10 december. Dag 116. Hotel Xabier Javier – Hotel Cross Elorz,Pamplona 50k. Totaal 4.102k.
Abominabel, gruwelijk, neerslachtig, erbarmelijk, vreselijk, guur, afschuwelijk, de woorden die bovendrijven in de zoektocht naar het woord dat beste de omstandigheden van vandaag omschrijft.
De storm doet de luiken van het hotel rammelen. De deur van de kamer waait open. Hij zat niet op slot, het hotel is immers van mij, ik heb de sleutel. Het geeft te denken.
HendrikJan appt dat hij mooi weer meebrengt en stuurt een screen van allemaal zonnetjes. Het is nog niet zo ver…
De lieve receptioniste heeft zich uitgesloofd. Een stuk cake, een halve banketstaaf, een half stokbrood met jam, bananen, twee bakken melkkoffie en aan het einde van het ontbijt brengt ze een servetje met allemaal brokken biochocolade erin. ‘Caloria!’, mompelt ze terwijl ze mijn arm vasthoudt.
Bij het verlaten van het hotel maant ze me te wachten. Ze heeft gezien dat één pole gestolen is en komt met een andere van Quetchua aanzetten. De lieverd…
Met twee poles op pad. Van Javier acht kilometer over de weg naar Sanguesa om daar de Camino weer op te pakken. In de supermarkt een pak jus aanschaffen als de dame achterna loopt en zegt dat ik een gratis kop koffie krijg ik de bar aan de overkant. Leuk! Maar geen tijd voor. Vandaag staat 47 op het programma en ik heb windkracht zeven vol in de muil. En doorrr…
Het is een bruisend stadje en als ik er via de brug uitloop, wordt duidelijk hoeveel het de afgelopen week geregend heeft. De rivier staat ver buiten de oevers en vormt een geelbruine watermassa die hele bomen meeneemt. Het luidt een regenbui in die de rest van de dag voortduurt.
Een stuk verder loop ik me vast in de staarten van een kudde schapen. Een schaapherder heeft de Camino uitgezocht met zijn honderd schapen. Gelukkig slaat hij na een paar honderd meter af. Een mooi gezicht hoe één hondje alles in het gareel houdt zonder enige tekens van de man.
Dan worden de omstandigheden met de minuut slechter. Het is al de hele dag grijs en miezer gaat over in slagregen. De wind blaast onophoudelijk en het is als lopen in een oorverdovende windtunnel. Eerder liep ik in de Sahara een marathon met wind en dagen in Groenland met wind. Gek genoeg kun je je op beide kleden. Bijna veertig kilometer met wind en slagregen doorweekt alles en het is zaak warm te blijven. Met name de handjes zijn gevoelloos.
Alsof dat niet genoeg is, is er de eeuwig aanwezige kleigrond. Hij zuigt, plakt en klontert dat het een lust is. Dat niet alleen, ruim 25 kilometer deel ik de Camino met koeien. Alles is vertrapt en het is een grote natte kledderzooi. Er is geen ontkomen aan. Alle stroompjes zijn overgelopen en soms moet ik kniediep waden naast de 25 kilometer tot de enkels door de prut soppen. De bagger zit tot in mijn kruis.
Het begint op een slapstick te lijken, alsof de Camino in de laatste fase alles doet om mij te laten falen. De dorpen Izco en Monreal geven wat soulaas.
Vandaag voert de route door Navarra en deze streek kent net als Aragon weinig pinautomaten, winkels, civilisatie en hotels. Ziedaar mijn noodzaak om 47 kilometer voort te trappelen. Als je niet weet wat je doet, is het geen enkele moeite om hier in de problemen te raken. Ik loop drie a vier dagafstanden om überhaupt ‘iets’ tegen te komen.
Dat iets is vandaag een hotel in de buitenwijken van Pamplona. De route van Google Maps voert er mooi recht naartoe. Helaas gaat die vlieger niet op want hij loopt via een irrigatiekanaal en dat is alleen voor bevoegden. Kilometertje extra.
Dan wordt het een weg die via diverse lussen naar het hotel voert. Kilometertje extra.
Uiteindelijk moet ik rechtsaf een industrieterrein op maar daar is een hek gebouwd. Zucht. Het hek voert me helemaal om het industrieterrein heen. Kilometertje extra.
Maar dan kom ik via het hek bij een brug over een snelweg. Ik kan gewoon niet bij het hotel komen. Een ander hotel is 2,9 kilometer extra…
Vloekend draai ik om, klief door een kleiveld, flikker mijn rugzak over het hek en klauter met kleipoten over het hek. Idioterie.
Het hotel is uitstekend en heeft een bad. Wat ik niet begrijp is de marktgerichtheid van de hotellerie. Die is er namelijk niet. Hotels worden bezocht voornamelijk door toeristen. Waarom kent de TV dan 999 Spaanse zenders? Idem voor Frankrijk maar dan Franstalig.
Hoeveel moeite is het nou om een satellietpakketje te nemen met BBC en CNN? Idem voor de folders van de Camino. Ik gris acht folders mee en allemaal in het Spaans. Enig onderzoek wijst uit dat 44% van de pelgrims Spaans is. Dat betekent dat 56% dat niet is en wel met 999 Spaanstalige kanalen en folders zit opgescheept.
Afijn, het is maar een tip van een vermoeide pelgrim die net 50 kilometer door wanstaltig weer heeft gesopt. Want wanstaltig, dat is de beste omschrijving van de omstandigheden.
Morgen weer 50 kilometer en dan ontmoet ik HendrikJan in Estella.
A mañana!
















Geef een reactie