Een ijskoude overnachting en een doorklim naar Chambery

16 oktober. Dag 62. Wildkamperen in de kou Doussard – Theatre Hotel Chambery 45k. Totaal 2.393,5k.

Kun je overlijden aan een zuurstoftekort in je mummieslaapzak? Feit is dat de nacht temperaturen onder nul brengt bij een kraakheldere hemel en wij onszelf diep in het dons begraven hebben. Echt koud heb ik het niet, oncomfortabel, is het woord dat Brenda bezigt. Op 1.350 meter op een stenen plateau in de buitenlucht slapen, is licht oncomfortabel. Maar blijkbaar was er voldoende zuurstof.

We maken ons los van slaapzakken, maar de vier shirts, trui, bodywarmer en windjack blijven aan tot diep in de ochtend. Overal om ons heen staat de witte rijp op de velden; het heeft goed gevroren. Het devies is marcheren, dus dat is wat we doen.

Met een reep achter de kiezen werken we ons over het zadel waarna we via een gravelweg een daling inzetten. Koeienbellen klingelen ons tegemoet en een vroege boer kijkt verwonderd op als twee Michelinmannetjes passeren.

Links van ons een lange vallei die we helemaal zullen uitlopen vandaag. Overal is inmiddels de herfst uitgebroken. Brenda is er in de transitieweek. Alles was (te) lang groen, nu druipen bruin, geel, oranje in elkaar over als in een gevecht om het eerst in volle glorie aanwezig te zijn. Hetfsthellingen om ons heen die je helaas op geen enkele wijze tot hun recht kunt laten komen in foto’s. Het is een genot om in deze ochtendkou onder een kraakheldere blauwe hemel door deze herfstpraal te banjeren. We zeggen weinig.

Auto’s komen ons tegemoet, klimmers en wandelaars uit de stad die hier op zondag hun wekelijkse walk in the park doen. Ook zij verwonderd als ze twee Flipjes van Tiel in astronautenoutfit de berg af zien komen. Ze grijpen naar kledingstukken, wij op onze beurt kwijlen bij de aanblik van hun koffiethermos.

De dag laat zich kenmerken als één grote uitklim. Als we beneden zijn achtereenvolgens een chocolaterie en een bakkerskraampje. In 45 kilometer de enige bedrijfsmatige activiteiten. Bij de eerste drinken we koffie met een variëteit aan de verrukkelijkste bonbons. Duidelijk een ambachtsman en hij oreert over Venezuelaanse chocoladeboontjes die met de grootste zorg door verantwoorde kinderhandjes zijn gemalen en tot vloeibare heerlijkheid gesmolten. Eenmaal buiten rammen we ze zonder verdere omhaal gretig naar binnen bij de koffie. Méér, méér!

Het is ook de plek waar we beginnen met ontkleden. Gedurende de ochtend pellen we lagen af. Een en ander is omgekeerd evenredig met de mate van klimmen; hoe langer we stijgen, hoe naakter dat gaat.

Het is een gedrocht, een kilometerslange weg die vanaf het plateau aan de andere kant van het Massif de Baugets weer naar buiten leidt via een zadel. Punt is dat het zadel ver van het stuur zit, zeg maar. Steeds als we denken dat we boven herfstbomen uit te komen, komt er nog een verborgen level en nog een, en nog een en nog een.

We lopen kaarsrecht tegen de felle zon in en voelen ons net als de chocolade, gesmolten, of gefrituurd zo je wilt. Brenda draagt pet, bandana en bril, ik muts van Elly waar ik een zonneklep aan fabriceer en bril. Urenlang klimmen we gestaag en zien het plateau achter ons in de diepte verdwijnen. Het gemiddelde ligt laag door stijgen en hitte en met 45 wordt het zo een never ending story van twaalf uur op de been.

Aan Brenda zal het niet liggen en ze neemt het programma van Jeroen van Koningsbrugge in de mond over fitte hoentjes die getest worden voor de special forces. We zijn het er unaniem over eens dat dit erger is.

Na een urenlang zonneknijpen met de ogen dan eindelijk de col de Plainpalais. Vanaf nu zal alles naar Chambery leiden. Nieuwe vergezichten openen zich. Links een bult die als een haaientand oprijst uit de vallei, gehuld in wat lijkt een lichte sluier van wolken. Prachtig. Smog, noemen we dat. Het hele dal hangt er vol mee. Na dagenlang stabiel nazomerweer zonder wind hangt er een vette, allesverzengende smogwolk in de dalen. We gaan er in onder.

De afdaling is er een van voortdurend voorbijrazende auto’s. Geen wandelpaden hier, behalve één maar dan zijn we na een pittige klim meteen de bordjes en het pad kwijt en keren terug naar de weg. Gelukkig wel een vrolijke dame die ons een handvol gepofte kastanjes in de hand duwt. Gestes die een dag maken. Note to self: gepofte kastanjes komen van het vuur, kijk uit voor je fikken, heet!

De voorzienigheid heeft de dag zo bedacht dat we zonder ook maar één enkel terrasje via een hoge zijroute de stad invallen bij ons hotel. Het horloge van Brenda is bijna leeg en ze wil kost wat het kost 45 op de teller voor hij afhaakt, dus de laatste kilometers zit de pas er nog goed in.

Na 45,3k zijn we content dat het hotel een lift heeft van één m2 en als gepofte zombies hangen we erin tot we op de tweede verdieping zijn. In twee dagen zijn we de 59 kilometer van het meer van Annecy, dit Massif de Baugets doorgestoken, een prachtig gebied waar toeristen zich nooit vertoond hebben en wandelpaden niet zijn of niet gemarkeerd zijn. Geen terrassen, geen tourist offices, geen mensenmassa’s; precies zoals we het willen eigenlijk!

Een transitieweek waarin de herfst de kop opstak, het meer van Annecy zich van haar liefste kant liet zien en ik me twee keer liet verleiden tot koudedompelen, we vervolgens nog kouder op een berg sliepen en uiteindelijk van Genève Airport naar Chambery doorstaken. Brenda kwalificeerde zich als tijdelijk pelgrim met een welverdiende stempel in haar paspoort. Veel kilometers gemaakt en nu weer alleen verder. Monaco, here I come!

17 oktober
Brenda vliegt terug naar NL.
Blogtikdag.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: