Van paradijs naar slechtste dag; herpakken voor de etappe naar Spanje

21 november. Dag 98. Hotel de la Montagne Noire – Gite Pourqoui Pas Montegut Lauragais. 22,5k .

22 november. Dag 99. Gite Pourqoui Pas Montegut Lauragais – La petite Auberge de Saint-Sernin Toulouse. 45k. Totaal 3.631.5k

21 november.
Gezien de vermoeidheid van het lijf en het bezoek van een spookje vannacht, een korte etappe. Het is heerlijk fris en er hangt een sluier tegen de bergen. Een prachtige herfstochtend en het is een genot om over de paden te trekken.

Het landschap laat zich kenmerken als rustig, ruraal agrarisch. De route voert door de uitlopers van de Pyreneeën en dat betekent steeds lichte glooiingen naar weer een volgende flank. Lange single tracks tussen rijen van felgekleurde herfstbomen met hier en daar een koe of paard.

Het lijkt een frisse lenteochtend en ik heb herinneringen aan de vele ochtenden dat ik wedstrijden liep in de regio Leiden. Met mijn vader ieder weekend op pad om één of twee loopjes te doen; ik rennen, hij supporten. Zo gingen we samen honderden keren op pad en leerde ik alle groene parken van Zuid Holland kennen. Ik rende 551 keer een 5 kilometer. Mijn vader weerhield me wijselijk van langer. Inmiddels staat de teller boven de 1.000 loopjes met vele marathons, ultra’s en de Marathon des Sables. Mooie herinneringen aan een loopjeugd gedeeld met vader.

Als je me vraagt of dingen tijdens deze tocht anders gaan dan verwacht, zou ik antwoorden dat ik verwacht had dagenlang met een kraag omhoog kleumend door koude herfstregen te trekken. Niets van dat alles. Ik ben de mazzelpelgrim en het blijft maar mooi herfstweer. Aldus stamp ik door en schiet talloze foto’s terwijl ik me terdege besef dat ik herfstpracht nooit kan vangen in tweedimensionale plaatjes.

In het heerlijke dorp Soreze tref ik een kruidenierswinkel en sla lunch in. Buiten in de zon is het heerlijk toeven en mensen kijken. Tijdens de lunch een oude dame die de kerk verlaat en me aanspreekt. Of ik naar St. Jacques loop? Haar broer doet dat ook en loopt iedere vakantie een stukje. En dan de vraag of ik net als haar broer issues heb. De vraag kan ermee door, maar de manier waarop ze hem stelt niet. Ze verontschuldigt zich meteen. ‘Ja meid, ik heb issues, een hele tros!’ Beschaamd loopt ze verder. Ik kan er om lachen.

Ik loop door naar het dorp Revel dat licht en luchtig aandoet. Het doet me denken aan de keer dat ik Paul coachte op zijn Spartathlon in Griekenland. Ik zwierf over de Peloponnesos door dorpen waarvan ik later in het boek schreef dat toeristen er verdwijnen en huurauto’s worden teruggevonden. Tijdens een pelgrimage kom je in oorden die je in reguliere vakanties links laat liggen. Het dorp heeft middenop het marktplein een toren met daaromheen een gigantische van balken gefabriceerde overkapping. Prachtig om te bestuderen als je van klussen houdt en ooit een eigen chalet wilt bouwen. Een oud mannetje legt uit dat een balk een poutre is. Elke dag een woord en opeens spreek je Frans.

Vanaf Revel verlaat ik de route omdat ik in Montegut Lauragais een betaalbare overnachting heb geboekt in een gite. Zeven kilometer langs een rustige N-weg. Volgens de eigenaresse moet ik in het dorp de blauwe borden volgen en aldus klop ik verwachtingsvol op de deur.

We kletsen honderduit en na een paar weken komt het best rap van de tong. Zij blijkt artritis te hebben en ze zijn uit Normandië gekomen voor de zon. Een prachtig zwembad ligt achter de gite. Ik merk op dat ik in het paradijs ben beland. Of ik nog wensen heb? Massage, maar helaas dat is het enige dat ze niet bieden. Grijnzend laten ze me achter in het stulpje.

Ze opent en gaat me voor naar een heerlijk op zichzelf staand huisje. Bad met kokosbadschuim, ingerichte keuken met koffie, TV met satellietontvangst en heerlijke ligbank met kussens. Pourqoui Pas, is de naam niet voor niks. Manlief komt ook even spieken. Hij moet om 3.30 uur werken en komt vast even kijken of ik geen gevaar en voor vrouw en kinderen vorm vannacht. Ik word goedgekeurd.

Het bad gaat open, de tv aan en de kachel op standje hoog. De fase waarin je weer behoefte krijgt om te aarden, is aangekomen. Van meerdere kanten krijg ik ondertussen het bericht aangereikt dat een Franse jager door een bruine beer is gebeten waarna hij het dier dood schoot. De beer nam onder meer een hap uit een kuit van de jager. De man schoot daarop tweemaal met zijn jachtgeweer. Voor zijn 70 levensjaren moet het een taai kereltje zijn geweest. Het is niet zo heel ver van hier, ergens in de Pyreneeën. Ik ben banger voor spoken

Ik slaap aanzienlijk beter zonder spoken op de gang.

22 november.
De slechtste dag. Met stip.

Ieder project verdient een slechtste dag. Hij is aangekomen. Voor mijn gevoel wil de tocht momenteel niet vlotten. Ik zit op een dood punt en ben al weken aan het knokken om Toulouse te bereiken. Het is alsof ik door een dikke laag zuigende modder aan het worstelen ben. Ik droom er ’s nachts van en word zwetend wakker. Het schiet totaal niet op en voor het eerst vraag me oprecht af waar ik mee bezig ben. Waarom elke dag maar weer door en waartoe allemaal?

Ieder project heeft weleens een off-day. Een dag dat je beter in je bed kunt blijven liggen. Gezien mijn paradijselijke gite had ik dat moeten doen. Na twee bakken sterke koffie kies ik er toch voor om op pad te gaan. Als je niet die ene voet voor de andere zet, kom je immers niet verder. Ik wil perse Toulouse bereiken vandaag en daarmee morgen, op dag 100, een nieuwe start maken.

Vier redenen voor de impasse komen boven. In de eerste plaats de immense vermoeidheid die in het lijf zit en misschien meer nog tussen de oren. Het Franse verkeer van de afgelopen weken is daar grootdeels debet aan. Het permanent in een tunnel van geruis verkeren. Dan is sinds twee weken mijn relatie over en dat stemt verdrietig. Ook het feit dat ik de bergen mis. Na 1.600 kilometer Alpen doorkruisen, kan het Franse platteland daar met geen mogelijkheid aan tippen. Gehuchten die grootdeels verlaten zijn met luiken dicht en de lokale PMU die als laatste bastion van sociale activiteiten wordt versierd voor de kerst. Troosteloos is het beeld.

De vierde en misschien belangrijkste reden is het passeren van de drie-maanden- barrière. Psychologisch gezien ga je dan van reizen, naar accepteren dat dit je nieuwe thuis is. Het nieuwe is eraf, veel prikkels gehad de afgelopen maanden en de behoefte aan een plekje om te cocoonen. Een tijdelijke basis met bank, bad en bed, zoals de afgelopen nacht.

Aldus marcheer ik met de tanden op elkaar naar Toulouse. Het landschap heeft iets weg van de Ardennen. Veel kilometers over een heuvelrug met weidse vergezichten. Eerst het prachtige aangezicht van Auriac en dan is Caraman aan de beurt.

Mooi vind ik dat dorpjes op de toppen liggen met prominent een kerktoren die vanuit het midden boven alles uittorent. In het Sauerland liggen de dorpen in de dalen, aan de riviertjes. Overal aan de einder liggen hier watertorens die het landschap doorbreken. Het moet hier flink heet zijn in zomerse tijden. Vandaag is het acht graden en guur koud.

Vandaag dan eindelijk Toulouse. Ik zie na maanden natuur op tegen steden. Na Parijs, Marseille en Lyon is Toulouse de vierde stad van Frankrijk en dat gaat gepaard met alle hebbelijkheden van een stad. Vage figuren schieten me aan en vragen of ik hasjies wil. Ik ga ze niet uitleggen dat ik liever een pain au chocolat heb. Snel naar mijn gite en dan ergens eten.

Het eten wordt een pizzeria in het centrum. Sinds de terroristische aanslagen in Franse steden, lopen in de grote steden anti-terrorisme-brigades rond.  Begrijpelijk maar vrolijk stemt het niet. Drie tot de tanden bewapende kerels komen mijn pizzeria binnen met permanent hun vingers op de trekker. Ga weg, is mijn enige gedachte. Ze zijn hoffelijk, maar niet het uitzicht dat ik op deze dag zoek of nodig heb.

Toulouse zelf is een prachtige stad. Veel oude panden, Romeinse overblijfselen en groteske kathedralen. Midden in de stad de voorbereidingen voor een enorme kerstmarkt met ijsbaan. Tot nog toe gaat tijd aan me voorbij en leef ik met de dag. Hier word ik weer even met neus op feiten gedrukt; de kerst komt eraan. Er hangt een bruisende sfeer door alle studenten in het straatbeeld. Lang geleden dat ik zoveel jonge mensen zag. Lang geleden dat ik jonge mensen zag.

De oplettende lezer heeft gesignaleerd dat ik voor de tweede keer in Toulouse ben. Eerder reisde ik per trein voor één euro van Bedarieux naar Beziers en Toulouse. Van daar reed ik met Carlo naar Castres. Vanuit Castres liet ik me afzetten op mijn route in Angles en rende terug naar Castres. Blijft een stuk route van Poujol-sur-Orb tot Angles open. Het was logistiek te complex en tijdrovend om dit dicht te liften en rennen. Daarmee is mijn ononderbroken lijn van Apeldoorn naar Santiago voor een stuk van 51k onderbroken. Daar staat een treinreis van ruim 200 kilometer a 1 euro tegenover…

Nog 316,7k door Frankrijk. Dan 184,4 kilometer van de Col de Somport naar Estella waar vriend HendrikJan aansluit voor 250 kilometer als alles meezit.

In kijk erg naar zijn aanwezigheid uit, om koude, troosteloosheid van spookgehuchten en alleen zijn, te verdrijven. Hij staat garant voor fijne gesprekken, een confronterende spiegel en een dosis intelligentie waar ik naar snak.

Vandaag was de slechtste dag, maar morgen start met dag 100 de laatste etappe naar de grens met Spanje.

Nieuwe start, nieuwe kansen, nieuwe energie. A demain!

2 reacties op “Van paradijs naar slechtste dag; herpakken voor de etappe naar Spanje”

  1. hallo Jan Fokke.
    Hier Radboud, vader van Jasper de 1e nonstopsupper van de 11 stedentocht.
    Jij was daar ook bij als mental-coach !
    Ik volg je nu zo’n dag of 10. Super mooi wat je aan het doen bent. Ik vraag me steeds af, waar haal je de energie vandaan na een dag rennen om dan ook nog een zeer onderhoudend stukkie te schrijven. Ik herken wat in jou: het opgaan in de activiteit, is als een vorm van zen. Ik ervaar dat als ik alleen op reis ben, gewoon elke dag weer een nieuw avontuur, zie maar wat of wie er op je pad komt, geniet ervan. Succes verder en ik blijf je volgen.
    Hartelijke groet, Radboud van Overbeek

    Like

    1. Hey de man met de terreinwagen! Weet het nog als de dag van gisteren. Ja een soort meditatie is het denk ik. Schrijven is een kwartier per dag dat is mijn vak en het gaat als vanzelf. Leuk dat je me volgt! Het laatste stuk is vast het mooist🙏

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: