Gezien snode loopplannen vandaag op pad voor en uitgebreide sportkeuring met ECG en inspanningstest bij SMA midden Nederland. De arts is het – net als ik – niet zo eens met het feit dat wedstrijdorganisaties vragen om dit soort keuringen. Allereerst is het een momentopname die maanden van te voren weinig zegt over je presteren onder extreme omstandigheden als de race daar is. Het is een beetje het afkopen van risico’s, daar waar in Frankrijk en Italië wedstrijdorganisaties vanuit overheidswege verplicht zijn het te vragen. Daar is het bij wet geregeld. Feit is dat ik een bewijs moet hebben dat ik waarschijnlijk niet dood ga neervallen, al ga ik wel serieus mijn best doen om tot het gaatje te gaan.
Aldus beland ik in het kamertje van een bijzonder sympathiek en sportief manspersoon en binnen de kortste keren vliegen de namen van sporters over tafel en wisselen we wetenswaardigheden uit. De Marathon des Sables, rennen naar Santiago, poolexpedities en de Megarace die eraan komt. Eigenlijk zitten twee vrienden te bomen over sport en alleen het biertje mist nog.
Maar dan mag ik aan de bak. Eerst meet hij bloeddruk. Die is veel te hoog, 160 over 95, iets met liefdesverdriet en pijn in het hart. Daarmee kan hij het wel plaatsen en mag ik door naar de volgende ronde.
Het shirt mag uit en er gaan een stuk of acht elektroden op borst en rug. Ik mag plaatsnemen op de fiets die we goed afstellen zodat ik als een Mathieu van der Poel (met goede benen) tekeer kan gaan. Ik mag rustig gaan intrappen en het systeem gaan warmfietsen.
Een sportkeuring met maximaaltest. Aan de ene kant is het heerlijk om een keer helemaal tot het gaatje te gaan, aan de andere kant hoop je toch steeds maar weer dat er niets geks boven tafel komt. De laatste keer dat ik deze keuring deed, was toen ik meewerkte aan wetenschappelijk onderzoek naar oververhitting bij hardlopers. Ik trapte toen 450 watt weg. Ik was toen ruim tien kilo zwaarder dan nu. Wegen wijst uit dat ik 69 kilo schoon aan de haak ben.
In het verleden heb ik soms last gehad van een heel klein hartruisje. De kamer is dan zo groot dat de klep niet helemaal meer sluit en een beetje lekt. Dat is goed onderzocht en kon verder geen kwaad. Nu valt bij het infietsen op dat het hart zo nu en dan overslaat. Kan ook geen kwaad als dat in rust is, maar het is goed als het verdwijnt bij inspanning. Dat doet het. Ik heb altijd een relatief hoge hartslag gehad en moet het wel heel bont maken wil hij naar 50 of daaronder tenderen. Ook nu zit ik netjes op 60 in rust. Het hart laat inderdaad een grotere kamer zien, er zit een stevige pomp in zeg maar.
Tijdens het fietsen wordt de weerstand opgevoerd in blokken van 50 watt. Ik begin bij 70 watt waarna hij om de minuut opschakelt. In het begin stelt het niets voor en je kletst over koetjes, kalfjes en andere boerderijdiertjes. Langzaam maar zeker merk je echter dat het lijf begint te dampen, dat zweet begint te vormen, dat je begint te schokken en dat je adem zwaarder wordt. Er komt dat moment dat je wel wilt praten, maar dat niet meer kunt. Dan begin je echt te werken.
Je hart pompt, je longen doen hun werk, je gaat de verzuring in en lactaten beginnen zich op te stapelen in je beenspieren. Je kop klopt, je kijkt scheel van ellende en de arts zegt met zalvende stem dat je het zo goed doet. Dat er weer een blokje bovenop komt na acht seconden. Acht, dat lijkt niet veel, maar dat is zeker acht keer de levensduur van een secondevlieg, en dat is lang.
Langzaam krijg je vlekken voor je ogen en je begint steeds harder te schokken en briesen op je fietsje. De arts gaat steeds meer complimentjes geven waarmee duidelijk is dat je aan het sterven bent. Een zwaan weliswaar, maar toch. Het kost steeds meer moeite om de cadans boven de 70 te houden en als je te laag uitkomt, stagneert je fietsje. Het is zaak de omwentelingen soepel en hoog te houden.
Als ik boven de 400 watt zit, houdt het wel een beetje op. De kop wil nog wel, maar de zure beentjes ontploffen. Ik trap minder dan tijdens mijn laatste test waarin ik tien kilo zwaarder was, maar volgens de arts trap ik meer vermogen per kilo lichaamsgewicht. Dat is toch een strohalm waar je met je hele spichtige wezen aan gaat hangen.
Overall is meneer tevreden over me. Ik heb een serieus zware pomp in mijn karkas liggen. Maximale hartslag vandaag 188, maar met lopen krijg ik hem nog tot de 200. Alle overslagen verdwijnen bij inspanning. Ik herstel bijzonder snel. Volgens de monitor heb ik een heel flexibel hart met als gevolg dat het goed doorbloed is en niet om zuurstof schreeuwt. Het ziet er kortom goed uit. In zijn woorden ben ik gezond en gestoord. Ik heb een kloppend hart ondanks het feit dat het gebroken is.
Stiekem ben ik daar best een beetje blij mee na een half jaar rennen met bepakking. De APK is binnen; Ik mag rennen. Ik ren dus ik ben. Ik ren weg van alles.
Wordt vervolgd…
Geef een reactie