Een aantal dagen terug.
Op het Pieterpad doe ik een camping aan. Als ik het toiletgebouw bezoek, val ik stil. Matten met anderhalve meter-markmeringen, paaltjes net linten voor geleiding, stukken plastic gespannen tussen toiletten, maar ook met plastic gecreëerde loopgangen, pijlen, borden, stickers, handen-desinfectiezeep, gebodsborden etc. Voor de goede orde: Dit was een toiletgebouw, geen veldhospitaal in een oorlog. Alleen het bloed miste.

Een paar dagen later.
Het kleine stadje Bergweg. Het heeft de naam tegen; het laatste dat weg mag zijn de bergen. Ik wil een Pommes Frites met Bratwurst eten. Gehuld in mondkap, desinfecteer ik mijn handen en vul formulieren in zodat men mij kan bereiken.
Vermanend word ik toegesproken door de dame achter de balie: ‘Wo ist Ihren Infopas!?’ Iedere Duitser heeft blijkbaar een vaccinatiepasje. Ik niet. Ik heb een internationale barcode op mijn telefoon, wereldwijd erkend. Daar kan ze – uiteraard – niks mee. Mijn gele vaccinatiepaspoort snapt ze beter. Is dit de tijd om haar uit te leggen dat ze met de mondkap-om-de-kin bukkend in de vitrine staat en met haar wasem alle salade onderspettert? Ik vrees van niet.
Rob Hoogland schreef een fantastische column in de Telegraaf, Weg, weg, weg! Na de zoveelste pseudomaatregel tegen corona, namelijk een coffee2go met dekseltje om samenscholing te voorkomen (vermoedelijke gedachtengang: met een deksel loop je door, zonder school je kletsend samen…?) schrijft hij: ‘Ik moet weg uit dit angstaanjagend Kafkaëske land… Ik moet weg uit dit aanstellerige weekdierenoord, waar regenteske angst en lafheid de boventoon voeren, waar men wegkijkt bij de werkelijke maatschappelijke problemen en waar de burgers op tal van gebieden verregaande maatregelen worden opgelegd waarvan iedereen weet dat ze niet zullen werken zolang de belangrijkste oorzaken van de ellende ongemoeid worden gelaten.’ Rob zegt zinnige dingen.
Alan Watts schreef in 1951 het prachtige boek The Wisdom of Insecurity. Een boek dat erg toepasselijk is in een tijd van corona, een angstpandemie. Het hele boek hangt hij op aan de ‘law of reversed effort’. Als je probeert te zinken, blijf je drijven Als je probeert te blijven drijven, zink je.
In dit geval: Ga je naarstig op zoek naar zekerheid, dan is een onzeker gevoel het gevolg. Hij verwoordt het als: ‘The desire for security and the feeling of insecurity are the same thing. To hold your breath, is to lose your breath. A society based on the quest for security is nothing but a breath-retention contest in which everyone is as taut as a drum and as purple as a beet.’ Volgens Watts ligt de verlossing in de schokkende constatering dat er geen enkele manier is om onszelf te redden.
Watts memoreert aan zijn jeugdige pogingen om vriendjes een enveloppe met water te sturen, waarna ze nat zouden worden bij openen. Dat lukt niet, water kun je niet vangen in een enveloppe. Net zo min als je een stromende rivier kunt vangen in een emmer, of de wind in een plastic zak. Evenzo laat een virus zich niet beteugelen met plastic platen, vlaggetjes, lintjes, looproutes, mondkapjes, bordjes en een vaccinatiebewijs.
Door met lockdowns, een avondklok, het stilleggen van economieën en het dagelijkse leven, te proberen het leven te controleren, verliest het zijn waarde. Leven dat niet stroomt – in een emmer – is geen leven. Als je het zo probeert te controleren, begrijp je de essentie niet en zul je altijd teleurgesteld worden.
Nu proberen we te ontsnappen aan sterfelijkheid en eindigheid. De consequentie is een totaal gepolariseerde samenleving van wél en niet gevaccineerden. Ik mag in een patatzaak geen patatje eten als ik niet twee prikjes heb gehad. Krijg je nog werk als je niet gevaccineerd bent? En hoe goed werkt die vaccinatie? En werkt hij bij iedereen? En wanneer moet je laten bijprikken omdat de werking afneemt? Ik ken al verhalen van ouders die een feestje geven waarop je alleen mag komen als je gevaccineerd bent. Dochter mag thuisblijven. Je mag niet op mijn feestje komen als je een weigeraar bent. Dit is discriminatie die zijn weerga niet kent.
De paradoxale law of reversed effort. Het leven is pas mooi en magisch als we onze beperkingen omarmen en niet meer als opgejaagd wild aan het eindige, betrekkelijke leven proberen te ontsnappen. Het leven is als een muziekstuk, met ritme en flow, zet het stil en er is geen muziek meer.
Watts omschrijft het scherp als hij zegt: We lijken een punt te bereiken waar de voordelen van bewustzijn en kennis worden tenietgedaan door de nadelen, waar extreme gevoeligheid ons inflexibel maakt. We vechten tegen het leven in plaats van dat we meebewegen. ‘We seem to be like flies caught in honey. Because life is sweet we don’t want to give it up, and yet the more we become involved in it, the more we are trapped, limited and frustrated’.
Het negeren van verandering, de pogingen ons aan het leven vast te klampen, is als het inhouden van je adem; als je maar lang genoeg volhoudt, stik je.
Terwijl we ons teveel richten op de toekomst zijn we de verbinding kwijtgeraakt met de bron, de basis van het leven. Door techniek en moderne wetenschap leven we in de illusie dat we het leven kunnen controleren met een vaccin, waarbij we helemaal voorbij gaan aan de essentie. Het leven is er om geleefd te worden.
Watts legt het probleem van de Westerse mens bij de radicale splitsing tussen lichaam en hersenen, tussen natuur en mens. We zitten in een breintijdperk waarin we doorschieten in denken. We geloven dat de wereld maakbaar is en hebben een weefsel om ons heen gecreeerd dat een illusie van controle geeft. Maar denken, is maar de helft en iemand die half goed is, is half fout. Consequenties van dit doorschieten zijn globalisering, massacommunicatie, economische groei met alle nadelige consequenties voor het klimaat als stikstof, CO2, hitte, overstromingen etc.
Globalisering met zijn internationale handel en reizen, werkt juist de verspreiding van dit soort virussen in de hand. We doen het zelf.
Gelukkig zijn er twee wetenschappers die aandacht hebben besteed aan deze verwijdering, Lancelot Law Whyte en Trigant Burrow. Beide hebben deze splitsing geanalyseerd. We hebben toegestaan dat het denken ons leven totaal domineert en daarbij volledig voorbijgaat aan ‘instinctual wisdom’. Een lijvig klimaatrapport van het IPCC is daarvan een illustratie, totaal geschreven vanuit het denken, maar instinctief weten we al dat het fout zit. We voelen het aan ons water, maar dat is het deel dat we negeren.
Dat is waarom de westerse maatschappij in heel veel facetten een vicieuze cirkel is. We denken dat we alles kunnen controleren en produceren en het gaat totaal voorbij aan de verbinding met de natuur. De bedachte ratrace. De mens leeft tussen vier muren in een bebouwde kom, met stoplichten, wegwijzers, buienapps, pensioenen, levensverzekeringen en filemelders.
De moderne mens werkt voor succes, roem, een gelukkig huwelijk, een groot huis en een grote auto. Dit zijn echter niet de juiste doelen, maar slechts symbolen. Bovendien, om te kunnen leven moet aan enkele basisvoorwaarden van Maslov zijn voldaan, voeding, een veilige plek en kleding. Meer is niet nodig.
Geld is het beste voorbeeld. Geld is een middel om te kunnen handelen en iets om dingen mee te kunnen afrekenen. Het is een middel. Om van het middel het doel te maken, is waanzin. Veel mensen bouwen een groot huis om indruk te maken en plaats van de focus op het creëren van een fijne plek om samen te zijn. Hij koopt een grote auto in plaats van te bedenken hoe hij van A naar B komt. Een auto is een vervoermiddel, geen doel.
Zo bezien schieten we totaal door in de manieren om een virus te beteugelen. Mondkapje, afstand, vaccinatiepasjes, prikken, een geel prikkenpaspoort (dat niet erkend wordt), looproutes, karretjes in winkels, barcodes, apps, zalvende pre-vaccinatie-praatjes op de radio; het zijn allemaal middelen, géén doelen. Allemaal pseudo-oplossingen vanuit een controledrang die een schijn van zekerheid geven en als we ze loslaten, zijn we bang dat het chaos wordt. Hoe meer welvaart we genieten, hoe banger we worden om wat we hebben kwijt te raken. En dan vooral de dingen die we niet zelf in de hand hebben zoals een virus.
Megarace…
Ik had in mijn planning om in september deel te nemen aan de Megarace, een non stop hardloopwedstrijd over 1.001 kilometer. De organisatie begint echter over het meenemen van zes zelftesten en zes schone mondkapjes voor de zes Verpflegungsstellen terwijl er 17 deelnemers zijn op een parcours met een lengte van 1.001 kilometer, in de buitenlucht. Ik snap helemaal een organisatie die probeert een race in de lucht te houden, maar het schiet me in het verkeerde keelgat. Ik heb alle andere mails daarna eigenlijk niet eens meer gelezen.
Los daarvan was ik al tien dagen op pad toen 26 Deutsche Bundeslander nog moesten overleggen over het eventueel wel of niet door laten gaan van de race.
Ik loop mijn eigen 1.001 kilometer, in Alpen en Pyreneen.
Ik merk tijdens mijn tocht dat mensen veranderd zijn. Ik zeg iedereen vriendelijk gedag maar krijg veel meer dan vroeger scepsis, argwaan, angst en zwijgen terug. Dit naast de fijne gesprekken en ontmoetingen die ik gelukkig wel creeër. Het is er niet leuker op geworden.
Ik ondersteun de kern van het betoog van Rob Hoogland: Ik wil weg, weg, weg van de waanzin. Ik ga mijn confrontaties met coronageneuzel nog verder terugbrengen.
Geef een reactie