Gisteren een marathonnetje want zondag en dus geen herrie maken. Vandaag weer aan de klus. Drie mannen zitten als schoothondjes tam aan het ontbijt. Na zes dagen klussen, een marathon en weer klussen, moet geconstateerd worden dat accu’s leeg kunnen. Ik voel in ieder geval de bodem, alles in mij zegt me toch vooral niet op te staan en weg te lopen van de koffie.
Dat komt ook omdat ik naar de torture cave mag. In de kelder wil de elektricien een aantal extra gaten tegen het plafond hebben. Het betekent vanaf een laddertje met een loeizware Hilti gaten door de muren boren, zeg maar werken boven de macht tot de vierde macht.
Steeds als ik tien seconden geboord heb, gaan kloppende, pompende armen weer naar beneden om de boor op de ladder te laten rusten. Elke zeen in armen is van lactose verzadigd. Als er iets van gaten zitten, pak ik de handbeitel en hamer handmatig de resten eruit.
Eenmaal klaar nestel ik me met koffie en grom. Wat een butklus. Ik ga daarna maar eens fijn de restanten van een toilet er een beetje uitboren. Meters maken en zien dat je resultaat boekt. Leander is ondertussen twee kamers aan het sleuven frezen en voorzien van buisleiding en draden. Maarten boort grote gaten in de badkamervloer en voor leidingen.
Tijdens de lunch weet ik van ellende niet meer meer hoe ik moet zitten. Ik hang mijzelf in de weg. Ik ga even liggen en zodra ik mijn bed raak, raak ik buiten bewustzijn. Ik slaap twee uur non stop terwijl de mannen de halve keuken in de leefruimte slopen en gruwelijk herrie maken met drilboren. De vrouw des huizes, Maartje, is er inmiddels ook en maakt een foto van dit corps dat in coma ligt.
Als ik ontwaak weer vol er tegenaan. De kamer schoonmaken waar Leander klaar is. Het puin ruimen dat Maarten uit de gaten heeft gehaald. De container herschikken die volloopt. De laatste tegels uit het toilet boren. Overal beetje vegen en puin verwijderen. Volgende kamer leegmaken zodat Leander door kan.
Maarten en Maartje gaan hout sorteren en de bus volstouwen. Leander is ook klaar en sorteert voor op het warme bad.
Dan een verrassing. Ik vroeg voor dit project of Maarten een lijntje had naar een van mijn iconen Reinhold Messner. Had ie niet. Maar nu heeft hij kaartjes voor een lezing in Luzern. Een avondvullend programma waarin hij vertelt over zijn expedities naar de Nanga Parbat waar zijn broer het leven liet en hij bijna ook.
Messner heeft alle 8.000ers beklommen zonder zuurstof, soms zelfs in zijn eentje zonder dragers. Daarnaast heeft hij noord- en zuidpool bereikt, vier scholen in de Himalaya opgericht en zes musea in de Alpen. Een man met een enorme legacy die de boeken ingaat.
Zijn verhaal is wat droog, een historisch perspectief van de berg met maar weinig emoties. De man is inmiddels 77 en heeft dit verhaal vijftig jaar geleden voor het eerst verteld. Mooi vind ik een stukje waarin hij even filosofisch wordt over het terugkeren van een grote berg waarna iets is afgesloten en voor zijn gevoel het leven opnieuw begint. Alsof hij opnieuw mag beginnen met kleuren, een wedergeboorte. Daar laat hij heel even in zijn zijn kijken en raakt hij me. Zou hij baken kunnen en mogen doen.
Gaaf dat Maarten en Maartje dit familieuitje voor ons geregeld hebben, een icoon, een legende en de beste expeditieklimmer van het vorige millennium. Zeker tien boeken heb ik van hem gelezen en nu voor het eerst live. Als ik opmerk dat hij net zo’n markante rotkop heeft als ik, moet Maartje lachen: ‘Als dit over een vrouw wordt gezegd, beginnen we dat meteen te corrigeren, maar dat hoeft nu niet!’
Zo’n dag. Die eindigt met een stoffig glas wijn met betonafgietsel en chips.











Geef een reactie