Ik laat de jonge hond in mij uit…

7 september. Dag 22. Vriend Peter München – Teegernsee camping. 57k. Totaal 1.238k.

Je kunt de man wel uit de bergen halen, maar de bergen niet uit de man. Vandaag mag ik me voor het eerst in anderhalf jaar laven aan Alpen en hun weiden. Is het dan raar dat ik met verheugd gemoed op pad ga?

Ik word wakker in het appartement van Peter aan de binnentuin. De balkondeur staat open en langzaam hoor ik de wereld wakker worden. Frisse ochtendgeuren prikkelen de neus, de insecten zwellen hun gezoem aan en dan zijn vogels aan de beurt. Tussendoor twee razende eekhoorns in achtervolging die als acrobaten rond een stam draaien. Dierenwaanzin.

Peter zet een cappuccino waar nog net geen hartje op drijft en met een intieme bearhug nemen we afscheid. Hij is wat gespannen voor zijn vierde dag onder de hoede van de man van Amazon die met een fallusraket de ether inging.

München is een heerlijke stad. Een hippe stad. Overal Biergartens, hipsterbarretjes en hippe mensen. Ze fietsen alle rond op mountainbikes en hipsterfietsen of hebben een elektrische step. Ik ben nog ochtendduf en moet opletten om niet omver gereden te worden.

Na vier kilometer een hotel met een intiem terrasje. Ik mag aanschuiven en krijg de allerheerlijkste Milchkaffee. Naar later blijkt tegen het Münchens tarief dat iets hoger ligt dan in de hele regio. En daarbuiten. Ik schrijf mijn dagboek van gisteren en geniet van de lome ochtend.

De lucht is droog en de temperaturen zijn hoog met als gevolg dat bij een zuchtje wind de bladeren beginnen te vallen. Enige geelheid maakt zich van de kruinen van bomen meester. Heerlijke herfst.

Ik jog München uit en zit al vrij snel op een ontzettend lang recht bospad. Talloze sportievelingen rennen en fietsen hier, volbrengen hun ochtendritueel.

Eenmaal struikel ik bijna over de lijn van een keffertje van een oude dame. Ze lacht verontschuldigend: ‘Het is een hondje, hij moet doen wat hij moet doen! Als jij een hondje was, zou je ook je dingetje doen… ‘ Een waarheid als een hond. Ik ben een jonge hond en doe mijn ding. Ik laat de hond in mij uit. Een beetje lang alleen.

Verder gaat het door donkere bossen. Mooie gravelwegen maar soms ook een single track. En dan opeens gele bordjes. Aankondiging van het wandelnetwerk genaamd Alpen. Gehuchten die niet meer in kilometers staan aangegeven, maar in uren. Als de grond te oneffen wordt zijn kilometers niet meer de maat. Een grijns splijt mijn gezicht. Ik moet denken aan het heerlijke boek ‘De filosofie van de heuvel’ van Ilja Leonard Pfeiffer. Hij fietst van mijn stadje Leiden naar Rome en merkt op: ‘Een heuvel is ook maar gewoon een plat vlak onder een bepaalde hoek!’

Aan de einder zo ver het oog reikt bergen, de foothills van mijn paradijs. De komende dagen mag ik hier één ultraloop en 101 dagetappes volbrengen. Een wijs mens zei ooit: ‘How you spend your days is how you spend your life.’ Voor nu mag dit even mijn leven zijn.

Zou mijn vader zo gelukkig zijn? De rust en stilte zouden hem aanstaan. Hij kan uren werken, lezen of sudoku’s oplossen in stilte, waarbij hij enkel opstaat om koffie te zetten. Het fysieke aspect zou hem minder aanlokkelijk overkomen. Daar zou hij een list op verzinnen. Hij zou het liftend doen. Ergens in één van mijn dozen een oud lift dagboek van hem. Hij liftte met een vriend naar Italië. Vergeelde bonnetjes en ansichtkaarten van Napels en Rome. Eenmaal verjoeg hij hangjeugd door brullend met een mes om zijn tent te rennen in een stadspark. Op zijn verjaardag nog verhaalde hij over ‘droog’ slapen op de treeplank van een vrachtwagen. Ik houd het bij een parkeergarage.

In mijn jeugd trok ik met vriendjes door de bosjes met de bolderkar. In de kar de oude rugzak, of beter: knapzak, van mijn vader. Een lomp stalen frame, groene canvas stof en leren schouderbanden met geel pluche eronder voor de zachtheid. Met van die gekartelde randjes. De rugzak had diverse vakjes met gespjes met leren bandjes. Loop nu een outdoorzaak in en je kunt je het niet meer voorstellen.

Mijn vader was ook een avonturier, een vagebond. Of eerder een middeleeuwse vagant. (Bron: Lopen loutert) Onafhankelijk van de mensen, onderhevig aan weer en onweer, levend (en liftend) met seizoenen. Zo trokken ze voort, zonder dag boven hun hoofd, zonder banden, zonder bezit en overgeleverd aan het toeval. De vagant leidde een leven waarin tijd geen realiteitswaarde had. Hij nam het zoals het kwam: zon, regen, mist, warmte, sneeuw en koude, honger of voedsel. Hij leefde buiten de tijd, buiten de geschiedenis en zonder de zorg om zijn levensomstandigheden te verbeteren of om wat dan ook om zich heen te verzamelen. Hij leefde in en met de instabiliteit van het bestaan, met elke dag opnieuw het wonder van het bestaan. Zijn enige zorg was  om elke nacht voedsel en onderdak te vinden, om een slaapplek te vinden.

Misschien draaft de romanticus in mij nu door. Maar nee, hij sliep op een treeplank. Hij had geen mobiele telefoon om te navigeren, te reserveren, te informeren, noodoproepen te doen en alle onzekerheid uit het bestaan weg te drijven. Hoe deden zij dat toen? Ik moet toch nog weer eens een goed vader-zoon gesprek hebben.

Als er één positief ding te noemen is aan een persoonlijke crisis dan is het dat je vader klaarstaat, je hem veel beter leert kennen en de band zoveel beter is geworden. Alleen dat al is het waard geweest.

De dag verloopt als een droom. Geen fiets meer die mijn vrijheid inperkt – je kan hem niet achterlaten, het is een zorgenkindje – en geen vlammende derrière meer en de Alpen die met de stap naderbij komen. Ik eindig de dag opeen camping aan de  Teegernsee aan de voet van de Alpjes. Nog  84 naar Innsbruck.

On the road again; live life like there is no end to my leash… Lovin IT!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: