25 en 26 december. Dag 132 en 133. Formule I weghotel Castillo el Burgo, Burgos de Ramera – Pension deVkanca, Mansilla de las Mulas 20,5k. Totaal 4.541.
Voor een laatste keer wentelt de Meseta zich in haar leegte. Een dag van 20 kilometer grindpad langs een N-weg vandaag. Gisteren 1e kerstdag rustdag.
De Meseta, een rare vlakte die alle sensaties tart. Ik ben hier euforisch geweest, diep verdrietig, afgestompt, mat, zombielike, wanhopig en in trance.
Met HendrikJan begon ik aan deze oversteek van Burgos naar Leon. We liepen twee keer 20 kilometer vanaf Burgos, via Hornillos del Camino naar Castrojeriz, dagen die ik nog niet beschreven heb. Simpelweg omdat ik te uitgeput was.
Wat schrijf je over een hoogvlakte die aan alle kanten afloopt waardoor je de ronding van de aarde ervaart? Kan een landschap zich wentelen in haar eigen verlatenheid? Of praat ik nu onzin?
Ik heb 4.500 kilometer achter de rug. Ik liep door het landschap; nu loopt het landschap door mij. Ik zit in het nauw, het grijpt me naar de keel, wat moet ik hiermee? Vriend Leander vraagt – terecht – of je na 4.500 kilometer wellicht nog een laag dieper kan… Het is een retorische vraag. We weten beide dat het zo is.
Wat maakt dan dat het zo naar de keel grijpt en dat ik er zo kapot van ben? De ene dag schreid ik over de hoogvlakten in Patagonië met gieren ter grootte van condors die me begeleiden. De andere dag loop ik door de saaiste akkers via een grindpad dat maar kaarsrecht gaat. Als looptrainers hebben we afgesproken dat we zoveel diversificatie aanbrengen dat een loper niet met blinddoek je training kan volgen. Hier kan je van Fromista tot Leon een blinddoek omdoen en op gevoel tussen N-weg, snelweg en spoor kaarsrecht maar voort lopen. Vandaag regent het de hele dag. De Camino ligt één centimeter lager dan de vlakte en dat maakt het een sloot. Oogkleppen op en plonzen, en echt je komt in Leon.
Ik voel me een speelbal van de Camino, groteske landschappen dwingen me naar binnen te gaan, kleiner te worden, nederig voort te gaan. Het sloopt me. In de zomer gaan hier tienduizenden pelgrims voort. Samen. Zou dat helpen? Ik word zo teruggeworpen na al mijn kilometers. Het moet ergens toe dienen. Ik zoek een community van gelijkgestemde zielen, maar ik ben echt van God verlaten. Misschien brengt dat meer.
Laat duidelijk zijn dat ik een speelbal ben van de Camino; het is een achtbaan van uitersten. Ik ben moe, gepijnigd, uitgeput, blij, euforisch, moe, verdrietig, geïnspireerd, afgestompt… Wat ben ik eigenlijk? Wie ben ik? Leander noemde een nieuwe laag die wellicht nog in het verschiet ligt; ik voel dat hij er zit. Ik ga hem raken de komende dagen.
Dat gezegd hebbende: Wat moet je schrijven als je een eentonig landschap doortrekt? Ik heb nog twee dagen open staan. Van Burgos naar Hornillos del Camino naar Castrojeriz met HendrikJan. Buiten het feit dat het bezielende dagen waren, niet zoveel te schrijven. Behalve onze Italiaan, met hoofdletter.
We komen aan in Hornillos. Een poortje dat leidt naar een achtertuin. Daar is een barretje. We installeren. Barman is tachtig plus met een gebit bovenin, we noemen hem bekkie.
De man lijkt norsig en schenkt ons een San Miguel in. Halverwege sluit Italiaan aan. Een aimabele, gevoelige, zoals we daar een stereotype beeld bij hebben.
Hij bestelt vino tinto en we krijgen een bak noten aangeboden van bekkie. Italiaan eet noten en spoelt ze haastig weg met de rode vloeistof. Hij ademt levensenergie; het is een verademing in zijn buurt te zijn. De nootresten spatten rond als hij met stem en handen in Italiaans Engels met ons communiceert. We laven ons aan hem.
Tussendoor belt hij met zijn geliefde in Italië, twee keer, om maar te beamen dat hij met twee Hollandse kerels in de kroeg zit. Zijn minnares ligt boven in bed, last van haar darmen. Hij leeft voor drie, ademt een energie die aanstekelijk is, drank, noten, converseren, seks en de Camino. Op zijn dertigste een eerste hartinfarct.
Hij dolt met bekkie en regelt ‘even’ kippenpoten, kilo’s aardappelen, hompen brood en flessen wijn. Er komt geen beurs aan te pas. Hij slaat op onze schouders; we gaan vanavond samen gezellig de dis delen.
Niet veel later staan HendrikJan en ik aardappels te koken en in plakken in de oven te doen, kip te garen en hompen brood te snijden. Fabio is boven lief voor vriendin en rookt buiten zijn Mariuana. Stoned, dronken, energiek komt hij binnen; vanzelfsprekend doet hij de vaat.
We delen samen de dis met vier. Een heerlijke avond. Taal is geen issue, hier gelden andere regels als Bourgondisch, energie en Ennio Morricone.
Fabio deelt met ons zijn caminoverhaal. Vier keer eerder liep hij hem. Eenmaal werd hij vier dagen achtervolgd dooreen condor, een gigantisch apparaat. De vierde dag vloog de vogel over hem met flapperende vleugels die in de wind riepen ‘papa, papa, papa!’ Terwijl Fabio het vertelt heeft hij de ogen van een klein kind dat in trance is, totaal overtuigd en terug in de beleving. Ieder heeft zijn Caminoverhaal.
Dat was een energieke dag met dito avond. Het kan ook minder bruisend.
Eerste kerstdag breng ik door in mijn weghotel, op bed. Het lichaam schreeuwt om niks. Liggen en herstel. Dat gaat me goed af. In de middag meng ik me met truckers die beneden hun koffie drinken. De meest romantische kerst ooit. Liggen op bed en koffie-met-truckers in een weghotel. Ik ben er helemaal happy mee.
Vandaag een stram vertrek. Het lijf protesteert. Zijn het de afstanden of is het de mentale afgestomptheid die de Meseta me brengt?
De voeten doen ontzettend pijn. Wellicht mijn nieuwe muiltjes van 54 euro van de Decathlon, de Evadict Trail II, een schoen die net te licht is voor deze afstanden met rugzak.
Desalniettemin duw ik me voorwaarts, want dat ken ik inmiddels: duwen, duwen en duwen. De kop is gehard. Gisteren de hele dag stappen tellen. Langs de weg, iedere vijftig meter een paaltje. Na dertig kilometer stug doortellen met verstand op nul, weet ik dat ik 65,4 passen nodig heb voor 50 meter. Dat is toch 5.886.000 stappen voor 4.500 kilometer. Het is een wonder dat ik nog steeds 1.82 meter ben en niet fundamenteel afgesleten.
Ik marcheer weer 20 kilometer langs dezelfde weg over een grindpad. De hele dag regen en wind tegen. Ik wilde naar Leon dat 40 kilometer verder ligt, maar na 20 kilometer boek ik een pension. Fok de Meseta. Volgens vriendin Sussanah beginnen bij Leon de bergen weer. Vanaf nu staat de Everest op mijn bucketlist. De Meseta heb ik overgestoken, maar zelfs het zand tijdens de marathon des Sables in de Sahara was afwisselender.
Hasta mañana!









Geef een reactie