31 augustus. Dag 16. Hotel Zur Post Arnsberg – Willingen Usseln. 61k. Totaal 622k.
Was de dag eerder een bui, vandaag is het een feestje. Het Sauerland laat zich kenmerken door lange gravelwegen, Shutterwege, die door het landschap meanderen. Het zonnetje schijnt en het is ontzettend vochtig en benauwd. Door de vele regenval glibber je soms door de blubber. Het is heerlijk, benieuwd naar het panorama achter iedere bocht kan ik blijven gaan.
Opvallend dit jaar is de grote hoeveelheid roofvogels. Overal hoor je de jongen piepen in afwachting van eten. Vaders en moeders vliegen af en aan, elegant cirkelend op thermiek.
Eigenlijk loopt het eerste deel van de dag langs de Ruhr op. Eerder fietste ik met vriend Peter non stop 345 kilometer van Willingen Usseln naar Nijmegen. Iets dat je naar één keer in je leven ongetraind moet doen aangezien ik een maand mijn mannelijkheid kwijt was. Alles onder de navel stierf een gewisse dood. We fietsten de Ruhrradweg van Usseln tot waar de Ruhr in de Rijn stroomt. Vandaag rennen tegen de stroom van de Ruhr in. Een bijzonder moment: na vandaag ben ik zowel rennend als fietsend van Nederland naar Sauerland gegaan.
Vanaf Bestwig een deviatie die Google voorstelt, binnendoor en dus weg van de (snel)weg. Meteen de heerlijke stilte. Dalen zijn perfecte handelsroutes en dus vol van verkeer, nu laat ik het achter me.
Het voelt contraproductief. Al 37 jaar rijden we met de auto aan de noordzijde Willingen binnen, nu ren ik om de Bruchhauser Steine, een aantal markante rotspunten, aan de zuidzijde binnen. Eerst nog enkele obstakels.
Google laat me rennen via paden die nog ontwikkeld moeten worden, ziedaar enkele omtrekkende bewegingen die aan het einde van een lange dag, de lijdende pelgrim tergen. Via de Langenberg kom ik op de Uplandsteig een wandelende van 65 kilometer die ik vroeger vaak rende als training voor ultra’s met loopmaat Marcel Wierenga.
To mijn spijt een kerel in een immense dinky toy op mijn pad die een volledige bergtop aan het verwoesten is. Hij zit wel vijf meter van de grond boven wielen van drie meter en rukt bomen uit de grond alsof het grassprieten zijn. Ze vliegen door de lucht, takken worden eraf gerukt en de volgende boom is aan de beurt. Een hels kabaal. Ik mag weer om de bergtop heen trekken en extra meters maken .
Naar blijkt heeft de hitte in de afgelopen drie zomers een gebrek aan gezonde voedingsstoffen veroorzaakt waardoor de bomen hun stroperige hars niet hebben kunnen ontwikkelen. De gezonde boom houdt daarmee de boktor buiten. Nu vallen alle dennen ten prooi aan deze sloper en daarom worden volledige bossen preventief geruimd om plaats te maken voor gemengd bos. De aanblik doet pijn, totale verwoesting.
Met tong op de knieën beland ik bij de Seilbar onderaan de skilift in Willingen. Vader komt tegemoet en we drinken. Ik een halve liter koude Apfelschorle, oe wat is dat lekker na gedane arbeid in broeierige hitte. Twee ijskoude biertjes maken het af.
Dan stelt hij de gewetensvraag: Rijd je mee naar Usseln en gooien we de fiets achterin? Niet veel later rent deze pelgrim – met zijn rugzak – de laatste vijf kilometer.
Op de deur een A4 met Jacobsschelp: Hier is Kaffee und Sauna fur Pilger vorhanden. Vriendin van vaders heeft zich uitgesloofd voor deze pelgrim met pulled porc, priemwiersalade, gezoete aardappelpatatten, maïskolven (met zout) en eigengemaakt ijs toe. Deze pelgrim schept drie keer op, het lijf heeft veel verloren en snakt naar brandstof.
Ik ben in het Sauerland, mijn tweede thuis, voor een pelgrimsstempel van mijn vader en zijn 75e verjaardag. Plechtig nemen we plaats aan tafel als hij mijn paspoort stempelt. Een memorabel moment.
Morgen een dagje rust. Kapper, scheren, massage, sauna, lezen, wassen, een tutdag. Deze pelgrim kan dat, tutten.















Geef een reactie