Roerige tijden. Een week op een villa passen in Naarden Bussum en aldaar een schutting bouwen. Een dagje wandelen met vriendin net boven Amsterdam. Daar het bericht ontvangen van je vader dat hij de volgende ochtend om negen uur met je naar het Sauerland wil vertrekken voor de klussen aldaar. Planning omgooien. De volgende ochtend extreem vroeg afreizen naar Naarden Bussum en daar de villa weer netjes achterlaten voor de eigenaar die terug komt van vakantie. Je gravelbike daar laten staan want die mag in de spits niet in de trein. Met je OVfiets in volle galop naar het station in Naarden Bussum met twee immense rugzakken en door naar Ede-wageningen om opgepikt te worden voor een rit naar het Sauerland. Dit alles tussen 5 en 9 in de ochtend. Volgt u het nog? Iemand merkt op: je ziet er moe uit. Klopt wel.
In het Sauerland de vloeren in keuken en hallen egaliseren, ondervloer, laminaat en plinten leggen. Daarna alle zware kasten en meubelen terug het appartement inslepen. Een Thaise massage na afloop, maar die kent u uit een vorige blog.
Na twee dagen met de twee zware rugzakken de trein in voor een rit naar Leersum. We gaan de zolder van vriend HendrikJan isoleren. Als ik na vijf uur reizen aankom een korte wandeling en eten. Maar dan moet ik eruit, ik moet één uur stoom afblazen op de MTB, uitrazen en het energieniveau omlaag krijgen.
Ik hijs me in fietskleding, de oortjes gaan in en Spotify gaat op het album Demented van Hallucinogen, een vondst van vriend Carlo die ooit de house-cd kocht vanwege de ‘leuke hoes’. Het is voor de leek teringjarde terrorhouse met goede spanningopbouw. Vooral het nummer Small Paper Squares over de hallucinerende werking van LSD fietst als een dolle. De beats knallen in mijn oren en de adrenaline druipt langs mijn kin. I have the need, the need for speed.
Als een kamikaze raus ik Leersum uit, over stoepen, drempels, door perkjes en door rode lichten. Tussen auto’s door, links inhalend, heggen schampend, een plein met hindernissen over, soms is deze jongen een dolle hond, een veulen dat de velden in mag.
Snot komt uit neus, kwijl uit mond, tranen uit ogen, de hartslag richting de max, ergens boven 200 en de bitterzoete smaak van bloed op de tong. Hoe leg je een niet-sporter uit hoe heerlijk het is om je getrainde lijf ongenadig op zijn flikker te geven, het helemaal tot de max te jagen, gedreven door de beats van Demented.
Adrenaline kiert uit mijn schedel als ik me met doodsverachting in afdalingen gooi om daarna bonkig stoempend hellingen van mul zand te beklimmen met zweet dat uit poriën sijpelt. Ja, ik ben een junk, ik ben verslaafd. Endorfinen zeggen mij weinig, maar het gevoel dat je op de macht kunt blijven drukken op de pedalen en alles en iedereen op de route voorbijraast door dennenappels in de berm alsof ze stilstaan. Bochten licht insturen, druk op het wiel houden en rakelings langs stammen en wortels scheren, milimeterwerk, total vehikel control. Het lijf raakt in cadans en weet temidden van maximale inspanning zichzelf te hervinden, herstelt zelfs enigszins en heel langzaam wordt het rustig en stil in het hoofd. Gevoel neemt het voortouw en ruis verdwijnt naar achtergrond om vervangen te worden door een stille cocon waarin je als vertraagd ziet wat je doet en geniet. Als in slow motion doorklief je bochten gebruikmakend van de middelpuntvliedende kracht. Slechts sturen en de fiets voor je laten werken. Ik ben een loper maar ik kan hiervan genieten. Als een dampend paard dat even tot galopperen is gedreven kom ik rokend terug tot normale snelheden, kwijl over borst kierend. Het lijf mooi op spanning, spieren gelijnd, de aderen zichtbaar, het oude zweet afgeschud, een geolied raspaard.
Ik peddel terug naar de Dorpsstraat waar ik groen licht heb. Alarmbellen, er klopt iets niet. Mijn hoogsensitieve systeem grijpt in en ik gooi acuut mijn fiets dwars voor het stoplicht. Een auto rijdt rakelings voor me langs met hoge snelheid, door rood. Voor de vierde keer heeft mijn intuïtie me op deze manier van een ernstig ongeluk gered. De eerste keer stuurde ik op tijd bij toen een auto de bocht niet hield en ik de hele zijkant schampte. De twee keer rolde ik over een motorkap en klapte theatraal aan de andere kant op asfalt. Ik had hem voelen aankomen, niks aan het handje. De derde keer reed ik terug van een BBQ en voelde dat iemand niet ging stoppen, gooide fiets dwars en klapte op de paal met de stoplichtknop en brak ribben. Dit is de vierde keer. Schade: pedaal door achillespees en bloedspoor door het huis.
Het fascineert me hoe het werkt. Je tapt in op iets hogers en voorvoet dingen die je niet kunt weten, een morfologisch veld, een collectief geheugen, maar dan vooruit in de tijd. Een dag later zit ik om zes uur in de ochtend op de gravelbike voor een sessie van twee uur coaching over precies dit: hoogsensitiviteit en wat moet je ermee.
The speed ervaar je nog meer op een gravelbike. Ik heb een oude cyclocrosser met zeer smalle terreinbanden en eigenlijk fietst ie als de Ferrari onder de gravelbikes. Met vier nieuwe remblokken kan ik dit apparaat dwarsgooien en slippen alsof ik mijn oude BMXje weer onder de billetjes heb.
Ik fiets van Leersum naar Baarn in duisternis door de prachtigste bossen. Oude knoestige bomen staren me dreigend aan vanuit de duisternis. Het is drie graden maar voelt veel kouder en ik ben content met lange fietsbroek en dito mouwen. De handschoenen niet te vinden.
Pas rond zeven uur iets van ochtendstond. De hemel gaat van donkerblauw naar oranje. Ik geniet en zit heerlijk op de fiets als ik de kazerne in Soesterberg voorbij knal. Dertig kilometer rammen voor een afspraak in Baarn om acht uur. Maar dan trilt de schroef in de trapas los, een euvel dat ik eerder ervoer op dit ros. Het wordt een gebed zonder einde van schroef aandraaien en honderd trapjes doen en weer draaien en weer trappen.
Ik besluit mijn veldrijvaardigheden te testen. Kun je vijf kilometer hardlopen met een cyclocross op je schouder? Ik ben Pipi Langkous dus ja, ik kan dat. Belangrijkste is dat mijn handen weer warm worden want schroeven draaien bij drie graden is geen succes. Om precies acht uur bel ik aan. Ze ontvangt met koffie.
De sessie over hoogsensitiviteit is intens en raakt. Belangrijke conclusie: niet zoveel sporten knulletje, dat is een defence mechanisme, iets wegduwen… Deels ben ik het met haar eens, zo was dat in het verleden, maar na 5.000 kilometer rennen is versie II van mij toch vooral in de genietmodus aan het sporten. Wel leer ik eruit dat ik nog meer naar binnen mag reizen om balans en rust te vinden. Mediteren dus.
In de middag eerst maar weer eens aan de klus. Een deel van de zolder in Leersum heeft een verlaagd plafond en ik ben ingehuurd om dat weer hoog te maken, ik mag met de kop door het plafond. Met zachte hand sloop ik rachelplafonds en alle balken die het geheel op de plek houden. Erboven vind ik 24.987 muizenkeutels die ik via mijn nek mijn onderbroek in voel glijden, een groot succes.
Een nog groter succes is een balk die met roestige spijkers in de muur is gemept. Met geen mogelijkheid krijg ik er beweging in. Pas als ik met vol gewicht aan het kreng ga hangen en heul hard vloek geeft ie mee en sla ik mijzelf ongelooflijk hard om mijn bek met een losgekomen balk. Nu was ik al niet aantrekkelijk, dit helpt niet. Gelukkig heb ik wel zelfkennis en dat schijnt sexy te zijn: dit was dom.
Toch kan het altijd erger. Ik heb contact met een vriendin die gemountainbiked heeft. Ze fietsen blijkbaar ergens waar dat niet werd gewaardeerd. Een lokale madame spande een touw op hoofdhoogte… Hersenschudding, blauwe plekken, concentratieproblemen enzoverder.
Wat zijn er toch rare mensen op deze wereld. Ik hoop dat mijn hoogsensitieve systeem me blijft beschermen.




Geef een reactie