30 augustus. Dag 14. Hotel Imperial Barmen – Hotel Zie Post Arnsberg. 71k. Totaal 561k.
Al bij het opstaan is de zin er. Ontbijten kan niet in dit hotel, daar krijg je Corona van. Ik prepareer het enige expeditieontbijt dat nog resteert van de Marathon des Sables. Houdbaarheidsdatum mei 2019, maar na het perensapdebacle moet dit kunnen. Poeder aanlengen met water geeft 750 kilocalorieën, niet te vreten. Wel functioneel.
De schoenen waren gisteren nat. Understatement. Tip: trek de zolen eruit en zet verticaal in de schacht, daarmee creëer je een opwaartse spiraal van verdamping die de schoenen leegtrekt. Een föhn op de kamer is effectiever. Ik föhn.
Ik gooi wat overbodige dingen weg en de restanten van het roggebrood van Hendrik Jan. Geen overbodig gewicht vandaag, het gas gaat erop.
Ik monteer kompas op de horlogeband, vandaag gaan we kompaslopen, oost. Google geeft twee routes naar Willingen Usseln, een noordelijke en een zuidelijke. Dat kan uiteraard efficiënter door met kompas tussen beide te blijven en zo recht mogelijk te gaan.
Dat is niet zo…
Al snel blijkt dat de dalen uitstekende – en drukke – handelsroutes zijn. Alles ertussen is trutten in de bergen. Wel mooi, niet efficiënt. Met 11 kilometer in de benen, ben ik het doel 7 kilometer genaderd. Kansloos.
In de vroege ochtend een heerlijke lieve oude dame op mijn pad. Ze marcheert door het bos, 86 jaar jong. Ik zeg haar lachend dat ze de eerste in 500k is met stokken. Ze ontdooit meteen: Dank aan God dat er nog geen rollator, rolstoel of ander karretje is, hoezee aan de stokken! We babbelen en nemen intiem afscheid. Ik kan er uren op door.
Voortdurend de lucht van houtvuur in mijn neus hetgeen me helemaal doet smelten. Er is geen mooiere geur dan die van hout gestookt vuur in de bergen. Of misschien toch… als ik enkele minuten de geur van gebakken spek mijn neus in voel dringen. Er is maar één plek in de wereld waarin nu liever zou zijn, Schotland. Na de Marathon des Sables en deze run naar Finisterre zijn de Munros aan de beurt, 289 bergen boven 3.000 voet. Beklim ze en je bent een Munroist.
Via het terrein van een grote kliniek kan ik alle komende bergen overzien en prik een punt. Het is zinloos. Ik daal zigzaggend af en mag het aan de overzijde weer herhalen in de klim. Prachtige natuur maar toch opteer ik voor de weg. Gelukkig zijn Duitsers goed in stiekeme paadjes in het dal voor voetgangers en fietsers; er is altijd een deviatie.
Het Sauerland is mijn tweede of derde thuis. Ik stond hier vanaf mijn zevende op ski’s en ken alle paadjes. Er is hier totaal niets te doen… en dat maakt het hier zo heerlijk. Lopen, fietsen zwemmen, lezen en zijn. Ik word al rustig als ik de witte vakwerkhuizen zie en de hellingen die hoger worden. Ik kan blijven gaan. Ondanks dreigende luchten blijft het droog.
Ik ben heel blij als ik na 71 kilometer de drempel kus van mijn kleine familiehotelletje in Arnsberg en in de tuin mag zitten met een koud biertje.
Wat resteert is het gevoel dat ik steeds sterker word. Mijn enige dips waren toen ik niet kon lopen door kapotte telefoon of simkaart. Tegelijk zeg ik: 71k lijkt veel maar het is de Nijmeegse vierdaagse en je mag erbij rennen. Als je maar genoeg uren op je poten staat, kom je verder. Heel verheven is het allemaal niet sprak de pelgrim nuchter. Ofwel: Just do it!, zoals een van de inspiratiekaartje van trailpapa en -mama Cor en Geraldine zegt.
Dat gezegd hebbende een kleine markering van een bijzonder moment. Deze midlife-pelgrim heeft zijn eerste 500 kilometer vandaag gepasseerd evenals zijn heerlijke Scott-muiltjes! Ik ben al 46, maar ik ken nog wat whahaaa
Heb jij ook gave dingen die je gaat doen? Laat het me weten onder de blog!






Geef een reactie