10 oktober. Dag 56. Hostal Nyon – Residence Martin 32k Totaal 2.245k.
Een heerlijke nacht in een fantastisch bed met niet snurkende kamergenoten. Het ontbijt sluit erop aan, de juiste koffie, jus en drie smaken yoghurt met muesli.
Ik kan vandaag wat rustiger aan doen want het is maar 30 naar het huis van Martin in Genève. Martin is een vriend van Marcel. Ik ken hem niet. Drie weken geleden gooide Marcel me na Innsbruck af bij mijn krijtstreep en opperde dat het wellicht aardig was bij Martin aan de lader te gaan.
Inderdaad ben ik al drie weken door de Alpen aan het jagen. De voeten doen pijn, het metaal van de plaat voor de kop is roestig en ik stink. opnieuw. Onvermijdelijk als je weer dagen in hetzelfde rondrent. Ik word er zelf onpasselijk van.
De route voert wederom langs het meer en voert van het ene naar het andere gehucht. Ergens in het groen een kerel voor me. De klassieke pelgrim; wandelstok, hoed, Jacobsschelp aan de rugzak en knokige knieën. Hij hoort me aankomen en wacht. Een leuk gesprek. Hij heet André, voor Andreas, zoals later blijkt uit zijn visitekaartje. Een Duitser die getrouwd was met een Belgische dus hij spreekt een paar woorden Nederlands. Mijn vierde pelgrim en we eindigen onze ontmoeting met foto’s van elkaar schieten, eens iets anders dan en pelgrimselfie.
De hele dag is het redelijk blauw boven, maar koud. Rechts tegen de bergen verzamelen stapelwolken zich en het ziet er dreigend uit. Ik verwacht onweer dat niet komt.
In een klein gehucht een kerkje waar ik de derde stempel van de dag haal. Achter de kerk een hels lawaai van honderden spreeuwen die in zwierige zwermen over de wijngaarden scheren. Prachtig beeld en ik kan er uren naar kijken. Dat is wat ik doe en ik schiet foto’s en film.
We gebruiken steeds vaker dieren als voorbeeld in ons dagelijkse leven. Mieren om verkeersvraagstukken te optimaliseren. Vogels voor vliegtechniek. En deze zwermen als voorbeeld voor massacommunicatie. Waarom vliegen ze niet tegen elkaar? Is er een centrale leider? Tsjilpen ze commando’s naar elkaar? Stoten ze geurstoffen af? Tappen ze in op een collectief geheugenveld?
In de laatste tien kilometer een stuk door Frankrijk. Een bijzonder moment: het zesde land dat ik aantik en vandaag becijferd dat het echt precies op de helft van de route is.
Ongeveer 2.240 op de teller en ik moet nog 402 naar Monaco, 562 naar Perpignan, 400 door de Pyreneeën en 750 van Roncevalles naar Finisterre. Soort van de helft dus. Ongeveer.
Bijzonder is dat je direct merkt dat je in Frankrijk bent. Oude muren met scheuren waar losse stenen inzitten, overwoekerde opritten, onkruid en rommel. Het Franse kwartiertje belichaamd in rommel, de befaamde Franse slag, het joie de vivre en Bourgondische dat je niet meteen ziet in Zwitserland.
Fransozen moeten een beter seksleven hebben dan wij. Calvinistische Nederlanders gaan pas zitten als de vaat gedaan is, in casu in de vaatwasser staat. Een Fransoos flikkert het zo achter zich neer en rommelt op een ander vlak verder. Wij Nederlanders zijn dus te moe, maar wel soort van tevreden. De vaat is gedaan, dat pakken ze ons niet meer af.
Afijn eind van de dag brengt me bij Martin die vlak naast CERN woont. Ik merk dat dit laatste loodjes zijn. Ik heb meer dan drie weken door de bergen lopen pushen om hier aan te komen en nu val ik soort van uit elkaar. Pijn aan de voeten, alles moet gewassen worden ik verheug me op een paar dagen relatief rustig aan doen met Brenda.
Martin pakt het uitstekend op en sleept me niet de stad in en zijn vrouw adviseert een bad met olie. De spullen gaan in wasmachine en droger en er is een finishbiertje. Ik ben over de helft. Effe niks…
Morgenochtend moeten beide werken. Wat ik voor ontbijt wil? Koffie. Blijkbaar net als de vrouw des huizes. Ik krijg uitvoerige instructies betreffende het koffiezetapparaat en mag het morgen rustig aan doen. Dank voor de gastvrijheid!








Geef een reactie