24 oktober. Dag 70. Le Chalet Bezan Col d’Izoard – Cap Verb Guillestre 33k. Totaal 2.641,5k.
Ik word wakker in een heerlijk chalet. Aankomend in het donker liet Google me rondjes lopen door een donker bos. Ik stuitte op een chalet met een elektrisch paneeltje bij de deur. Op goed geluk toetste ik ontvangen pincode en betreedde dit heerlijk houten pand. Geen wifi, precies zoals het hoort.
Bij wakker worden de constatering dat het direct naast de steile weg ligt die kaarsrecht vanuit het dal de berg oploopt en net na het chalet haar eerste haarspeldbocht naar rechts maakt, het bos in. Ik ken deze klim van eerder op de mountainbike. Ik fietste hem met minus tien en moest halverwege het bos mijn wild geraas staken omdat de weg totaal dichtgesneeuwd was. De rechte strook asfalt die zich omhoog baant, is een killer. Net te steil en geen enkele bocht om naar adem te happen.
De dag begint met een expeditiemaaltijd pasta met kaas van Xfood.nl. Het is zondag en in dit berggebied is sowieso niks te krijgen, dus dit is een uitkomst. Beetje kokend water erop en voila! De andere gasten hebben uitgebreid hier ontbeten en ik giet de laatste restjes koffie uit kannen in een mok. Buiten ontbijten met uitzicht op de bergen en de vallei die naar de col leidt. Het kan niet veel beter.
De route voert een stuk naar beneden via de weg en dan rechts de flanken van de berg op richting de Col de Furfande op 2.500 meter. Een prachtige klim door geelgekleurde dennenbossen met op de bodem geelgekleurde gras. Vandaag is geel.
Ik kom geen hond tegen de afgelopen dagen. Vandaag wel twee wolven. Ze zitten steeds rechts van me in een couloir en janken om beurten om het hardst. Die beestjes zullen wel net als mijn eekhoorntjes aan het hamsteren zijn voor de winter. Het geeft toch een wat sinister gevoel, dat onheilspellende geluid in mijn buurt. Zo nu en dan omkijken of ze me volgen. Even overweeg ik met sporttape mijn Victorinox-mes als speerpunt op mijn pole te tapen, naar ze zijn schuw en banger voor mij dan ik voor hen.
Frankrijk is het land in de EU waar per jaar de meeste dieren door wolven gedood worden. Er zijn ongeveer 500 wolven die over 40 departementen verspreid zijn (2018). Er worden per jaar meer dan 12.000 landbouwdieren gedood en dat aantal stijgt met 1.000 per jaar. Per jaar wordt ongeveer 80.000 euro aan kosten gemaakt per wolf, maar hij heeft een absoluut beschermde status.
Het beste dat je kunt doen is de wolf eraf rennen; wij zijn immers de meest dodelijke lopers op deze planeet aldus het boek Born to Run. Gewoon in de zon gaan lopen en zorgen dat hij oververhit raakt.
Zo raak ik in conclaaf met een andere loper. Ik zie hem voor me op de steile helling in groene jas en net rode rugzak en begin op hem te jagen. Ik ren alles omhoog… maar krijg hem niet in mijn vizier. Shit, die gast is goed! Kilometers maak ik jacht op hem tot ik hem tref bij een dichtgevroren stroompje dat over de weg loopt en waarvan hij foto’s maakt.
Het blijkt een mountainbiker. Met een elektrische mtb. Ik maak al een uur jacht op een elektrisch aangedreven spook. Hij vindt het mooi dat hij net over ijs moest fietsen. Hij is duidelijk niet gecharmeerd van een hardloper met rugzak die hem volgt. Hij geeft gas over de gravelweg en weg is hij. Ik ga via de Grande Randonnee en zet grijnzend de achtervolging in. Na 2.600 kilometer rennen met bepakking is ie van mij. In een film zou de tekst zijn: Your ass is mine! En aldus komen we ongeveer gelijk aan op de col op 2.500 meter. Ik krijg een bescheiden knikje van erkenning. Lol. Zo wordt het echt wel een hele snelle etappe.
Hij duikt de afgrond in en ook ik laat me vallen als een kogel,maar hier is hij me te snel af. Links ligt de refuge Furlande, prachtig gesitueerd in een kom, vol in de zon. Hier had ik vannacht willen slapen, maar na de col van gisteren vond ik het welletjes. Vandaag niet één, maar twee cols. Na de afdaling een plateau dat ik weer mag uitklimmen naar de col Garnier op 2.279 meter. Als ik daar iets afdaal, krijg ik uitzicht over de kom met daarin het dorp Guillestre.
Guillestre is een bijzonder stadje. Het ligt in een kom op het kruispunt tussen drie natuurgebieden, Parc des Ecrins, Parc de Queyras en Parc de la Vanoise. In de kom een bult waarom het immense Fort Dauphine rust dat uitkijkt over het dorp. Boven de skigebieden van Vars en Risoul. Even rijden en je zit in Italië bij de Col d’Agnel. Dan lopen hier de snelstromende Guil en de Durance.
Zo ben ik hier ooit terecht gekomen. Samen met vriend Marcel boekte ik een week wildwaterkajakken en kwam terecht onder de bezielende leiding van Carlo die inmiddels ook een vriend is. Carlo deed ontzettend zijn best, maar ik ben een duursporter, geen technische sporter. Laat mij maar 1.000 kilometer kajakken. Voor technisch varen, heb ik net zoveel talent als voor zingen en ballet. En zo kwam het dat ik de slechtste leerling ooit was en na twee dagen uit de boot stapte. Ik had inmiddels zowel de Guil als de Durance op de kop achterstevoren bevaren en had beter een cursus wildwaterduiken kunnen boeken. Mijn kayak had een schietstoel moeten hebben in plaats van een spatscherm. Is het gek dat Carlo bang was dat ik zou omslaan toen hij me aan het begin van dit project een kayak leende om de Linge op te varen… Afijn, mooi was het wel rondom Guillestre.
Niet veel later liep ik met Carlo en vier andere gidsen, met zes probleemjongeren uit Amsterdam van Nice naar Guillestre. Carlo werkte in de jeugdzorg en vroeg me mee als berggids. Het project heette Terug naar de Oorsprong en de intentie was de jongeren middels ervarend leren terug te brengen naar hun kern. Weg uit de sociale context van thuis.
Een week lang verkenden Carlo en ik met zijn terreinwagen ieder paadje dat we met de jongeren zouden gaan lopen, van de Col d’Allos tot de buitenwijken van Nice.
De expeditie begon op station Amsterdam waar we de trein naar Nice namen. Ik zag bij aankomst in de restauratie allemaal gevaarlijk ogende kerels hangen met felgekleurde zakdoeken aan hun broek, waarschijnlijk het teken dat ze ergens bijhoorden… Ik was 28 en scheet in mijn broek. Later bleken het ‘jongetjes’ van 16 die mijn hand wilden vasthouden als we langs steile afgronden liepen.
Al de eerste nacht in Nice bleken ze het hotel uitgeslopen te zijn en de stad op zijn kop te hebben gezet. Niets van gemerkt, maar de receptionist waarschuwde ons grijnzend. Jongens die Amsterdam nooit uit waren geweest en geen woord over de grens spraken. Onderweg moesten ze soms hun rugzak uitpakken, alcoholcontrole. We troffen niks aan. Vijf minuten later deden we het weer… en er was alcohol.
Uiteindelijk hebben ze alle zes de tocht volbracht en een onvergetelijke ervaring van succes beleefd. De route was fantastisch en nu mag ik hem in omgekeerde richting gaan lopen.
Na de tweede col van de dag volgt een kniekrakende afdaling van 1.300 meter. Met trillende stammetjes val ik in het gehucht Maison Le Roy uit de bosjes. Om meteen daarna via de secundaire weg weer tientallen meters te mogen klimmen.
De begroeiing is anders, groener hier. Guillestre ligt in een doorlopend dal naar Nice. De wind blaast het altijd schoon en dat maakt dit het dal met de meeste zonuren van Frankrijk. Dat is teveel luxe voor deze pelgrim. Al een maand vrijwel geen regen, op een nachtje na. Toen Brenda vetrok zou ik vier dagen regen krijgen, dat eerder er drie, twee, een en uiteindelijk is er geen regen geweest en ook de voorspellingen zijn zon wat de klok slaat.
Mazzel met het weer dus. Ik heb alleen een abonnement op onderkomens-zonder-badstop. Zo ontdek ik als ik in Cap Verb, een soort jeugdherberg kom. Totaal uitgestorven en de receptie gaat via sms. Ik ga op strooptocht het hele pand door. Pak vier sleutels van andere kamers maar ook daar geen badstop. Uiteindelijk vind ik in een uithoek van een pand in een prullenbak een tweeliterfles jus. Ik schroef de groene dop eraf en draai er vier rondjes sporttape omheen. Geen druppel gaat erlangs. Binnenkort op afroep bestelbaar.
Ook eten vraagt wat moeite. Zondag in een Frans gehucht. Werkelijk alles dat zichzelf respecteert, is dicht. Er is één pizzahutje. Als ik om 20 uur bestel, lachen ze me nog net niet uit. Tien uur mag ik het nog eens proberen. Dan is het inderdaad rustig maar veel ingrediënten zijn op. Ze pakt een vette ham. ‘Jambon cru, tu aime la?’ Huhuh knik ik kwijlend. Ze rost een pizza in elkaar met de laatste kaas, ham, tomatensaus en olijven. Een maxi van 40 centimeter en ik krijg hem voor de prijs van een kleine Margherita. Hij smaakt hemels en verdwijnt snel.
Morgen Col de Vars.











Geef een reactie