31 oktober. Dag 77. Hotel Richelieu – Carlton Residence Beaulieu sur Mer 34k. Totaal 2.908,5k.
30 oktober. Dag 76. Rustdag.
31 oktober. Kustlopen, wordt het thema voor de komende dagen. Meer dan 400 kilometer via Monaco, Nice, Marseille, Arles, Montpellier en uiteindelijk Perpignan.
Het is gek hoe snel je kunt wennen aan de natuur en daarmee civilisatie kunt ontwennen. Vanochtend een afschuwelijke Amerikaan aan het ontbijt. Opereert alsof het hotel van hem is, spreekt veel te hard en als de koffie even duurt blaft hij het meisje van de bediening af met een ‘I ordered it today, not tomorrow, not demain.’ Deze man heeft geen oog voor de serene rust van een ontbijtzaal. Hij moet gestopt worden.
Wat ik de afgelopen weken in de bergen ben ontvlucht, komt nu heel hard binnen: lawaai, viezigheid, stank en testosterongeleidde mansprojectielen in hun peperdure sportwagens.
Vandaag is een spiegel. Ik functioneer beter in de bergen, mensen functioneren beter in de bergen, of althans zijn leuker als ze niet te dicht op elkaar zitten. De bergen noden inspiratie en ontspanning. Hier zijn zwervers, rovers en ander gespuis dat het minder goed met je voorheeft. Niet meer de rugzak buiten de winkel laten wachten.
De pelgrimage is een perfecte manier om een sober en overzichtelijk leven te leiden. Iedere dag dezelfde rituelen van opstaan, eten, lopen en mijmeren. De stadse omgeving maakt het ingewikkeld, teveel prikkels, ruis en onvoorspelbare mensen. Als dat zo is, dan is de vraag niet meer of pelgrimeren een vlucht is; het is simpelweg beter, zowel fysiek als mentaal.
Dit kustgebied versterkt dat. Zelden zag ik zoveel panden en infrastructuur op zo’n klein strookje grond geramd. Iedere meter aan de kust is bezet, bebouwd, bewoond, betegeld. Als je niet meer verder bouwen kan in de diepte, dan in de hoogte. Overal kranen, het moet nog voller.
Je kunt hier niet wandelen, geen stoepen. Je kunt hier niet hardlopen, te druk. Je kunt hier niet goed fietsen, te druk. Je kunt hier niet goed autorijden, te druk én het frappante is dat de snelste Ferrari’s de meeste vertraging veroorzaken omdat ze in stilstand over verkeersdrempels trekken. Lachwekkend is het.
De route loopt via de Italiaans grens, terug langs Menthon waarna ik om het schiereiland Cap Martin loop. Er gaat een mooi trailtje omheen, dus is het druk. Het ruikt overal naar urine en het weer is tropisch benauwd met 19 graden, een tropische urinetrail.
Toch is dit mooi lopen. De oever is een koord dat ik honderden kilometers mag volgen. Links de rouwe kracht van de zee die komt aanrollen waarna golven met veel geweld kapotslaan op de rotsen. Rechts voortdurend inkijkjes in villa’s, tuinen en zwembaden; de voyeur in mij ontwaakt. Ik trek overal aan voorbij, rijkdom en armoede, maar ben er geen deelgenoot van. Ik ben de reiziger met de stok die observeert. De oever als evenwicht tussen natuur en ‘beschaving’.
Eenmaal om de kaap komt Monaco in zicht. De hoogbouw, de haven, de hotels hoog op rotspunten. Grandeur. Hier kun je prima overnachten voor 4.000 euro, of meer. Benieuwd of dat nou anders slaapt? Huurhuizen beginnen hier vanaf een paar duizend euro, koophuizen vanaf een paar miljoen.
Ik slof er doorheen in mijn verlepte pelgrimstenue. Mijn hele huishouden is letterlijk gekreukeld, er is niets zonder. Het verschil kan eenvoudigweg niet groter als ik jonge moeders passeer in designerkleding, de baby in de kinderwagen idem. Ze hebben strakgetrokken wangen die me doen denken aan walrushuid. Tweemaal een stelletje toeristen waarbij zij richting vriendje de vissenkoppen nabootst die ze op straat ziet. Tot ze mijn glimlachende ogen ontmoet en beschaamd wegkijkt.D
Dit is ook het terrein van mannen in roze, gele en oranje pantalons met bordeelsluipers eronder. Mannen die je moet mijden. Ze dragen pullovers en hebben Franse krieltjes in hun strot.
Het is triest. Alles draait hier om merken en zogenaamde exclusiviteit, maar het is niks. Als je niet meedoet, ben je bij voorbaat de outcast. Ze zeggen dat getto’s gevaarlijk zijn, zelden zag ik meer hekwerken en video surveillance als hier. Niks geen gezellig dorpsplein the met jeu de boules. Geld maakt in ieder geval niet gezelliger.
Ik probeer binnen te komen bij het grote casino voor een stempel maar daar staat een te lange rij. Ik wijk uit naar vijfsterrenhotel De Paris, maar de bewaking weigert me. Ik geef ze geen ongelijk. Als je veel betaalt, wil je niet inchecken naast een stinkende bunzing.
Ik ren Monaco weer uit en door naar Saint Jean Cap Ferrat waar ik een hotelletje heb. Ik moet bij Cap d’Ail door een tunnel van 620 meter. Er is een smal voetpad maar het voelt toch wat intimiderend als eenieder wil laten horen hoe hard de sportwagen brullen kan. Het is eenvoudigweg te zielig. Nergens rondom Monaco kun je hard rijden met je bolide dus laat je hem brullen in een tunnel. Kreun.
Ver onder me liggen prachtige villa’s met felblauwgekleurde zwembaden die vanuit de hoogte weer uitkijken op zee. Alleraardigste stulpjes. Ik kwam hier met de trein langs tijdens het interrailen twintig jaar terug en was onder de indruk. Wilde dit stuk gewoon eens een keer rennen, zo van Italië via Monaco naar Nice, een markant stuk kust waarbij de Alpes Maritimes oprijzen uit de zee en ertussen bevinden zich de dorpen en steden, op een smal koord. Een bucketlist-dingetje dat ik vandaag kan afvinken, evenals twee landen, nummer 7 en 8. En doorrr…















Geef een reactie