Uit de race stappen voor een hoger Pelgrimsdoel

11 september. Dag 26. Innsbruck Alpine Trail Festival 37,2k. Totaal 1.312k.

Het Trailfestival in Innsbruck. Een gevalletje synchroniciteit. Een minitocht binnen een monstertocht. Een gelukkig toeval, met een ongelukkiger einde…

Ultraloper Henk Harenberg informeert of ik niet angstig ben voor overbelasting als ik tussendoor 103 kilometer loop. Nee, is mijn korte antwoord. Ik was een jaar geblesseerd na een aanrijding met een wielrenner. Wonderdokter Rob Langhout behandelde een dubbele sessie. Resultaat: twee weken pijnvrij na een jaar pijn en inmiddels 1.300 kilometer op de teller, lopen, fietsen en peddelen. Het is dansen op een dun koord. Permanent is er pijn in de beide voeten, de een nog iets meer dan de andere. Het wordt langzaam erger, elke dag iets langer warmlopen voor het draaglijk is. Het is wat het is.

Ik geloof in de law of attraction, je stuurt je wensen de ether in, bekrachtigt ze en over het algemeen vallen kwartjes dan jouw kant uit.

Vorig jaar stortte mijn leven in. Alle veilige fundamenten waren weg. Tegelijkertijd raakte de voet geblesseerd tijdens het rennen van het Pieterpad. De grote voorzienigheid liet mij mijzelf tegenkomen én nam mijn belangrijkste uitlaatklep weg, (weg)rennen. Ook dat is de law of attraction, kwantummechanica.

Dat gezegd hebbende is er vertrouwen. Rennen naar Santiago en dit tussenavontuur dat toevallig op het pad komt. Was het niet Paulo Coelho die zo mooi schreef in de Alchemist: Leef je legende en volg de tekens op je pad. Deze trail kwam op mijn pad, moest gelopen worden.

Om 22.15 zitten Bram en ik in het stadion. Druk is het niet, de atmosfeer is wat tam. De K85 en de K110 starten tegelijk. De muziek is uitstekend en ondanks het niet zo bruisen, voelt het weer als vanouds, we gaan een gave trail doen.

We tellen brullend af vanaf tien en dan mogen we los. Een paar honderd tot de tanden bewapende Samoeraistrijders rennen met hun stokken de nacht in. De strijd met tijd, ruimte en elementen gaat volgen. Alsof je honderden kleine kogeltjes in een labyrint gooit en dan afwachten welke het eerste beneden is. Trailrunnen is een oerstrijd, de sterkste mens die alles op de rit heeft, blijft over; het sublieme kogeltje.

Bram is sterk. Hij zit in de aanloop naar zijn Marathon des Sables en is supergemotiveerd. Een triatleet en een beer van een vent. Had recent een motorongeluk met 80 per uur en brak een rib. Een ander was doormidden gebroken. Het is zijn vierde 100k in een jaar.

Zelf heb ik geen idee waar ik sta. Ik buffel door Europa met een zware rugzak. Dag in dag uit voortmalen zonder gelijkgestemden. Hoe gaat dat zonder rugzak als tempo het adagium is?

Al snel valt op dat we rustig starten en beide langer doorrennen, daar waar anderen gaan wandelen. We kletsen wat en hebben lol. Bram merkt op dat hij dit nog maar kort doet en dat het zijn droom was om zo naast mij deze lange afstanden te doen en in het duister van de nacht onderdeel te zijn van een lang lint van hoofdlampjes dat zich de berg op wurmt. Inderdaad zijn vele trailrunners vandaag één als ze zich als een organisme de eerste klim opwerken.

Het werkt hypnotiserend als je lange tijd achter iemand rent in de lichtbubbel van je hoofdlamp terwijl je je richt op de reflecterende hielen van de schoenen, in dit geval Salomon. Door je wereld klein te maken, kun je in gedachten verzonken, vrijwel moeiteloos blijven gaan.

Treintjes van lopers werken zich de berg op. Bram raak ik snel kwijt; hij gaat toiletteren. Hoe leuk om de jongere generatie een uurtje voor te zijn, ook op de tracking app die Bram in het leven heeft geroepen.

Het is tropisch benauwd en meteen de realisatie dat ik moet blijven drinken en eerder moet drinken dan ik zou doen. Ik loop leeg. Tussen de posten drink ik sportdrank uit mijn rugzak.

Na ettelijke kilometers komt Bram weer langszij. We draven heerlijk op en halen mensen in. Het is 18 kilometer naar de eerste post. In dit stadium kunst om die afstand zonder enige verspilling van energie te volbrengen, totaal op souplesse en reserve. Dan naar een volgende post en je hebt alweer substantieel afstand afgelegd. Een baanwedstrijd deel je op in baantjes van 400 meter, een ultratrail in zevenheuvelenlopen van 15 kilometer. Ik noem het voortschrijdend inzicht, een normaal mens normvervaging.

Dan moet ik plassen en verdwijnt Bram uit het zicht. Ik loop het gat weer redelijk dicht en zo nu en dan brullen we naar elkaar als we via S-bochten steile klimmen opscharen en elkaar ontwaren.

Er volgt een heerlijk deel van wel zes kilometer. We lopen meanderend langs de flank van een berg, maar het pad blijft op hoogte. Ik zit in een treintje van acht, een korte dame in hippe Salomontenue voorop die het spoor trekt. Alle kerels blijven respectvol in haar spoor, blij dat het niet nog harder gaat.

Om ons heen lange dreigende stammen die gelijken op de poten van kolossale olifanten. Je ziet alleen de enkels, de rest ontstijgt de lichtbol van je hoofdlamp. Een trail door de nacht is een ervaring van buitencategorie, probeer het iemand uit te leggen die zijn dagen voor GTST slijt en je zult ervaren wat chronisch falen is.

In een klimmetje valt het groepje uiteen en pak ik de kop. Het begint te regenen en iedereen klungelt ingewikkeld met regenkleding. Het is totaal niet koud dus laat ik dat wachten. Ik mag het spoor trekken en nu heb ik een gehoorzame slang van volgers achter me.

Tot ik in een korte afdaling met de slechte voet opeens zwik op een gladde boomwortel. Vloeken, kreunen, tieren en eenieder haalt in maar vraagt bezorgd hoe of wat.

Ik herstel en pak de kop weer. Uiteindelijk ben ik los met een dame in mijn kielzog. Dan ga ik met middenvoet op een verborgen kei staan en ik gil het uit, de gevoelige voet wil niet goed scharnieren. De dame kijkt niet op of om, haalt me in en verdwijnt in de duisternis.

Meteen wordt rennen, lopen en strompelen. Er is niet eens een keuze om door te gaan. Ik kom bij de post en nog 77,3 met deze pijn zou betekenen dat mijn pelgrimstocht over is.

Ik meld me af en bereid me voor op een wandeltocht naar huis. De dame in kwestie wil er niets van weten en leidt me samen met Andrei uit Roemenië naar de Bergrettung. Andrei had ik al aangesproken toen ik hem net zag strompelen. In kilometer drie verstuikte hij zijn enkel, maar een breuk is aannemelijk. Ik ondersteun hem en ze nemen zijn kwetsuur heel serieus. Hij gaat in een terreinwagen naar beneden en dan in ambulance door. Ik heb mazzel en mag meerijden samen met nog twee enkels en een knie. Sporten is gezond. Extreemsporten vast ook.

Ik leen Andrei mijn windjack en daarna nog aan twee anderen. Rennen in bergen met regen maakt koud blijkt voor de zoveelste keer. Ik zit in een jeep met vier schuddende klappertanden de kerels. Mijn rugzak was iets zwaarder maar het bevestigt me weer de bergen niet te onderschatten.

Andrei gaat in de ambulance en wij minder gekwetste zielen gaan in een auto bij de race organiser. Ik loop naar huis en mag om 4.51 uur 12 keer aanbellen voor iemand me hoort. De een heeft oordoppen de ander een kater.

De dag na de race hangt iedereen over de tracker in anticipatie op de finish van Bram. Op 88 kilometer moet hij zijn wild geraas staken met een pijnlijke knie. Bram, wat ging je hard! Klasbak succes op de Marathon des Sables. Leander coachte hem en was al vroeg in de veren om hem tegemoet te fietsen en hiken met stimulerende middelen. Het mocht niet baten en dat zit hem dwars. Dat tekent hem. Zelf niet kunnen rennen door een skiongeluk en dan alles uit de kas trekken om je vrienden te coachen. Nog een klasbak.

Ik ga morgen verder met mijn pelgrimstocht. Dit was een toevallig en welkom avontuur dat niet succesvol uitpakte. Ik kijk ernaar uit om weer op pad te zijn, solo…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: