Veel wijzen wandelen. Ik wandel. En ik bedwing de col des Ayes

23 oktober. Dag 69. Mas de Blais appartement Briancon – Le Chalet Bezan 22k. Totaal 2.608,5k.

Mijn dag een Briancon was er eentje om te rusten. Een heerlijke studio met uitzicht op de bergen via Booking.com. Even metime, alhoewel, voor je het weet heb je een drukke dag. Schrijven, lezen, scheren, naar de kapper, kapotte kleding naaien, in bad liggen, de stad slenterend verkennen, een pelgrimssstempel halen bij de  groteske kerk in het oude stadsdeel,  nieuwe trailpantoffels kopen, een luchtbedje aanschaffen voor iets comfortabeler nachten (1.20 meter lang, wel minimalist blijven), wassen, drogen, voeten vertroetelen; je zou er zomaar moe van worden. Ik ken het nog van mijn poolexpeditie in Groenland. Vier dagen en nachten ingesneeuwd en iedereen vraagt zich af of je je verveelt. Nee, daar heb je geen tijd voor. Zo ook hier. De uitrusting en ik hebben onderhoud nodig. Een welkome dag aan de lader.

Lopen. Lopen doet de mens van oudsherre. Het brengt je van A naar B. Inmiddels is mij helder dat als je wat tijd neemt je Europa aan je voeten hebt liggen. In meerdere opzichten.

Pelgrimeren betekent, weglopen van hetgeen je bezig hield. Het leven wordt opnieuw overdacht en gerangschikt. Het is een rite de passage met een leven voor en na de tocht. Rituelen zijn mooi en we hebben er nog maar weinig over. Een pelgrimstocht is een ritueel en ook onderweg volgen rituelen, zoals het achterlaten van een steen en daarmee je zorgen en het verbranden van je schoenen in Finisterre.

In Nederland wandelen een paar miljoen mensen regelmatig, door corona is dat meer geworden. Je ziet dat boswachters paden gaan sluiten omdat het wild haar rust niet meer vindt. Voor trailrunners wordt het speelgebied verkleind. Terecht.

Frederique Gros doceert ethische filosofie aan de universiteit van Parijs en schreef de bestseller Marcher – Une philosophie, waarin hij schrijft over pelgrimeren, marsen en alles dat wandelen voor mensen betekent.

Hij vertelt dat lopen van oudsher verbonden is aan wijsheid en wijsgeren. Zo wandelden Kant, Nietzsche, Thoreau, Gandhi, Rimbaud, Kierkegaard en vele anderen. Heidelberg is filosoof en heeft een Philosophenweg, een fraaie laan door het bos waar volgens de overlevering Hegel, Goethe, Schiller en Kleist liepen.  Het lopen was nodig om tot hun inzichten te komen. Nietzsche: ‘Alleen gedachten die door wandelen zijn ontstaan, zijn van waarde.’

Herhaling is daarin de kern. Het maakt de gedachten vrij. Het gaat zelfs verder: Door lopen kan je één worden met de energie van het universum. Gros: ‘Tijdens een autorit kun je uitstappen on het landschap te bewonderen: wat zich dan aan je voordoet is een afbeelding ervan, je blijft zelf aan de buitenkant. Aan de wandelaar doet het landschap zich voor als een beloning voor de inspanning die hij levert. Je krijgt een meer intieme verbondenheid met het landschap, omdat het een deel van je lichaam wordt. Die twee kunnen dan in unisono vibreren, een lichamelijke gewaarwording.’

Jean-Jaque Rousseau schreef in zijn Bekentenissen: ‘Ik doe nooit iets behalve tijdens een wandeling, het land is mijn schrijfkamer; het zien van tafel, papier en boeken wekt mijn verveling, mijn schrijfspullen ontmoedigen me… Nooit heb ik zoveel gedacht, zo bewust bestaan en geleefd, nooit ben ik, als ik het zo mag zeggen, zo mijzelf geweest, als tijdens de reizen die ik alleen en te voet gemaakt heb. Het lopen heeft iets dat mijn gedachten bezielt en stimuleert. Ik kan nauwelijks denken als ik op dezelfde plaats blijft. Mijn lichaam moet in beweging zijn om mijn geest in beweging te brengen.’ Ik had het zelf niet scherper neer kunnen zetten. De bergen zijn mijn schrijfkamer, zeker vandaag.

Ik beklaagde me dat er geen herfstkleuren waren in zowel Oostenrijk, als Liechtenstein, als Zwitserland. Frankrijk heeft besloten, patriottistisch als het is, om dat ruimschoots te compenseren. Zelden zag ik de kleuren zo van de bomen afspatten. Piccalillygeel, ossenbloedrood en Sisioranje. Ik blijf foto’s schieten en de kin van de grond rapen.

Na een aantal kilometers door Briancon voert een gravelweg me links omhoog de Vallee des Ayes in. Via een okergeel dennenbos werk ik me honderden meters omhoog als door een felgele tunnel waar niet alleen licht aan het einde gloort, maar overal eigenlijk.

Immense oude sparren omringen me, hangen over me heen. Bomen die meer dan honderd jaar oud zijn. Ze hebben de oorlogen meegemaakt, mensen zien vechten en ze van zuurstof voorzien. Misschien trek ik onder bomen door die Hannibal hebben laten ademen. Het geeft een nietig gevoel. Bomen hebben eeuwigheidswaarde en gaan toekomstige generaties doen voortleven. Als het meezit. De gemiddelde Nederlandse boom wordt nog geen dertig jaar oud voor hij wijkt voor logistieke beslommeringen, infrastructurele maatregelen of ander menselijk ingrijpen. Het baart me zorgen.

Na ettelijke kilometers beland ik in het gehucht Les Ayes, een verzameling kleine chalets en vakantiehuizen gedrapeerd over het kommetje. Ik vertraag als vanzelf en schiet foto’s. Een alleraardigst kapelletje, de schattigste Hans-en-Grietje-huisjes. Ergens een doorkijkje op een familie die aan een lange picknicktafel zit en de wijn laat smaken. Fransen begrijpen hoe de zaterdagmiddag te vullen, alhoewel het is nog voor twaalven.

Ik moet in het durp linksaf en de gravelweg verlaten voor een geitenpad naar de col des Ayes. Op de kruising hoor ik Nederlands spreken, pas voor de tweede keer in bijna 70 dagen. Ik raak in gesprek met een aimabel stel, hij Nederlands, zij Frans maar Nederlands sprekend uit Embrun, iets verder naar het zuiden. Gezamenlijke euforie over de waanzinnige herfstkleuren, de strakblauwe hemel en het adembenemende gebied. Ze zijn hier elke dag buiten om te struinen. Ze gaan via het meer verderop in de kom omhoog, misschien treffen we elkaar nog op de kam. Een leuke ontmoeting.

Ik meander omhoog via het geitenpad. Het is oppassen geblazen. Het pad gaat parallel aan een stroompje en de grond is keihard bevroren en dus spekglad. Overal waar het zonlicht niet komt, is het wit en koud.

De klim is heerlijk en geleidelijk en voert vanuit Briancon en Serre Chevalier ruim 1.250 meter omhoog naar de col. Het uitzicht is spectaculair maar te koud om lang te blijven zitten. Ik zet een snelle afdaling in om mijn HOKA’s aan een test te onderwerpen.

Ruim tien minuten later ben ik honderden meters afgedaald. Test geslaagd. Euforisch gillend ren ik door een arena van herfstkleuren, een klein spiegelglad meer dat de gele sparren weerspiegelt en even verder een vallei met alleen maar groene en gele sparren. Als er een God is en hij creëerde een hof van Eden waarin hij Adam en Eva plaatste, dan was het hier.

Ik mag me door deze vallei heenwerken naar  het gat Brunissard. Daar boek ik een kamertje in het paradijs. Geen appels voor mij. Wel een pastamaatijd én een expeditiemaaltijd. Ik eet tegenwoordig twee of drie avondmaaltijden en zo gaat het ook met ontbijt en lunch.

Deze 46-jarige krasse knar mag niet klagen. Ik heb iedere stap pijn in mijn voet, maar hij wordt niet erger. Verder heb ik weinig spierpijn en heb iedere dag de energie om te rennen, klimmen en blijven gaan. Ik ben flink afgevallen maar dat mag na 2.500 kilometer rennen en hiken. Het aandachtspunt is op gewicht blijven en dus tegen heug en meug eten. Ach, als dat het is, valt het allega mee.

Ik eindig mijn dag met warme chocolademelk in een pizzeria bij mijn pension. Mooie oude foto’s aan de muur van heroïsche wielrenners die de col d’Izoard aanvallen zoals Bartolomeo Aymo in 1925. Saillant detail: hij loopt naast zijn fiets met drie oldtimers achter zich aan. Ik houd ervan. Ondertussen stuur ik e-mails naar de vijf duurste hotels in Monaco on gesponsord te worden als ik daar over een week aankom.

Alle oude mannen van het dorp komen hier hun biertje doen. Note to self en hunnie: een boks heeft hetzelfde effect als een handdruk, hij brengt bacteriën over, geef dan gewoon een hand. Een mondkapje omdoen en dan een uitgebreide hand geven, werkt ook niet helemaal. Gisteren schreef ik over verwondering en mijn mensbeeld. Dat is niet zo positief. Wij gaan dat virus niet verslaan zo. Vriend Alexander reageerde mooi op mijn blog gisteren met een quote van André Kuipers: We zijn wel intelligent, maar niet verstandig.

Amen, sprak hij vanuit zijn paradijs

Leestip: Frederique Gros. Wandelen. Een filosofische gids.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: