28 november. Dag 105. Maison A La Vie Douce Vidouze – Ibis Budgethotel Pau Lescar. 44k. Totaal 3.854k.
Heel veel moeite kost het. Om me uit het grote, warme, comfortabele tweepersoonsbed in de prachtige, pittoreske, warmgestookte kamer, te rukken. Tijd voor ontbijt. Ik zal nooit en te nimmer een ochtendpelgrim worden. Onmogelijk. Na 105 dagen is het me nul keer gelukt.
Mijn gastvrouw vraagt: Koffie of thee? Ik kreun: Koffie… veul. Ze ratelt iets in het Frans dat moet neerkomen op: Is het zo erg? Ja. Gisteren 32 kilometer kleisoppen en alles doet me zeer. Daar kwamen koude wind, regen, hagel en ijswater overheen en je hebt een recept voor spierpijn. Als een kreupele de oude man schreed ik dan ook over de kolossale houten trap in de centrale hal naar beneden en gastheer en -dame keken bedenkelijk.
Na wat kneiterharde stukken brood uit de broodrooster, met eigengemaakte jam, laat ik dat voor wat het is en ga voor het zelfgemaakte frambozentaartje. Ik top af met een yoghurt.
Dan is het tijd om de gite te bewonderen. Het huis was in deze geweldige staat toen ze het kochten, maar de gite was een dak met palen eronder. In 3,5 jaar heeft mijn gastheer er iets fantastisch van gemaakt.
Overal immense balken, prachtige houten vloeren, houten wanden van populierhout en een hoog afwerkingsniveau. Als ik de hele tent kon inpakken, nam ik m zo mee. Mooist vind ik de oude, fragiele balken die in stand zijn gehouden en verschroefd met nieuwe balken ter versteviging. Heel veel oog voor detail. Als ze geweten hadden dat ik pelgrim was, had ik hier kunnen slapen, ongestookt. Ik heb geen spijt.
Dan volgt een fotosessie voor het pand, en wellicht voor het office du tourisme. Natte pelgrim rent nattigheid in, zal de kop worden. Met mijn duffe hoofd vergeten sokken en handschoenen uit te hangen gisteren dus die toverde ik heerlijk klam uit mijn rugzak en ze konden zo weer aan.
Met een boks neem ik afscheid en zwierend loop ik het erf af terwijl mijn heerlijke gaststel me nazwaait.
Het is bitterkoud dus de handschoentjes moeten echt aan. Ik ben het dorp nog niet uit of ik raak verzeild in een drijfjacht. De honden bovenaan de hellingen waarna het wild naar beneden raast. Dat legde mijn gastheer gisterenavond uit. Wild vlucht altijd naar beneden omdat ze dan sneller kunnen vluchten. En beneden daar ben ik en om de honderd meter een jager met oranje hesje, grote gun en vileine grijns. En doorrr…
Ik tref ook de aggressieve zwarte hond waar mijn gastheer me voor waarschuwde. Hij zit achter een goed hek en blijft inderdaad maar aggressief heen en weer rennen en blaffen, bijna manisch.
Ik loop via een lange vallei richting besneeuwde toppen en richting het dorpje Anoye. Ik ren stevig door. Nergens afslagen of markeringen en de weg gaat recht zo die gaat, dus ik volg hem. Ik loop echter totaal verkeerd. Dat kan het Frans markeren zijn. Het kan ook mijn waas voor de ogen zijn om zo snel mogelijk bij de besneeuwde bergen te komen. In ieder geval kom ik pas zeven kilometer verder tot de conclusie dat ik van de route ben. Het kan ook een derde optie zijn en dat is het feit dat ik sta te trillen op mijn benen met een immense hongerklop.
De Franse artsen hebben me een antibioticum voorgeschreven waarvan mijn maag volledig over zijn toeren is. Het zou me niets verbazen als ik weinig tot niets meer opneem en geregeld moet ik het toilet bezoeken. Dan is mijn mondvoorraad repen, chocolade en madeleines er helemaal doorheen. Ik kijk bijzonder uit naar de herbevoorrading van Derek-Jan van Xfood.nl die een kerstpakket naar HendrikJan heeft gestuurd die over een week komt. Voor nu sta ik geparkeerd. De koek is op. En dan is het ook nog eens zondag…
Ik lift naar Moorlaas. Een gezin met twee kleine meiden en ik mag aanschuiven op de achterbank. Een leuk gesprek waarbij de kinderen op school maar moeten vertellen morgen wat voor bijzondere man er naast hun zat, een exemplaar dat van Nederland hierheen rende… De meiden kijken me aan alsof ik opgesloten dien te worden. De supermarkten in Moorlaas zijn beide dicht.
Een oude man neemt me mee. Hij rijdt als Max Verstappen en remt navenant laat. Ik ben blij met de rugzak als buffer op mijn schoot en houdt één hand op het dashboard voor noodgevallen. Hij kletst rustig tegen me aan en kiert op twee wielen om rotondes. Dit zijn de idioten die ik vervloek als je in de berm loopt en voor wie je niet lijkt te bestaan.
Bij Pau een supermarkt. Ik sla groots in: madeleines, broodjes, maaltijdsalades, chocolade, en M&M’s voor het genot. Pau is prachtig en ik schiet wat foto’s. Dan terugliften.
Ik zit al snel in een BMW met een jonge vader. Om zijn leven draaglijk te maken heeft hij Speed gekocht en zo rijdt en praat hij ook. Een zak met het spul ligt in het middenconsole. Binnen een mum van tijd sta ik weer op de route en kan mijn weg vervolgen.
De benen blijven slecht. Antibiotica onttrekken de spirit en vechtlust, het sijpelt zo de klei in. Via Morlaas loopt de route aan de noordkant over Pau naar Lescar waar ik mijn hotelletje heb geboekt. Al met al een rare dag zo. Ik ben blij als ik na 44 kilometer uitgekakt – letterlijk en figuurlijk – in bed mag liggen. Met een film op Netflix worden de ogen al na minuten zwaar en schrijven is een illusie.
Een vriendin appt voor het slapen gaan nog een vraag: ‘Ik had vandaag een gesprek, met ook een reiziger. Wij zeiden beide: Thuis ben je veel kwetsbaarder dan op reis. In je zijn, je doen en laten. Herken jij dat..?’
Een interessante vraag: De paradox tussen thuis en reizen, misschien wel tussen in de ratrace meedraaien en aan de andere kant zijn-in-de-actie.
Na enig peinzen app ik: ‘Ja. als alles nieuw is, kun je niks verkeerd doen. Niemand kent je. Je kunt jezelf zijn. Daarom is studeren in het buitenland een half jaar zo leuk, los en zonder verwachtingen. Tijdens de studie wilde iedereen altijd een half jaar naar Aix en Provence dat dan schertsend Sex en Vacances werd genoemd. Ik moet denken aan het boek Veronica besluit te sterven van Paolo Coelho. Ze is depressief en komt in het gekkenhuis. Opeens valt alle druk weg. Ze is immers gek en niemand vindt meer iets van haar. Thuis kwetsbaar; op reis, of in het gekkenhuis, minder…’













Geef een reactie