29 oktober. Dag 75. Hotel Le Chamois Col de Turini – Hotel Richelieu Menton 46k. Totaal 2.874,5k.
Couscous is het eerste dat ik naar binnen werk op de vroege ochtend. Er staat 38 kilometer op het programma naar Menton, de parel van Frankrijk, die drie kilometer verwijderd ligt van Italië. Ik wil immers tenminste één Italiaanse stempel in mijn pelgrimspaspoort.
Beneden bij de receptie geen Catweazle. Ik maak wat foto’s van de enorme flatscreens die in de hal staan voor mijn kamerdeur. Waarom? Overal op de houten panelen in gang en trappenhuis posters van Monte Carlo ralleys van verschillende jaargangen.
Ik mik de sleutel in een bakje en doorschrijdt de entreehal waar een stuk of tien wereldbollen staan, een globehal. Dit is een markant hotel, het doet denken aan strips van Kuifje die op zolders komt waar antiek en schatten de ruimte delen.
In the end is het gewoon een oud, gedateerd en vies hotel. Mijn kamer heeft een bordeauxrood kleed met veel blonde haren erop. Er heeft een blonde op liggen rollen. En als ik mijn nachtkastje naar voren schuif in verband met opladen van apparatuur zie ik daar stof en haren uit 1934. Het bed is fris en schoon, dat is wat telt…
De eerste 26 kilometer mag ik afdalen van de col de Turini via Le Moulinet naar Sospel. Ik haal een gemiddelde van ruim acht per uur. Moulinet verleidt me een wandelpad te volgen, maar dat loopt dood of een verkeerde kant uit. Twee gratis kilometers.
De kloof krijgt steeds steilere wanden en voelt bijna claustrofobisch aan. Overal herfstkleuren, ook in de peilloze diepte waar een miezerig stroompje loopt. Vier kerels brullen naar me, lopen met wetsuits en doen een canyoning-tocht waar ze klaarblijkelijk van gaan brullen. Ik zwaai. In die diepte kunnen wolven zich vast goed staande houden, ik begrijp dat ze in dit ruige gebied zitten.
In Sospel een restaurant waar ik een bord risotto met calamares wegstouw. Ik wouw dat ik er was.
Om de lange route naar Santiago haalbaar te maken, breek ik hem in mijn hoofd op in stukjes; Pieterpad, Sauerland, Oostenrijk… en nu is Franse hoogalpen met al haar cols bijna ten einde. Gek hoe je hoofd met je fuckt. Als je 100 loopt is 90 te ver, als je een marathon loopt, komt de man met de hamer op 35, als je 1.600 kilometers door de Alpen loopt, komt hij op de laatste col…
Alles doet me zeer. De voeten branden en ik voel rechts de dove steken van een shinsplint, de benen willen niet meer klimmen en belangrijkste: de kop is er klaar mee. Ik merkte het ook de laatste dag door Zwitserland naar Genève voordat Brenda invloog; ik viel bijna uit elkaar. De geest laat even los als een etappe, in dit geval de Franse Alpen, voorbij is en dan ga je alle pijntjes voelen.
Het punt is dat Frankrijk nog een heerlijk colletje voor me heeft liggen, de col de Castillon met 728 meter. Er zijn geen wandelvarianten dus via een B-weg ploeter ik me omhoog. Hij is niet hoog, maar irritant. Hij klimt niet door, dus je pakt geen hoogte, maar bent wel de hele tijd aan het werken en er komt geen einde aan.
Ik strompel als een oude man (echt) en slof met mijn schoenen over het asfalt. Om de kilometer ga ik even op een steen zitten. De koek is mentaal op. Ik wil op een stuk gras gaan liggen en een week uitrusten en niks moeten.
Na 31 kilometer ben ik boven. Ik werk me door een tunnel en dan… Eindelijk een eerste blik op de Middellandse Zee. Niet dat ik de zee zelf zie, want die gaat over in de lucht. Ik zie het aan een boot die wit schuim achterlaat. Nog 15 kilometer dalen en dan ben ik er. Het voelt oprecht als of ik een woestijn ben overgestoken en water zie. Het koppie wil niet meer.
De afdaling is belabberd, een weg die te smal is. Geen fietspad of stoep. Bovendien is het spits op vrijdagmiddag, mensen willen naar huis. Ik loop aan de stijgkant zodat ik over de railing kan springen als een tegemoetkomende idioot me niet ziet. Iedere forens uit Menton ziet dit als een race en vliegt het aan als volleerd coureur. Punt is; dat zijn ze niet. Steeds als ze me zien schrikken ze en wijken uit of remmen, terwijl je hier wielrenners mag verwachten. Dit is het trainingsveld van veel toprenners. Ik zie maar één oplossing en dat is gewoon heel hard naar beneden rennen.
Menton, ik had er geen verwachtingen van. Het is een Franse gemeente, gelegen in het departement Alpes-Maritimes en de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur. Het ligt op de grens met de Italiaanse bloemenrivièra, aan de andere kant van de grens bevindt zich de Italiaanse stad Ventimiglia. De stad Menton wordt de “parel van Frankrijk” genoemd.
De citroen is een van de symbolen van Menton aangezien dit het enige gebied in Frankrijk is waar, dankzij een uniek microklimaat, citroenbomen vrucht dragen.
Eerlijk gezegd zie ik weinig parels als ik de stad binnenkom. Ik pak zo nu en dan een klein stukje trail tussen de S-bochten in de weg en alles is ondergescheten en stikt van het toiletpapier. De aanloop telt talloze woonblokken waar ik tussendoor laveer. Tenslotte ben ik telkens weer verbaasd over de Franse cultuur. In héél Oostenrijks en Zwitserland niet één afgeschreven auto ergens zien staan. Vandaag zie ik er zonder overdrijven wel tachtig. Wat is dat? ‘Ik gebruik het niet meer en zet het gewoon ergens half in het bos en dan is het cultuur?’ De Fransen noemen dat trots laissez faire, gewoon een beetje loslaten. Als we niet uitkijken,vinden wij Nederlanders dat nog pittoresk ook, een verroeste Citroën in de berm. Voor de goede orde: dat is het niet. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat de aanloop hier met haar oude panden, verlepte schuurtjes, grofvuil en wegroestende auto’s meer weg heeft van een ontwikkelingsland. Knap dat ze dat hier tot onderdeel van hun cultuur, gemeengoed hebben gemaakt.
Voorlopig voel ik me een uitgeperste citroen en pas dus wel in Menton met haar zachte maritieme klimaat. Totaal uitgewoond, kom ik na 46 kilometer aan bij mijn hotel. De vriendelijke jongeman boekt me in en ik zie in zijn scherm dat ik één van de betere prijzen heb. Jasmine uit India betaalt 441 euro voor eenzelfde kamer, ze zit immers op loopafstand van Monaco. Hij meldt me dat als ik nog ooit een keer direct boek ik tien procent korting krijg en ontbijt voor de halve prijs. Ja, goed plan, doe maar morgen! Rustdag! Ik ga zwemmen en naar Italië wandelen om een stempel te halen in Ventimiglia. Vandaag is het klaar. Ik kan alleen nog maar liggen. Nog drie etappes, Perpignan, Pyreneeën en Camino Frances…










Geef een reactie