Je kunt dromen als je in je warme bedje ligt en het daarbij laten, of je realiseert je dromen en wensen in het leven daadwerkelijk. Mijn pelgrimstocht stond al lang op de bucketlist. Ik ben nu een maand en bijna 1.500 kilometer onderweg en heb nog geen seconde spijt gehad. In een maand heb ik meer van Europa gezien dan in jaren. Ik grijp naar mijn favoriete quote van T.E. Lawrence en de Seven Pillars of Wisdom:
All men dream:
but not equally.
Those who dream by night
in the dusty recesses of
their minds wake up in the
day to find it was vanity,
but the dreamers of the
day are dangerous men,
for they may act their
dreams with open eyes,
to make it possible.
This I did.
Vaak blijft het bij mijmeren over een droomhuis, droombaan, een lange reis of een B&B runnen in Frankrijk. Het excuus om niet in de actie te komen is meestal geld of een ‘dat is voor mij toch niet weggelegd…’.
Ik geloof dat je veel meer kunt bereiken dan je zelf denkt: If you can dream it, you can do it. Maar hoe dan?
1. Allereerst moet je je dromen expliciet maken. Veel mensen, met name mannen van een zekere leeftijd, zeggen in mijn workshops geen dromen meer te hebben. Maar dat is onzin. Als je ze een beetje kietelt, komt er wel iets los, of het nu een vakantie naar Texel is of een concert van de Stones. Vaak hebben ze wel iemand tegen wie ze opkijken en dat geeft houvast.
Een andere manier is het visualiseren van je begrafenis. Wat wil je bereikt hebben? Waar wil je trots op zijn? Wat wil je dat mensen over je zeggen? Ik vind dat een rare gedachtensprong. Een morbide uitstapje waarin je narcistische zelf met je gedachten op de loop gaat. Ook raar om je begrafenis te berde te brengen als je dromen wilt waarmaken, maar menig trainer en workshopleider waagt zich eraan en gaat met jou je dood zitten visualiseren. Gezellig.
Kijk gewoon naar de mensen tegen wie je opkijkt, zou ik zeggen. Ga je verlanglijstje af, maak het klein, dan komt er vanzelf wel iets.
2. De kunst is om je dromen zo gedetailleerd mogelijk vast te leggen, dat kan met een verhaal of in een tekening, of schilderij, als het maar concreet is. In mijn geval zet ik mijn pelgrimstocht op door een website te bouwen. Het verhaal ontvouwt zich en ik word er zelf steeds enthousiaster van.
In het begin werk ik de droom uit en steek er energie in, daarna neemt de droom het over en trekt me mee in zijn kielzog. Het levert energie op en je komt in een versnelling. De droom krijgt hefboom en mensen gaan meedoen, willen er onderdeel van zijn en gaan je helpen.
3. De kunst is om een grote droom op te breken in hapklare brokken. Als het te groot en abstract blijft, slaat je energie dood. Ik merk het bij mijn 5.000 kilometer rennen. Als ik de dagafstand naast de te rennen kilometers zet, zakt de moed me in de schoenen. Vooral in de bergen waar de dagafstanden afnemen.
Eerst ren ik dus het Pieterpad. Dan ren ik naar mijn vader in het Sauerland voor een kop koffie en een pelgrimsstempel. Dan fiets ik naar een vriend in München. Dan ren ik naar vrienden in Innsbruck. Dan ren ik naar Zwitserland. Vanuit de bergen wil ik in Monaco vallen. Dan volgt een stukje kust naar de Pyreneeën. De Pyreneeën zijn er om te overbruggen. En dan is het nog maar 864 kilometer naar Santiago… Gewoon klein maken, en dan je tanden erin zetten. Het begint natuurlijk echter allemaal met de why. Maar als je een droom gaat realiseren, zit dat wel snor.
4. Klein maken dus. En ook daadwerkelijk een stip op de horizon zetten. Als je geen stip zet, gaat het niet zuigen. Er is een gat tussen waar je staat en waar de droom je gaat brengen. Mensen zijn van nature lui – ik loop voorop – en alleen door zuiging te creëren, doorbreek je vastgeroest gedrag en kom je in de actie.
In mijn geval: om 10 uur op maandag 16 augustus vertrek ik in de Grote Kerk in Apeldoorn. Ik riep het op mijn website en in de pers. Mensen weten ervan en de koster staat klaar met een geregelde stempel. Sponsors hebben verwachtingen. Nu moet ik wel…
5. Een belangrijke factor bij dromen, is weerstand. Je krijgt weerstand van mensen die graag zien dat je normaal doet, dat je in het gareel blijft lopen. Maar niet in de laatste plaats ben je vaak zelf de bron van weerstand… Ik kan het niet… Ik heb geen tijd… Ik heb geen geld… Hoe moet dat dan met mijn werk…? Hoe moet dat dan met mijn hypotheek…? Ik kan dat helemaal niet… Ik weet niet hoe dat moet… Ik ben dom… En in mijn geval: ik heb een markante kop.
Maar hé, zo denken helpt niet echt (echt niet). Wat te doen? Het antwoord is van een verbluffende eenvoud: hulp vragen. Zoek de mensen tegen wie je het meeste opkijkt, die doen wat jij wilt doen en vraag ze om hulp. Maar ook sceptische ouders en familie helpen liever – ook als ze je iets liever niet zien doen – dan je op je bek te laten gaan.
Het is verrassend hoe graag mensen tijd vrij maken om jou te helpen. Ik ervaar het tijdens mijn tocht elke dag: Ik krijg koffie, een biertje, de beste plek op de camping, een hutje tegen de regen, een mooie route, tips, en vele andere vriendelijke gebaren.
Tot mijn vreugde deugen mensen in principe wel. En ik zeg dit als een boer met kiespijn want mijn mensbeeld is niet heel positief… Mensen doen vaak dom (ik inclu) maar ze deugen dus wel. Toch. Dat moet ook zo zijn gezien het succes van Durftevragen en de deeleconomie.
Aldus sprak de pelgrim: mocht je hulp nodig hebben bij het realiseren van jouw droom, vraag het me. Ik beloof niks, maar ik ga mijn stinkende best doen je een stukje op weg te helpen…
Geef een reactie