De tweede dag zit de sfeer er goed in. Zondag mag je in Zwitserland geen lawaai maken. Maandag wel. Voor de wekker wakker en om zeven uur aan de gemalen bonen.
We zitten in de innovatieve fase en vragen ons hardop af of we een bidet met föhn op de traplift kunnen monteren, dat moet hemels zijn. Daarna kunnen we niet meer stilzitten en de helevwoning op de begane grond van 110m2 moet kapot.
De Indische familie die daar woonde zou gisteren rond de klok van vijf uur opgekrast zijn, maar tot één uur in de nacht waren ze nog aan het verhuizen en om half vijf ging het vanochtend vrolijk verder. Nodeloos te zeggen dat mijn nacht een korte was.
Aangezien Maarten en Leander de bedieningsunit van de vloerverwarming gaan controleren, mag ik in mijn eentje de benedenverdieping gaan oprollen. Tactisch als ik ben, begin ik steeds daar waar de familie nog laatste spullen verwijdert.
Een beetje (veel) druk maakt dingen heel vloeibaar zo blijkt. In ongeveer een kwartiertje per kamer rol ik het laminaat op en ze vliegen opgejaagd voor me uit en ik jank achter ze aan. Kat en muis voor klussers, wraak voor een geinterumpeerde nachtrust.
Als het laminaat in de drie slaapkamers en woonkamer eruit is door voor de hal. Meteen daarna de vaste kasten in de hal elimineren en door voor de keuken. Leander is een guru met de sloophamer en in een half uur is de keuken vermoord. Maarten en ik lopen tientallen keren met laminaat en keukenkasten de trappen af. Leander komt na afloop aan 147 verdiepingen volgens zijn horloge, Maarten en ik een veelvoud daarvan.
Als de keuken gesneuveld is dril ik de tegels van muren en grond. Leander trekt mijn zijn apparaat naar de badkamer en rost bad, wasbak en plee eruit. Leander is een beetje eng met zijn apparaat en ik blijf uit zijn buurt.
Als badkamer ook vermoord is, richten Leander en ik ons met boorhamers op de berondekvloer in één van de slaapkamers. Als die er immers uit is, kunnen we beginnen met de vloerverwarming en taken een beetje verdelen. In het hele huis moet immers vijf centimeter betonvloer uitgeboord worden.
Na de lunch mag Maarten met de elektricien de vakantiewoning doorlopen. Leander en ik rossen ondertussen nog wat houten plafonds uit de eerste verdieping, gewoon omdat het kan.
Wij gaan na de lunch onze eerste buitenverkenning doen in Meiringen. We lopen een rondje van tien kilometer via de oostwand. Overal prachtige chalets en de hoge toppen liggen als gepoedersuikerde roomsoezen aan de horizon. Op de westwand zien we aan de overkant van het dal de toppen die de aanloop vormen naar de Eigerwand, het Jungfraujoch en de Monch.
Leander stiefelt omhoog met zijn poles en ik moet even warmdraaien om hem te volgen. Dan neem ik kop over en moet hij nederlaag bekennen. Leeftijdstechnisch kan hij mijn zoon zijn en hij bekent dat de oude bok het gas er nog aardig op heeft.
Hoe heerlijk is het om in de frisse winterkou door de sneeuw te banjeren in de zon en dan een kleine 400 meter op en neer te janken. In de afdaling begint Leander jubelend te rennen, een bijzonderheid aangezien hij al lang herstellende is van een skiongeval.
Eenmaal beneden gaan we weer beide met de boorhamer beton splijten. Het motto is dat alles kapot kan en wij geven daar gehoor aan. De beuk erin. Als de eerste kamer kapot geboord is en de helft via de afvalbuis in de container is beland, gaat het kaarsje uit.
We strompelen naar de woonverdieping en Leander gaat kreunend op zijn rug liggen en merkt op dat hij gaar is. Ik zijg naast hem neer en kan niet anders dan dat beamen. Alles doet zeer en het lijf smeekt om genade.
Na douchen moeten we tot onze spijt nog boodschappen doen voor een aantal dagen. Jut en jul op pad.
Ruzie met de parkeermeter. Om het ons makkelijk te maken, kunnen we niet met kleingeld betalen (wat we niet hebben), of contactloos, maar alleen per app. Leander vloekt heel Zwitserland kapot. App downloaden met weinig verbinding, account aanmaken, vehikel aanmaken, betaalgegevens aanmaken, meter lokaliseren, parkeerduur ingeven, kenteken ingeven, betalen. Na een kwartier kunnen we naar de Migros.
De Migros is de enige supermarkt in de hele wereld zonder bier en of wijn. ‘We zijn te gezond’, merkt de dame op. ‘Leider’, zeggen wij want dan moeten we dus nog een supermarkt bezoeken. En daar zitten we zoooo op te wachten! Gelukkig niet nog een parkeeractie want hij ligt op loopafstand. Grommend en kreunend strompelen we erheen. Leander gaat voor een fles whisky. Het illustreert hoe belabberd hij eraan toe is.
Enkele minuten later zitten we aan vier pizza’s. Dag II was een groot succes, alles is kapot.




















Geef een reactie