29 december. Dag 136. Albergue la Encina, Hospital de Orbigo – Albergue de peregrinos siervas de Maria, Astorga 17,5k. Totaal 4.612,5k.
Opgedragen aan Marcel, de SEAT-pelgrim…
Wat is de Camino zonder de voeten die haar betreden?
De lijdensverhalen van de pelgrim maken haar kort of lang.
Bunzinglucht. Dat typeert volgens Marcel de atmosfeer in ons slaapzaaltje met twee stapelbedden. Als hij opstaat bezigt hij tegen mij de volgende zin: ‘Er hangt om mij heen een odeur van een bunzing, die de maag doet omkeren, de keel doet dichtknijpen, de neus doet kriebelen en de ogen laat tranen. Maar wel authentiek…’ Inderdaad ruik ook ik mijzelf en gaat ook voor mij de zin op; de hele dag heb ik tranende ogen. Voordat Marcel kwam rende ik enkele dagen in regen in een jackie waardoor zweet niet weg kan en naar binnen slaat. Er moet gewassen worden. Tabe aan de Ammonia!
Het ontbijt bestaat uit versgeperste jus, een hemelse emmer melkkoffie en tandverbrijzelend-harde toast met jam. Waar is zero zero siete op dit tijdstip? We nemen hartelijk afscheid van onze hardhorende waard die ons Buen Camino naschreeuwt.
Marcel heeft fantastische voetjes en is zelfbenoemd voetmodel. Dat gezegd hebbende ervaart hij enkele kleine ongemakken. Eerder stond hij langdurig op een laddertje in een meterkast in een rare kronkel en belastte daarmee zijn tenen. De consequenties zijn goed te overzien, namelijk getormenteerde blauwe teennagels aan de grote tenen. Daar komt bij dat hij gisterenavond tijdens het lezen bij het benen over elkaar doen het exemplaar grote teen van de rechtervoet, weinig subtiel, in de lattenbodem van het bed boven hem tikte. De lat van de bodem belandde exact tussen teen en nagel en deed hem een krachtterm uiten.
Vandaag is de consequentie dat hij na ettelijke kilometers de voet ontbloot en een bloedrode nagelriem ontwaart en we beter over etterlijke kilometers kunnen spreken. De nagel is een eigen leven gaan lijden/ leiden en wenst zich van de teen te scheiden en is dientengevolge aanzienlijk omhoog gekomen. Marcel is daarmee weinig content. Dit nog los van blaren op hielen en kleinere exemplaren van de soort teen.
Aldus noopt een en ander ons de MacGyver-kwaliteiten aan te boren. Onder een groot kruis dat op ons toeziet, wordt de nagel getaped om het scheidingsproces te remmen. Daarna wisselen wij van schoenen en trekt Marcel mijn goed ingelopen, zachte trailmuiltjes aan. Eerder in het leven liepen wij al in elkaars schoenen en voetsporen. Het is praktisch dat we dezelfde maat hebben. Het noopt ons ertoe ons vanaf nu Peppi en Foksie op de Camino te noemen. Het heeft wat voeten in de aarde, zo’n teen…
Aldus banjeren wij zingend voort in onze Peppi en Kokki-modus als we bij Marko aanlanden. Vanuit de verte zien we een groene stand en denken direct Heineken. Maar Marko doneert ons alles behalve Heineken, zoals koffie, sinaasappels, koekjes Pindakaas, slaapplekken, maar bovenal liefde. Heel veel liefde en knuffels. Marko toont zoveel enthousiasme en liefde dat het een beetje eng wordt. Twee weken geleden nog was hij suïcidaal en wilde zich aan een boom naast ons gaan ophangen toen God hem bij de schouder greep en hij na 46 jaar lijden en worstelen opeens in één enkel moment het licht zag en de Grote liefde ging prediken. Hij woont en leeft al 12 jaar op dit stuk grond zonder elektriciteit en stromend water. Hij slaapt buiten en alles is gratis. Aldus drinken wij twee koppen koffie en doneren enkele euro’s. Het meest waardeer ik in Marko dat hij nog erger stinkt dan ik. We knuffelen hem beide als we afscheid nemen, met de neus afgewend.
Als we weglopen constateren we dat je ook teveel liefde kunt prediken, dan krijgt het iets fundamentalistisch. We zagen beide het vleesmes op tafel liggen en hadden afzonderlijk besloten hier nooit te zullen slapen. Maar geen kwaad woord over deze fijne plek die licht aandeed en waar pelgrims alles mogen proeven en ervaren zonder één enkele tegenprestatie.
Peppi en Foksie banjeren Astorga in en besluiten dat het prima is voor vandaag. Peppi wil graag kijken of hij nieuwe schoenen kan orkesteren terwijl Foksie zijn bunzinglappen gaat wassen. Een paar uurtjes lezen en tutten is ook fijn.
De albergue wordt bestierd door een Italiaanse vrijwilliger, hospitalero genoemd, die ons rondleidt en het heerlijke dakterras toont. Marcel is in twee dagen totaal ingeburgerd als Seat-pelgrim metzonder nagels en merkt op dat het net een huttentrektocht in de bergen is. Maar dan anders. En zo is het maar net.














Geef een reactie