Van Thurweg, naar Jakobsweg, naar een dagje tutten op de boerderij

28 september. Dag 44. Thur camping Alt Sankt Johan – Buelestubli in Buelenhof 34k. Totaal 1.794,2k.

Een uitstekende nacht in het tentje. Het is eind september en prima uit te houden. Er is nog geen boom geel, waar blijft de herfst? Afscheid van de aimabele uitbater van de camping en het camperstel met wie ik sprak. Samen hebben ze me gesponsord en zwaaiend verdwijn ik om de bocht.

Ik volg de Thurweg, een uitstekend gemarkeerd wandelpad door de vallei. De route volgt de Thur die uiteindelijk uitmondt in de Rijn. Dorpen zijn aan elkaar geregen, Stein, Nesslau, Neu Sankt Johann, Ebnat-Kappel, Wattwil.

Synchroniciteit ook vandaag op het pad. Ik denk aan vriendje Marcel die heeft meegekregen dat ‘steen’ hem goed doet, dat hij daarom floreert in de bergen. Precies als ik daarover mijmer, loop ik onder het bordje Stein door. Gisteren had ik het nog erger. Ik wilde naar trailrunners Jana en Ronnie in Rutennen navigeren. Op het moment dat ik het intik, kijk ik op en sta voor een bordje met een andere Rutennen op een afstand van half uur lopen. Ik vind het leuk.

Het pad meandert heerlijk door de vallei, niet teveel hoogtemeters. Van Wildhaus naar Wattwil is het 1.300 meter klimmen en 560 meter dalen over een afstand van 36 kilometer.

In de dalen is het een bedrijvigheid van jewelste. Iedereen wacht op de weeromslag die herfst heet. De dieren zijn allemaal uit de hoger gelegen weides gehaald en scharrelen allemaal beneden rond. Een ware kakofonie van koeienbellen resoneert door het dal. Overal groepjes. Ook de mensen laten zich niet onberoerd. Nijvere bijtjes hakken hout, maken het huis winterklaar, verrichten laatste werkzaamheden aan tuin.

In Nesslau stuit ik eindelijk op een kapper die open is en tijd heeft. Ik ben aanhanger van het adagium: als je kaal bent, moet je dat niet ontkennen. Om dan met bakkebaarden van een meter rond te lopen en een kaal keppeltje, is ook maar niks. Mijn kapper kent het en beeldtde kluft uit, de sliert haar die je met een beetje speeksel over je kale achterhoofd plakt. Ik vraag hem alles eraf te halen. Of ik het zeker weet? Ja! Kaal is mijn natural state of being en nu is het te lang. We kletsen over Jakobswegen en ook hij besluit te sponsoren met een Sondernpreis. Dan wil ik hem op de foto in de deuropening. Hij is bang dat zijn zaak nu platgelopen wordt, maar we constateren dat mobile homes er gelukkig wel even over doen vanuit Holland.

Met een kale kop is het goed lopen dus ik sjok door naar Wattwil. Dit is een beetje de evenknie van Ouazarzate, de stad waar het avontuur dat Marathon des Sables heet, begint. Wij noemden het ‘Waar ze zaten’, hier is het ‘Wat wil je?’. Vandaag is vriendje Bram naar Marokko vertrokken voor zijn avontuur.

Afijn ik koop de Aldi leeg. Even zitten buiten en mijn routeboekje bestuderen. In Wattwil ben ik aangekomen op de Jakobsweg van de Bodensee naar Genève, de St. Galler Weg. Ik heb wat etappes overgeslagen door de zuidelijke doorsteek van Liechtenstein, maar in Wattwil buig ik af naar het zuidwesten en pak hem op.

Ik heb behoefte aan een dag vrij om wat klusjes te doen; enkele artikelen schrijven voor de pers, spullen drogen, lanterfanten, eigenlijk gewoon een dagje tutten. Ik lees dat er hier een klooster is waar ik welkom ben. In een bijgebouw van het Mariaklooster biedt het gezelschap Fazenda da Esperanca kamertjes aan en je kunt deelnemen aan de gezamenlijke maaltijden. Het klinkt exotisch maar deze pelgrim heeft visioenen van Spartaanse kamertjes en dat heeft hij nu even niet nodig.

Even verder staat dat veel pelgrims enthousiast zijn over Buelestubli in Buelenhof (met puntjes op alle u’s maar dat lukt niet goed op de telefoon). Dit klinkt ook exotisch, om niet te zeggen: onuitspreekbaar. Dit boerenbedrijf ligt naast de pelgrimsroute op drie kilometer vanaf het dorp. De gastvrije eigenaars halen je graag op.

Ik bel en de eigenaresse heeft een bed voor me. Ze vraagt of ik wil meerijden, want ze is toch in het dorp. Ik wil uiteraard alles zelf lopen, maar daar krijg ik spijt van…

Als het gidsje meldt dat ze je willen ophalen, de vrouw des huizes bevestigt dat nog eens aan de telefoon, het geen 3 maar 4 kilometer lopen is en ook de borden onderweg te korte afstanden aangeven, dan weet je dat je de klos bent.

Vanaf de Aldi gaat elke stap – en ik overdrijf niet – omhoog in een hoek van minstens 15 graden. Het is 4,2 kilometer reiken naar de hemel, een gruwelijke klim die maar niet eindigt. Het is de hele dag al grauw en nu loop ik met mijn kale kop letterlijk de wolken in. Ik denk aan Ilja Leonard Pfeiffer met zijn filosofie dat een berg ook maar een plat vlak is in een bepaalde hoek. Binnensmonds vervloek ik zijn woorden.

Edoch, mijn onderkomen is de hemel. Ik land in een 300 jaar oude boerderij van een jong stel. Alles van hout met de originele balken. Overal koeienbellen rond het huis, ook de hele nacht. Een gezellige golden retriever die om aandacht bedelt en ’s nachts naast mijn bed komt liggen. Een horde kinderen die lawaai maakt en door het huis rent. Ze (her)opvoeden kinderen. Het is een gezellige bende en ik ben als pelgrim direct onderdeel van een groot gezin van mensen, kinderen en dieren. Hier kan ik wel een dagje rust vinden.

Bij het ontbijt vertellen ze dat ze de hele dag weg zijn naar een veemarkt. Het hele dorp staat op zijn kop en alle dieren worden gekamd en verzorgd door de straten geleid van heinde en verre. Speciaal voor corona is een gigantische tent gebouwd want geen boer hier op de hoogte is geimpft en een tent geldt niet als binnenverblijf en dan mag alles en hoeft een mondkapje niet. Corona zorgt ook in het hooggebergte voor geneuzel.

Hij geeft me een mooie wandeling mee naar de top. Het kruis was ingestort maar hij heeft een nieuwe getimmerd met een fijn bankje ervoor. Naast het kruis staat een schuur die is van hen en daar moet ik langs steken naar de volgende top. Daar staat ook een schuur en die is van de buren. Mensen hebben hier hutten en schuren op toppen. Als ik weer naar beneden steek, eindig ik voor de boerderij.

Terwijl ik mijn verse eieren, kaas, brood, koffie tot me neem in de grote woonkeuken met hoekbank, met snel kwetterend Zwitsers gekeuvel om me heen, ben ik helemaal in mijn nopjes met mijn gastvrije verblijf.

Lekker een dag tutten.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: