Grindhappen in de Cote d’Azur; hoe kom ik hier weg…

6 en 7 en 8 november. Dag 83 en 84 en 85 Hotel Fregate La Seyne sur Mer – appartement La Ciotat – Hotel Adonis 31,5k en 4,5k en 55,5k Totaal 3.174k.

6 november

Vanavond komt vriend Leander met zijn moeder. Ze zijn op doorreis naar Zuid-Spanje en ik kijk er ontzettend naar uit hem te zien. Ik kom weinig tot geen leeftijdsgenoten tegen en kom eigenlijk überhaupt geen mensen tegen. Fijn om een dag met een intelligente vriend over het leven te filosoferen. Bovendien trekt het me door de dag en dat is nodig.

Dag na dag dag blijkt dat dit deel van Frankrijk zich niet leent voor pelgrims. Ook vandaag verwacht ik blikken op zee, mooie baaien en een relaxte kustsfeer. De realiteit is er een van een eeuwigdurende verkeerscarroussel die maar voortduurt, kleine baaien die van elkaar gescheiden zijn door lange stukken provinciale weg zonder trottoir en Fransozen die me met hun vervoermiddel naar het leven staan.

Lichtpuntjes zijn Sanary sur Mer, een pittoresk toeristenoord met haar lieflijke baai en Bandol met haar baai. In deze laatste vlij ik me neder op een terras voor een grand café au lait. Ook voor La Ciotat weer een lange N-weg met razend verkeer. Hoorndol word ik ervan. Zelfs het Duitse Ruhrgebied is mooier en prettiger lopen.

Gas erop dus en om 16.40 uur kom ik aan bij het appartement. Leander heeft zich uitgesloofd om met pizza’s en een biertje voor een warm welkom te zorgen. Er is een wasmachine en zelfs… waspoeder en ziedaar een deel van mijn uitrusting ondervindt een beurt en geurt naar Lavendel.

Heerlijk om te zitten met een biertje en te weten dat je morgen een vrije dag hebt. Effe niks…

Leander heeft net – geïnspireerd door mijn Alpenfoto’s met sneeuw – ten zuiden van Grenoble een prachtige bergtocht in de sneeuw gemaakt. Het is een schrale troost gezien het niet doorgaan van zijn Iron Man Triathlon in Mexico. Morgen gaan we samen het dorp verkennen en volgens Booking.com is hier de mooiste baai van de wereld…

7 november. Rustdag. 4,5k.
Na het ontbijt volgt onze zoektocht naar de baai. Als vanzelf lopen we naar de drie rotspunten die boven het dorp uittorenen. Via geitenpaden leidt het ons tot een zadel tussen twee toppen. Een balkon met prachtig uitzicht, maar tam…

We klimmen via steile hellingen hoger naar een uitzichtpunt waar toeristen niet durven komen. Dit is wat wij doen. Afgelopen zomer bezochten we Praag, dreven kilometers door de Elbe en klommen in de Dolomieten. Nu beklimmen we een topje dat zich laat kenmerken door een corniche op de kam, een overhangende de punt, die in theorie kan afbreken. Ik ben daar geen fan van en ondanks het fenomenale uitzicht gaan we iets lager zitten. We kunnen boven de hele kust zien tot Marseille, indrukwekkend.

Op onze plek gaat een fles whisky open die ik Leander gaf als dank voor het stallen van mijn spullen deze maanden. We delibereren over het leven op een spectaculaire plek en tranen vloeien. Mijn constatering is dat ik al maanden alleen ben maar zelden eenzaam. Beter alleen in een tent in de regen met lege apparatuur in the middel of nowhere dan thuis tussen vier muren waar ik eenzaam ben.

We eindigen op een terras waar we op zoek zijn naar succesvolle ideeën om een bedrijf te starten als ik terugben.

8 november, 55,5k
Na een ontbijt van pizza ga ik mijn weg en gaan Leander en zijn moeder door naar de Pyreneeën. Twee enorme knuffels markeren het afscheid van een fijne rustdag. De moeder sponsort één van mijn overnachtingen en daar word ik helemaal blij van. Een bijzonder samenzijn.

Ik jog de steeg uit en vanaf dat moment is het negen kilometer alleen maar bergop. Via een vuilnisbelt bereik ik de col du pas d’Ouillier van 347 meter. Mooi uitzicht op de rots waar we gisteren zaten.

De dag is daarna net als de afgelopen dagen, asfalt vreten. Grind happen en ik denk dat daar het Engelse woord Grinta vandaan komt dat duidt op doorzettingsvermogen, fighting spirit. Wat ben ik klaar met dit deel van de tocht! Privé doet zich een en ander voor en daarnaast alleen maar gevaarlijke provinciale wegen met Fransozen die me dood willen. Ik snap zo goed dat hier vaak profwielrenners worden aangereden. Het is simpelweg niet leuk.

Met het verkeerslawaai raak ik afgestompt en overprikkeld en daarmee verdwijnt mijn inspiratie om te schrijven meteen. Ik ga mijn route omgooien. Hier kun je niet zelf zomaar lopen. Je moet gedetailleerd plannen en er zijn geen opties. Fransozen wandelen hier niet. Denk ik.

Ik weet dat vanaf Arles weer een officiële pelgrimsroute loot, de via Tolonsana en die ga ik volgen. Dan weet ik tenminste dat het tourist office goed heeft nagedacht pelgrims door het land te sturen zonder ze te vermoorden.

In Aix en Provence zoek ik de grootste boekhandel en daar vind ik op de hele Santiago-plank precies één boek over de route die van Arles via Montpellier en Toulouse naar Pamplona gaat. In het Frans uiteraard. Want zo zijn ze. Er is één klein kastje met Engelstalige boeken maar als je respect hebt voor jezelf, blijf je daar ver van weg.

Na weer zeven kilometer asfalt happen eindig ik in mijn congreshotel tussen sjieke mannen in pakken. Gelukkig zie ik onderweg Jacobsschelpen, ook hier is een Jacobsroute, er is wat hoop…

Ik ben helemaal leeggelopen op de Franse Cote d’Azur; ga er niet heen, wat een bedroevend deel van de wereld is dit.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: