Waarom doe je de dingen die je doet?

(Geschreven tijdens een frustrerende dag niet rennen (0 kilometer) en regelen van een nieuwe simkaart.)

Het is begin 2020 als mijn leven als een kaartenhuis in elkaar valt. Mijn relatie is over. Ik mis de reuring van partner, haar kinderen en hond om me heen. Op 12 maart – mijn verjaardag – komt daar een wereldwijde coronapandemie overheen. Meteen is al mijn werk weg, minutenwerk. Ik verhuis naar een villa in Arnhem, bij een kerel van 50 op zolder, tweehoog achter. Het is niet het droombeeld dat ik heb van iemand halverwege de veertig.

Ik ken Arnhem niet goed; ik ken er vrijwel niemand. Het regent maandenlang alleen maar, iedere ochtend als ik de gordijnen opzij schuif, een horizontale zondval van hemelwater. De moeder van een vriend gaat dood aan de gevolgen van kanker met eenzelfde verdrietig proces als mijn eigen moeder.

Alle zekerheden zijn binnen enkele dagen weg. Het is teveel. Ik kom in een val. Een valversnelling naar de bodem.

Een jaar lang probeer ik mijzelf te herpakken, maar demonen uit mijn jeugd zijn getriggerd en maken dit een heel donker jaar, een zwarte tunnel met weinig licht aan de einder. Ieder mens zal een rugzak hebben, de mijne kwam duidelijk naar boven in deze coronatijd.

Dit hardloopproject is daarvan een uitvloeisel. Na een jaar van binnen zitten, verdriet dat neigde naar een wel heel donker einde, ben ik terug. Ik wil iets doen, weer voelen dat ik leef.

Ik heb in de tussentijd talloze stippen op de horizon geprobeerd te zetten om weer richting te hebben. Ik schreef me in voor ultralopen, ronselde een team van acht voor een beklimming van de Aconcagua, wilde de zes uur van Elly lopen rondom haar domicilie in Stein, laadde mijzelf 13 keer op voor de Duinhopper een ultraloop van Hoek van Holland naar Den Helder met een avondklok die maar werd verlengd en andere wilde ideeën. Alles werd vakkundig de grond in geboord door maatregelen rondom corona.

En dus bedacht ik dit: Meer dan 5.000 kilometer rennen naar Santiago, helemaal alleen. Solo. Niemand die me kan tegenhouden of er iets van kan vinden.

Tegelijk ben ik moe. Moe van anderhalf jaar verdriet. Het verhuizen tussen tijdelijke huizen. Ruim vier maanden klussen aan een boerderij. Dit project en sponsors op de rit zetten. Ik vind het leven niet altijd zo makkelijk. Kijk met verwondering naar mensen die luchtiger over dingen lijken heen te stappen.

Nu ik eenmaal ren, ervaar ik de vermoeidheid. In mijn lijf. In mijn geest. Mijn hoofd is een vergiet. Ik vergeet alles; raak alles kwijt. Regen die me vorig jaar kwelde valt nu de eerste dagen met bakken uit de hemel. Het vertroebelt de geest; alles verwatert.

Waarom ben ik in mijn eentje door de Betuwe aan het rennen over kaarsrechte dijken met een rugzak in eindeloze regen?

Waarom? Waarom? Waarom?

Na dagen van regen, telefoon kapot en dus onthand en vertraging, gesneuvelde simkaart, alles kwijt en (te) snel gestart, is dat de belangrijkste vraag: Waarom?

Het gaat over de WHY. De econoom en bestsellerauteur Simon Sinek heeft zinvolle dingen gezegd over het belang hiervan. Helder is wat ik wil doen en hoe ik het ga aanpakken. De WHAT en de HOW zijn duidelijk, maar de WHY ligt eronder. Zonder die laatste breekt het lijntje snel als dingen tegenzitten. Nietzsche verwoordt het helder: ‘He who has a why to live can bear almost any how.’ Gelukkig heb ik dat helder en gedetailleerd uitgewerkt op de website.

Na tegenslag en vertraging de eerste dagen is tijdelijk afhaken een optie. Ik ben er even best wel klaar mee. Dat zijn niet eens zo zeer de omstandigheden, maar het hoofd is moe. Ik wil gewoon rennen en niet met geneuzel bezig zijn, machteloos vertraging oplopen.

Het is niet zo moeilijk om vanaf je bankje een aantrekkelijk verhaal te verzinnen over het rennen naar het einde van de wereld. De romanticus in mij is al onderweg. De vraag is wat er gebeurt als er obstakels op je weg komen. Dan wordt het interessant.

Dit is het moment waarop je ontdekt of het doel en de beweegredenen sterk genoeg zijn. Het is heel eenvoudig om maanden tevoren je mindset en gedrag te visualiseren, de stevige dagtochten te bedenken die onderdeel uitmaken van je plan. Je doet dat vanuit de huiskamer. Als je eenmaal in de regen struint, blijkt hoe sterk je drive is. Regen, grijze luchten en lange dijken overwin je alleen omdat er een groter doel aan ten grondslag ligt.

Voor mij wordt nu pas echt duidelijk hoe graag ik avontuur wil na anderhalf jaar binnen zitten. Ik snak ernaar. Ik doorkruis Europa en ervaar ieder dorp, iedere weg, ieder paadje, ieder mens op mijn pad. Benieuwd wat er na elke volgende bocht ligt  Ik kan niet meer goed achter een bureau zitten van donker tot donker.

Als je alleen op pad gaat, moet je ook daadwerkelijk alles zelf tegemoet treden; angsten, risico’s, tegenslag, vermoeidheid, motivatie, route, onzekerheden en meer. Als je dat niet vaak doet, of niet gewend bent, vraagt het nogal wat van je. Deze pelgrim komt zichzelf tegen.

Dat is ook wat er gebeurt in groepen. Soms blijkt degene met de grootste mond opeens degen die dichtslaat en het niet meer weet. Daar waar de stilste opeens het roer pakt en uit ander hout gesneden blijkt. De druk laat de ware opstaan. Ik vind dat zelf een van de leukste dingen aan expedities. Het lopen in een sneeuwstorm met onweer waarbij de ene apathisch wordt en de ander paniekerig schreeuwt. Wie ben je dan?

Soms ervaar ik sterke gevoelens van eenzaamheid. De weersomstandigheden versterken dat. Ik ervaar het als ik urenlang alleen in mijn bootje over de Linge peddel. Sommige stukken zijn donker, bijna macaber.

Een interessante vraag is hoe vaak je een dag helemaal alleen in de natuur was, zonder een ziel te spreken. Is dat niet iets dat we allemaal eens moeten meemaken? Iets dat we moeten hebben doorleefd? Hoe kun je om de natuur geven, zonder er een dag of nacht alleen in te hebben doorgebracht?

Ik ervaar heel duidelijk de verbinding. In de stilte zie en hoor ik iedere vlieg, wesp of libelle. Ik hoor het ruisen van de wind door het gras aan de oevers. Ik zie iedere rimpeling op het wateroppervlak. Gakkende ganzen trekken in V-formatie over mijn hoofd. De herfst zit in de lucht. De zintuigen staan open. Ik gun dit iedereen een keer.

De vraag is hoe nu na tegenslag de regie weer te pakken. Charles Darwin omschrijft het helder als hij zegt: ‘The species that could manage to survive would not be the strongest or the most intelligent, but the ones that best managed change.’ Hoe kom ik weer op gang?

Om mijn motivatie op te krikken, prik ik korte termijn doelen. De oplossing is het klein maken en zoeken naar tussendoelen waar ik warm voor loop. Aldus ga ik eerst maar eens het PieterPad aflopen en dan in oostelijke richting naar Willingen-Usseln in het Sauerland waar mijn vader woont. Hij belooft me dat als ik zijn huis aandoe, ik een bak koffie en een stempel van hem krijg.

Wie wil niet een pelgrimsstempel van zijn 74-jaar-oude paps?

2 reacties op “Waarom doe je de dingen die je doet?”

  1. Bedankt voor het delen van je gevoelens. Al die twijfels ik worstel er veel mee. Leven best ingewikkeld. Gedachten en gevoelens. Ze komen en gaan als ik ren. Soms vraag ik me af waarom ik ren. Loodzware benen, meer sjokken. Maar ik weet dat ik er niet buiten kan. De natuur, het buiten zijn. Met mezelf in gesprek zijn.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: