Lokroep van de Alpen en een studievriend in München

6 september. Dag 21. MTB. Zeltplatz Treuchtlingen – vriend Peter München. 144k. Totaal 1.181k.

De herfst nadert met rasse schreden. Nog geen seconde koud gehad maar de dauw wordt dikker, natter en kouder en het duurt langer voor de zon zijn kracht vindt om de tent te drogen.

De tent is één bij twee meter. Hij is enkeldaks en dus geschikt voor één seizoen. Benieuwd hoe lang we samen stand houden. Hij zal mijn maatje zijn ondanks het dunne doek dat bij wind en regen een zwijn van vocht over me laat neerkomen. Hij zal 100 dagen het veilige thuis zijn. Hij maakt de tocht mogelijk, het veilige basiskamp dat warmte, comfort en troost biedt als het lijf hapert na een dag van zware arbeid. Er is niet veel nodig om op te laden, maar cruciaal is het wel. Zonder tent geen overleven. Jij en je materiaal moeten op elkaar ingespeeld zijn.

Soberheid is de deugd waardoor je alles leert herwaarderen. Waarom willen mensen een eindeloos ruime villa als je in je tentje kunt genieten van de sterren?

Minimalisme is mijn Leitmotiv. Tegelijk sleep ik mooie boeken mee. Tientallen mensen hebben inmiddels gewezen op het bestaan van een e-reader. Een apparaat dat stroom vraagt, breekbaar is en… simpelweg geen boek is. Niet bladeren, niet notities maken, niet ruiken, niet de sensatie van oude kennis en wijsheid tussen twee kaften gevangen. Een e-reader is als een ritje met de TGV, het gaat snel, maar rennend ervaar je het landschap beter. Vandaag gaan 24 pagina’s bij het oud papier. De rugzak wordt snel lichter; de pelgrim wijzer.

Iets na achten bespring ik het ros voor wat een laatste dag fietsen moet worden naar München. De 144 van vandaag zal een beproeving worden na de 163 van gisteren. Ik word dan ook niet blij als Google me al na vier kilometer een bos instuurt waar ik vastloop op de grootste steengroeve die ik ooit heb gezien. Google zegt hier vier kilometer klats rechtdoor. Ik zie borden met waarschuwingen voor springstof, graafmachines hoger dan huizen en een gat in de aarde waar een komeet lijkt te zijn gecrasht. Kortom, ik ben niet akkoord. Ik ga terug. Een deviatie dus, lees omweg met extra kilometers.

Ik volg daarna een tijd lang het Altmuhle pad, dat als een zilveren slang door weidse dalen slingert. Prachtig asfalt en weinig hoogteverschillen. Ik heb het naar mijn zin. De bossen aan weerszijden van het dal worden gespleten door granieten rotsen. Tientallen kegels torenen vanaf de helling boven de dennen uit. Het is alsof enorme aardplaten hier door het aardoppervlak zijn gebarsten. Het tegenovergestelde is het geval en het water heeft millimeter voor millimeter miljoenen jaren deze dalen uitgesleten tot het nu.

Ik blijf als een bewegend punt, dansend op het koord in het midden. Het land evenwichtig verdeeld over beide zijden. Zelden devieuer ik van de lijn om iets te Ien.

Aan het einde van de dag app ik Peter. Hij moet voor werk naar Berlijn maar ik kan mijn fiets bij hem stallen. Hij appt terug dat hij zijn vlucht heeft uitgesteld. Ik ben superblij en jubelend knal ik de laatste 43 kilometer naar München. Bijpraten met een oude studievriend die ik lang niet zag.

Ook is er de lokroep van de Alpen. Sylvain Tesson beschrijft het treffend in zijn boek zes maanden in Siberische wouden: ‘Sommige van mijn vrienden leven alleen al daarom: om naar grote hoogten te klimmen, waar de koude lucht in je neus prikt, zwevend tussen hemel en aarde, in een rijk van abstracte vormen, zonder geuren. Als ze weer naar beneden afdalen, vinden ze dat het leven stinkt. In de stad kunnen Alpinisten niet aarden.’ Ik heb de bergen anderhalf jaar gemist.

Dat gezegd hebbende is het middendeel van de route vandaag spiegelglad en pas vlak voor München ontstaan weer wat lichte glooiingen in het landschap. Dat fietst fijner, even een pittige klim en dan weer kilometers gratis naar beneden zoeven, versus de vlakke kilometers waar je voor moet werken.

Ik navigeer naar het adres in mijn agenda, maar dat blijkt het oude huis van voor de scheiding. Een belletje wijst uit dat ik er nog acht bij mag tellen, iets waar ik op dat moment na 10 uur op de fiets heel vrolijk van wordt. Ik heb inmiddels mijn volledige kledingvoorraad op het zadel gebonden en iedere keer als ik opsta, voelt het alsof ik mijn troon bestijg.

Eenmaal drink ik koffie op een terras als vier oude dames zachtjes grappen over mijn zadel. ‘Ich muss nog weit alte Tak!’, zeg ik bijna. Ga lekker zelf met je e-bike naar de Noordpool. De vlammen slaan inmiddels uit mijn achterste en o wat ben ik blij als ik mijn fiets bij Peter in de stalling parkeer. Nooit in mijn leven fietste ik 1. zoveel dagen en 2. zo ver. Ik ga dat ook nooit meer doen.

Maar wat een lol, half Duitsland doorkruist en veel gezien. Wel moeten die grundliche Duitse rakkers iets aan hun asfalt gaan doen. Het is alsof het hele land is geasfalteerd met malafide kroepoek. Alleen daarvan krijg je al de rimram aan je kont.

De dag eindigt met een pelgrim die met studievriend bijkletst over het leven in de gemutliche Biergarten even verderop. Een keer in de twee jaar zien we elkaar maar het is alsof er geen dag tussen heeft gezeten. Echte vriendschap kent geen agenda. Als ik vertel over mijn crisis vorig jaar zegt Peter me dat hij meteen in de auto was gestapt als hij het geweten had. Dat is zo. En andersom ook. We proosten wel tien keer op het leven.

Ruim vijf maanden terug ervoer ik in het klein de tocht die ik nu maak door een rondje Nederland te rennen. Ik mocht logeren bij Jenny in Beekbergen, bij Rutger en Anique in Hattem, bij de ouders van Maaike in Drenthe, bij Leander in Halle, bij Hendrik Jan in Leersum, bij Sara in Voorschoten en bij Peter in Leiderdorp. Iedere avond gezellig eten, gesprekken over het leven en schrijven bij het laatste licht. Ik was verkocht.

Rozig ervoer ik de gastvrijheid van zoveel fijne mensen. Dit was het leven. Die dagen was ik gelukkig, ze vliegen voorbij. Steeds als ik een huis en haard verliet, deed ik dat met pijn in het hart. Ik benijdde mijn gastheren en -vrouwen, verlangde naar het thuis dat ik bij hen ervoer. Mijn reis bracht me toen een thuis dat ik al een tijdje kwijt was.

Eenmaal thuis nam ik me voor deze tocht in het groot te herhalen, de levenslange droom om een keer naar Santiago te rennen nu in vervulling. De trail, de natuur en de eenzaamheid van een maandenlange tocht. Tezamen zullen ze me veel brengen.

Morgen rennen naar Innsbruck voor het Innsbruck Alpine Trail Festival dat vrijdag start.

Route: Treuchtlingen, Solnhofen, Dollnstein, Welheim, Neuberg am Donau, Sandizell, Gachenbach, Schiltberg, Markt Indersdorf, Dachau, Karlsfeld, München

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: