Met regen en onweer achter de Zugspitze langs

15 september. Dag 30. Scharnitz – camping Ehrwald 37k. Totaal 1.432k.

Bijzonder slechte nacht. Zoveel condens steeds, alles nat. Stil liggen is het devies. Even verderop hielden twee mensen in één tent een zaagconcert. Als de een in-snurkte, snurkte de ander uit. Het orkest miste. Het ging door merg en been.

De receptioniste is makkelijk: ‘Ow je hebt nog geen briefje ingevuld? Doe maar 20 euro.’ Zo zwart in de zak.

Ondertussen ga ik T-Mobile eruit gooien. In Nederland was het bereik al slecht, hier is het abominabel om maar eens een woord te gebruiken. Bellen lukt niet en het duurt een uur voor een app eruit gepompt is.

De dag begint een ietwat gedesoriënteerd. Je valt ergens uit de bergen en ergens moet je het gebergte weer in. De kaart zegt een dal dat ik via een kom moet uitklimmen. Snel zijn er bordjes met Adlerweg en is de route gevonden. De start is vroeg vandaag om voor eventueel onweer de hoge pas over te zijn.

De klim is slopend en meandert langs een diepe uitgesleten V-vormige sleuf van steengruis waar een klein beekje door stroomt. Helder is dat het hier flink tekeer kan gaan. Soms zijn delen van het pad weggeslagen en traverseer ik over losse gruiswanden. Hier is weinig marge voor fouten. Die marge is sowieso klein als je solo door de bergen trailt.

Ultraloper Henk Sipers attendeert me erop niet te lichtgewicht te reizen en inderdaad is dat het devies. Na 1.400 kilometer inspannen is het luie vet er wel af en heb je het sneller koud.

Over de lange tight gaat bij slecht weer een regenbroek en met extreme koude is er nog een stretch-klimbroek. Voor het bovenlijf zijn er in geval van nood twee zweetshirts, één gewoon shirt, een trui van Alpine Lowa en een windstopper bodywarmer. Het sluitstuk is een zwaar hardshell-jack  dat ik heb overgenomen van een NKBV-berggids. Zelfs in de meest extreme omstandigheden red je het daarmee. Muts, buff en waterdichte handschoenen kleden af.

Er zijn in het leven twee dingen waar ik min of meer bang voor ben, onweer in de bergen en een verkeersongeval. Als je een beetje oplet in het leven zijn er tegenwoordig weinig andere levensbedreigende dingen die op je pad komen.

Een verkeersongeval kun je overleven en als je alert bent en verstandig rijdt, enigszins vermijden. Een bliksemflits in je kale bolletje lijkt me geen goed idee voor je entiteit. Ik ben er zeer alert op en het voelt altijd alsof je deelneemt aan de loterij  als je de statische elektriciteit voelt prikkelen.

Dat gezegd hebbende , blijft het verbazingwekkend hoe naïef sommige mensen  blijven; bergpassen op gympies, geen stevig jack en niet informeren naar de weersomstandigheden.

Ik sprak eens met de eigenaar van Nevis Sports, een buitensportwinkel in Fort William aan de voet van de Ben Nevis, de hoogste berg van Schotland. Ik vroeg hem hoe het kan dat ieder jaar 50 mensen omkomen op deze berg waar aan een kant een toeristische snelweg omhoog gaat. Hij antwoordde dat mensen totaal onvoorbereid omhoog gaan. In zijn woorden ‘willen ze gewoon graag dood…’

Als ik een dag later de Ben Nevis beklim, vertrek ik om 4 uur in de ochtend omdat het in de namiddag slecht wordt. Als ik terugloop vanaf de top een moeder die haar kroost omhoog zeult, op gympen, zonder uitrusting.

Later vandaag steek ik door het dal ten zuiden van de Zugspitze, ruim 25 kilometer is er niets. Een verwilderde mountainbiker komt me tegemoet. Of hij naar Ehrwald gaat? Nee, want daar ga ik heen. Voor onze neus een gigantisch geel bord dat de weg wijst. Hij ziet niks. ‘Ich danke Got das ich dich begegne!’ Opgelucht draait hij om. As ik hem nakijk zie ik een modderspoor dat via zijn leren jack naar beneden loopt door zijn naakte bouwvakker derrière en door over zijn jeans. Echte mountainbiker.

Na mijn stevige en spannende klim kom ik in het zadel. Dreigende luchten pakken zich boven me samen. Kort drinken bij de waterbak en snel aan de ander zijde weer naar beneden.

Een steile gravelweg voert me naar het Leutschdal, een groene vallei met daarin een aantal kleine dorpjes. Als rust en vrede ergens zijn uitgevonden, dan is het hier. Er hangt een zeldzame stilte. Bovendien zijn alle terrassen gesloten want in deze oase is blijkbaar geen personeel te vinden. Bij een hotel laadt de apparatuur, maar koffie krijg ik niet.

Vandaag voert de tocht naar Ehrwald. Voorheen doorkruiste ik de Alpen tin vier marathons van noord naar zuid tijdens de Salomon4trails. Van Garmisch Partenkirchen liepen we via Ehrwald naar Samnaun in Zwitserland. Het aardige is dat ik nu de Alpen van oost naar west doorkruist, van München via Innsbruck naar Genève en Monaco. Ehrwald is de plek waar beide doorkruisingen hun knooppunt vinden. Iemand op Facebook merkt op dat alleen de olifanten nog missen…

Vanaf Leutasch volgt het Gaistal ten zuiden van de Zugspitze. Een lange gravelweg met enkele onderbrekingen in de vorm van Almen. Ik raak in gesprek met een boer die zijn vee aan het verzamelen is. Hij heeft een markante kop, fonkelogen en een mooie grijswitte baard. Hij vertelt dat het vee uit zichzelf al naar beneden komt omdat de herfst nadert. Met zijn zoon rijdt hij meermaals op en neer om de dieren naar het dal te brengen.  Volgens hem zijn we de boel aardig aan het vernielen in de natuur en hij memoreert aan smeltende gletsjers, overstromingen, bosbranden en vegetatie die doodgaat. We nemen hartelijk afscheid. Een man van het land met de groeven van de natuur in zijn huid.

Eenmaal over het hoogste punt ren ik met gezwinde spoed door de Tiroler Zugspitz Arena. De Zugspitz is een bekende berg onder trailrunners door de Zugspitztrail die menigeen gelopen heeft. Hij igt er prachtig bij maar wolken verzamelen zich.

Ik speer door het dorp, doe boodschappen voor het eten en ren met kloppende kop de helling op naar de camping, om voor de regen binnen te zijn. Net als het begint te storten, crash ik op het overdekte terras. De eigenaar grijnst en neemt me mee. Hij wijst naar een houten hutje: Zet je tentje daar maar naast dan kun je schuilen als het te gortig wordt. En dat wordt het. De regen klatert neer na dagen van prachtige blauwe luchten.

Weer ben ik verbaasd hoe het toeval je altijd helpt. Er is altijd eten, altijd een fijne plek om je tent op te zetten, behulpzame mensen, een vriendelijk gebaar. Ook nu weer ben ik net op tijd binnen voor de regen, laat op de avond en krijg ik een plek en een hutje.

Als je vertrouwen hebt, lossen dingen zich op, komen fijne mensen op je pad. Zittend in mijn hutje van 1,20 x 1,10 word ik daar blij van. In alle droogte. Mensen deugen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: