Kamikazerennen in regen en onweer

3 en 4 november. Dag 80 en 81. Hotel Le Florian Cannes – wildkamperen – Hotel Bonaparte Toulon 63 en 57k. Totaal 3.082,5k.

Even lekker generaliseren.
Bijna alle Fransozen hebben een Renault.
Alle Fransozen rijden als gekken.
Fransozen lenen ons het woord trottoir maar doen er zelf niet aan.
Omdat de Tour de France Frans is, tolereren Fransozen fietsers in de berm. Net.
Hardlopers in de berm zijn uitschot.

Dat geeft een impressie van twee dagen rennen langs binnenwegen in het achterland van de Cote d’Azur. De intentie is een doorsteek naar Aix en Provence omdat vriend Leander met zijn moeder op doorreis is naar Spanje en zaterdag een dag wil meelopen. Het ligt mooi op zijn route.

Aldus vertrek ik ontspannen in Cannes. Ik kom wederom langs de rode lopers van het Cannes filmfestival en constateer als ik de handafdrukken op de grond analyseer dat Jodie Foster muizenhandjes heeft en Sylvester Stallone meer die van een beer.

Ik volg de kustlijn en het is plezierig kuieren. Voor me zie ik een zadel in het landschap waar ik waarschijnlijk overheen steek. Precies daar een klont pikzwarte vettige wolken die ieder moment hun lading kunnen gaan droppen. Dreigend, is een understatement.

Inderdaad steek ik bij Chateau de la Napoule het land in via de DN7. Meteen is het rustig, hier gebeurt niets meer zeg maar. Een stuk asfalt kringelt door ware jungle omhoog en verbindt meanderend gehuchten met elkaar waar ook niets gebeurt; Saint Jean de Cannes II en I, L’Ecaillon, de buitenring van Frejus en door.

Het bos laat zich kenmerken als ruig en doet me denken aan de jungle zoals ik die ken van Maleisië en Thailand. De weg is het enige teken van civilisatie, alhoewel… Ze rijden hier als gekken, allemaal, zonder uitzondering. Les idiots!

Ondertussen plenst het en onweert het recht boven me. Als mazzelpelgrim had ik meer dan een maand zon, vandaag wordt dat gecompenseerd. Dit is niet leuk lopen, gevaarlijk. Een laveren naar weerszijden van het asfalt afhankelijk van de bocht die ik tref met weinig tot geen uitwijkmogelijkheden. En het gaat nog wel even duren als ik mijn Google maps check in een bushokje. Er is maar één mogelijkheid en dat is kop in het zand en doormalen.

Aldus zet ik mijn verstand op nul wat me weinig moeite kost en met de blik op oneindig sjok ik voorwaarts. Zo nu en dan een stuk Grande Randonnee van dikke plakkerige rooie blubber dat weer overgaat in provinciale weg.

Hier aan de kust is het veel sneller donker dan in de bergen en rond 17 uur begint het al te schemeren, zeker met de grijze sluiers die nu over de boomkruinen hangen. Dan maar doormalen in het duister. Voordeel is dat ik auto’s in de bochten veel beter zie aankomen, nadeel is het grootlicht dat ze opzetten waarna ik steeds minutenlang vlekken zie. Zelf draag ik hoofdlampje en mijn horloge geeft licht als ik de pols hef als extra signaal.

Om 22.30 vind ik het welletjes. Er staat 63 kilometer op de teller. Waarom zo lang door? Er is hier niks en urenlang in mijn tent zitten vergeteren in regen en onweer is ook niet echt een wenkend perspectief. Bovendien heb ik ook geen maaltijd om me te vermaken. Ik dacht wel ‘iets’ te treffen. Nu moet ik het doen met reepjes, chocolade en het laatste restje cola.

Ik beklim een heuveltje naast de weg en erachter zet ik de tent in een kommetje. Dit wordt een heerlijk nachtje; alles is klam, of nat, het regent, het onweert en het waait. Als ik op een oor lig, hoor ik met het andere oor waarschijnlijk zwijnen die rondom de tent scharrelen. Dit is iets met zand in de bilnaad, hier worden de jongens van de mannen gescheiden. Slaap lekker!

Als géén oog dicht doen een metafoor zoekt, dan ligt hij ergens langs een B-weg nabij Les Arcs-sur-Argens. Om en nabij want internet doet het niet. Bellen ook niet. Hoofdlampje leeg. Powerbank ook. Telefoon ook bijna trouwens. Wel veel tijd om na te denken. Er is werkelijk niets anders dat je in een donkere natte tent kunt behalve heel stil liggen en nadenken.

4 november (een dag die ik zeer bewust en wakker inga).

Aldus besluit ik niet door te gaan op deze kamikazeweg door de binnenlanden en af te buigen naar de kust waar meer opties zijn. Zodra ik internet heb boek ik vandaag een hotelletje-voor-weinig in Toulon en daar pak ik de route langs de kust weer op.

En aldus geschiedde en de pelgrim rende van de vroege ochtend, in de regen, tot de avond, in de zon, naar een fijn hotelletje. Hij viel na wederom 57 kilometer in een warm bad en likte zijn wonden.

Elk nadeel heb zijn voordeel, zei Cruijff volgens mij. Het voordeel van rennen door binnenlanden waar niets gebeurt, in de regen, is dat je geen enkele verleiding ervaart om te rusten en dus meters maakt. Je zou immers lui kunnen worden.

Voor de bezorgde meelezer: Test geslaagd. Voet en scheen werken weer mee.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: