de kam naar beneden zou komen. Het is in ieder geval een hoig secreet. Ik ren de eerste 700 hoogtemeters omhoog maar dan hapert de motor. Corona? Hitte? Teveel gevraagd? Hoogte? Naar later blijkt pak ik vandaag op 41 kilometer meer dan 2.000 hoogtemeters met te.peraturen boven de 35 graden en zes liter water op de rug.

Mijn hele lijf zegt nee. Lactaten laten benen haperen. Ik zwalk in hitte. Elke stap is een beproeving. Mijn urine is als dikke stroop. Zes liter water die ik op rug droeg verdampt als of het niks was. Ergens halverwege de toppiramide ga ik zitten. Het is klaar. Ik heb al zoveel gedaan en ik moet nog helemaal terug. Ik vraag me zelfs af of ik dat ga redden.

Ik denk aan mijn voedingscoach en eet een appel, repen en een shake van mijn sponsor www.xfood.nl. Het is totaal tegen mijn principes, maar deze klim maak ik niet af. Het is klaar. Ik ben afgeknepen, het lijf implodeert en ik zie zelfs op tegen de afdaling .

Ik ben een hele goede daler, maar iedere steen zit los en maakt dat ik kan wegglijden. Word ik oud? Vroeger vloog ik hier zonder terughoudendheid en nu ben ik bang. Ik zit en drink en vraag me af hoe ik beneden ga komen, veilig. Uiteindelijk lukt dat natuurlijk rennend prima.

Toch geeft het te denken. Ik ben een stijve hark en mijn grootste probleem tijdens lange races is precies dat, je benen niet genoeg optillen omdat ze zo stijf zijn dat grote afstappen problematisch worden. Ik leer mijzelf kennen hier. Misschien accepteren dat je 47 bent en geen 20 meer. Maar wel een 1.001k-race doen natuurlijk. Duh.

Gelukkig vind ik in de afdaling minder technische stukken waar ik mijn zelfvertrouwen hervind. Gas erop en keihard negeren. Ik land op een weg voor bouwverkeer. Oogverblindend geel zand doet me knipperen en het is allesverzengend heet. Hoe ver is het nog? Ik wil vocht. Een bron helpt me verder. Het water is niet veilig, maar dat zal me worst wezen. Er gaat een liter in. En weer door naar civilisatie. Dikke dertig op de teller als ik bij de bar van vanochtend twee Fanta en een groot biertje bestel.

Daarna zoek ik een rustige plek. Mediteren, of beter visualiseren. Hoe loop je een 1.001k race? Vandaag loop ik ongeveer 41 in verstikkende hitte. Dat zal vast niet het geval zijn, maar dan nog, na 40k moetje nog 960k. Hoe process je dat? Hoe ga je daar mee om? Visualiseren is een ding dat ik bij elke expeditie doe. Pas als ik duizend keer de finish heb gezien, ga ik hem daadwerkelijk halen. Als ik niet zo sterk visualiseer breekt het lijntje. Muziek helpt, ik visualiseer de nummers die ik draai als ik er doorheen zit. Noem het mediteren, ik noem het visualiseren. 

Einde dag ontmoet ik Susannah. Ze komt net van haar schoonouders met veel te veel fruit en groenten, ik moet me te pletter eten van haar. Ze is goed voor me.

Ons plan is om morgen de auto aan de oostkant van de bergkam te plaatsen in Miraflor.  We lopen het gele gebied door en tukken ergens in skigebied Navacerrada. De dag erna lopen we over de kam terug naar de auto. Er is een plan. Ik vind het allemaal goed want ik maak lange dagen en veel hoogtemeters.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: