Intermezzo; Pelgrim is benieuwd naar vragen van anderen

26 september. Dag 42. Camping Dornbirn onder afdakje – Waldcamping Feldkirch 28k. Totaal 1.715,6k.

Een fijne nacht op Camping Dornbirn. Vroeg erin en lekker lezen. Waarin? Het toiletgebouw heeft een verhoogd plateau van beton er omheen, voorzien van een afdak. Daar lig ik onder, op mijn matje, droog. Want blijkbaar regent het ’s nachts, het gaat aan me voorbij.

Ik probeer vanaf nu droge plekken te regelen. Mijn tent functioneert uitstekend maar met nat gras en condens wordt het simpelweg te nat.  En daarmee ook wel koud zo eind september. Het is een uitdaging maar er is altijd wel iets te vinden of regelen.

Bij de receptie een grote grijns van een kerel die duidelijk buitensporter is. ‘Ik zag je al liggen. Het is 18 EUR, doe maar tien’. Ik wil het eigenlijk niet, maar hij staat erop omdat ik me gisteren telefonisch netjes gemeld heb en nu weer.

Met een grote grijns ga ik op pad. Ook meteen het besef hoeveel invloed iemand heeft op je gemoed en jij dus op het gemoed van die ander. Een klein gebaar kan iemands dag maken en hem of haar de rest van de dag laten lachen. Note to self: lach en doe lief.

Dat gezegd hebbende is de dag verder weinig bijzonder. Een grote noord-zuid vallei die van de Bodensee omhoog loopt van Bregenz naar Dornbirn en Feldkirch waar ik heen wil om Liechtenstein in te lopen. Smog is wat je ademt, auto’s is wat je hoort. Het besef dat je floreert in bergen en rust, en inkakt in lawaaierige stad.

Het is een cliché maar toch… In de dorpen muurschilderingen, de huizen hebben namen, bloemen golven van balkons. Men lijkt dingen bewust te doen met aandacht. Hier in dit dal lawaai, rommel, achteloosheid, pure lelijkheid. Waarom? Blijkbaar zijn we in dal en stad gehaast en hebben of maken daar geen tijd voor.

De consequentie is dat ik me niet vooruit kan jagen. Het lukt simpelweg niet. Mijn energie is laag en ik moet mijzelf bijna met eigen hand in nekvel grijpen om te trekken, daar waar bergpaadjes me voortstuwen. Al drie dagen ben ik bezig dit bevolkte gebied te ontstijgen en morgen gaat dat lukken. Het is alsof ik in een vacuüm zit dat maar niet eindigt, een oneindige vissenkom. Kilometers rollen niet door en de geest is afgestompt.

De positieve verrassing is dat ik een pelgrimsroute zou lopen van Bodensee naar Genève van 462 kilometer. Met mijn doorsteekje van Liechtenstein maak ik stiekem kilometers en Genève blijkt nog maar 352 kilometer. Over twee weken komt mijn vriendin Brenda een stukje meelopen waar ik heel blij van word. Misschien kan ik in die 14 dagen naar Genève nog een serieuze berg meepakken… De Mont Blanc zou natuurlijk het summum zijn, maar ik neem genoegen met een doorsteekje grote en kleine Scheidegg, onder de Eiger door. Of toch maar de  Brienzergrat. Toch even Alex Gijsberts vragen, hij kent hem goed.

De bergen lonken. De realisatie dat wij als mensen veel te veel ingrijpen in alles, met lawaai, lelijkheid en rommel. De laatste vijf kilometer geef ik gas om de regen voor te zijn. Niets is irritanter dan een droge dag om de laatste tien minuten te verregenen en als een verzopen kat aan te komen.

De receptie is gesloten maar een supervriendelijke kerel checkt me toch in en wijst me de algemene huiskamer. Dat hebben grammenjagers nodig bij regen, een TL-verlichte ruimte met TV en tafels. Gewoon zitten, lezen en schrijven.

Het doet me denken aan Griekenland waar ze TL-licht ook als gezelligheid zien. Mijn hoogtepunt vandaag is toch het feit dat ik finishfilmpjes zie van Nederlanders op de Spartathlon. Ze hebben 246 kilometer gerend binnen 36 uur en het brengt me terug naar 2006 toen ik Paul Kamphuis coachte die zijn eerste keer net buiten de tijd finishte. De organisatie had clementie en maakte er 35 uur 59 minuten en 55 seconden van, vijf seconden binnen de tijd.

We schreven er het boek Hardlopen met succes je grenzen verleggen over. Een ervaring van ruim 40 uur die me diep raakte, evenals mijn vriend Niels die reed en fotografeerde. Even in de voetsporen van Griekse boodschappers door de Peloponesos reizen. Een absoluut hoogtepunt in mijn leven en kan me inleven in het sentiment van de dappere lopers die gefinished zijn.

Ik coachte Paul, die na drie maanden intensieve training zijn Spartathlon volbracht. Hij was van de 264 lopers de 96e en laatste finisher in 2006. Tijdens het ontbijt kwam de fameuze Scott Jurek hem feliciteren met de woorden: ‘Everyone who finishes the Spartathlon is a hero…’. Paul is overleden aan ALS, zijn Spartathlon was zijn huzarenstukje.

Het heeft mijn leven gekleurd en me ertoe aangezet uiteindelijk zelf mijn Marathon des Sables te volbrengen. De Spartathlon kleurde vandaag mijn dag. 

Verder minder tekst. Ik draai het om: Misschien zijn er vragen? Wil je zelf naar Santiago lopen of rennen? Heb je vragen over eten, drinken, voorzieningen, etc. Vraag maar raak… Deze pelgrim maakt tijd.

2 reacties op “Intermezzo; Pelgrim is benieuwd naar vragen van anderen”

  1. Hé Jan, mooi die verslagen iedere dag. Of we ook een beetje meelopen, maar dan zonder de zere pootjes :-). Hele stomme praktische vraag, maar waar schrijf je al die mooie teksten op? Op je telefoon? En eentje die ik me ook al een tijdje afvraag, hoe krijg je al die calorieën die je er iedere dag afloopt erbij gegeten? Op ieder pauze moment een pak slagroom? Iedere avond afpilsen? In de ochtend starten met 12 eieren met spek (en koffie, dat is logisch en terecht)? Hoe doe je dat? Of ben je ondertussen vooral pezig en knokig? Anyway, geniet van je mooie tocht en blijf schrijven!

    Like

  2. En nog 2 vragen van een dagelijkse volger: zit er nog profiel onder je schoenen en wanneer ga je je gesponsorde kilometers incasseren? Veel plezier!

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: