29 augustus. Dag 13. Düsseldorf Hotel Imperial Barmen. 43k. Totaal 490k.
De dag was een bui. Nu zou ik kunnen stoppen en de dag zou treffend zijn samengevat. De enige manier om dezelfde sensatie te ervaren, zou een douche zijn. Voordeel van zoveel regen is dat je zonnebril niet slijt.
De dag begint bij uitlopen van het hotel. Het regent pijpenstelen. Ik traverseer de parking en bestel bij het benzinestation een halve liter koffie en twee plastic zakken. Uitstel is geen afstel. Regenjack aan en gaan.
Pelgrims zijn verlichte geesten, bijzondere wezens. Toch moeten ook wij poepen. Niks banaals, menselijks is ons vreemd. En zo zit ik niet veel later in de bosjes in stromende regen te zoeken naar toiletpapier. Het doet me denken aan een quote die ik ergens las: zelfs een briljante raketgeleerde baalt als het laatste velletje toiletpapier is opgebruikt. Ik keer mijn rugzak binnenstebuiten, nu weet ik tenminste zeker dat alles nat is.
Verder door lintbebouwing. Overal de snoetjes van Duitse Ruttes en De Jongs, verkiezingstijd. Stem Peter Labouvie hij heeft de meest trouwe hondenogen.
De weg voert me naar Erkrath, althans zo denk ik als even op mijn telefoon spiek en in Gerresheim blijk te zijn. Ik ben het wel zat om in grijze regen door verstedelijkt gebied te lopen. Duitsers zijn grondig, soms ook in het maken van lelijke grijsbruine, Stalinistische bouwsels.
Weg hier. Naar het oosten bij Basilika St. Margareta. Meteen volgt een zware klim en via een smal groen tunneltje sta ik ineens in een groene wereld. Opeens zijn er hoogteverschillen voor het eerst. De aanloop naar het Sauerland. Het is prachtig. Een groot bord maakt melding van een wandelpad door het Rotthauser Bachtal dat ook nog eens netjes in Metmann uitkomt waar ik heen wil. Het is een prachtig pad maar hoe ik ook een en keer, steeds raak ik de rode lijn kwijt, evenals mijn richtingsgevoel. Ik loop enkel diep te soppen en hele stukken zijn afgesloten wegens overstromingen. Dit is kilometers maken, omdat het mooi is, niet omdat je naar Spanje beweegt. Bij Hubbelrath val ik uit het bos. Nu maar gewoon de weg volgen.
Nog 18 kilometer naar Hotel Imperial dat ik heb geboekt net na de stad Wuppertal. Bijzonder te constateren dat vlak daarbij de plaats Bratwurst ligt. Daar had ik willen slapen.
De weg naar Wuppertal is lang en nat, maar in het kopje zit het goed. Ik kan de regen velen. Regen ruimt het stof op, ook in de geest. Het lopen gaat lekker. De toning op de spieren is terug, het luie vet eraf, buikspieren ontluiken. Wist niet dat ik ze had. 490 kilometer gelopen (en gepeddeld) en de oude blessure aan de voet blijft weg. De voeten doen permanent pijn aan de bovenkant. Daar heb ik me bij neergelegd, of beter: ik loop ermee.
Wuppertal is een bijzondere stad in een lang smal dal. Felgekleurde panden zijn als gesuikerde snoepjes tegen de hellingen geplakt, een mêlee van kleuren. Door de hele stad loopt een meanderend stalen parcours voor de zweeftrein, een futuristisch aandoend geheel. Het centrum doet mediterraan aan met veel hippe koffietentjes.
Het hotel is niet hip, maar voor 30 EUR hoeft dat niet. De tv doet het, de douche is fantastisch en door de aanwezigheid van een fles vloeibare zeep kan ik kleren en mijzelf wassen.
Op zondag is alles dicht maar het goed geoutilleerde benzinestation verderop voorziet in eten en drinken. Gelukkig heb ik ook nog het roggebrood van vriend Hendrik Jan op zijn Jezusslippers die zijn brood met me deelde. Ondertussen kijk ik Tanzen mit Wölfe, de nagesynchroniseerde film Dances with Wolves. Kevin Costner heeft dezelfde stem als Arnold Schwarzenegger en Sylvester Stallone. Deze pelgrim is content.








Geef een reactie