16 augustus. Dag 1. 51k. Grote kerk Apeldoorn- Wageningen.
Een mens is gemaakt om te rennen. Wij zijn de meest dodelijke lopers op de aardbol en lopen ieder dier kapot omdat we fantastisch geventileerde, vochtafdrijvend tweevoeters zijn die vaker per stap kunnen ademen dan onze vierpotige tegenhangers.
Een mens is niet gemaakt om te rennen met een rugzak. Helemaal niet. Open wonden, schuurplekken, verdikte nekspieren en spierpijn van hersenschors tot de tepels. Kan ik nog terug?
De dag begint met een fietstochtje onder zwarte onheilspellende luchten in Leiden met regen. Veel regen. Doorweekt is de status waarin trein wordt betreden. Op het laatst krijg je dingen nooit af dus alles in de tas geflikkerd. Al tijdens de fietsrit zint dat niet. In de intercity naar Apeldoorn staat een etiketloos flesje shampoo. Niet veel later geef ik mijn minideo af in de Grote Kerk in Apeldoorn. Iemand kan zich verfrissen tijdens de mis.
De Gote Kerk is 1,9 kilometer lopen vanaf het station. Apeldoorn is een troosteloze stad. Herinnering de laatste keer dat ik er was, de begrafenis van poolreiziger Philip de Roo. We dronken wel eens een biertje en tevens een kop koffie toen onze paden kruisten op de Groenlandse IJskap. Jaren later zou hij met poolreiziger Marc Cornelissen door het ijs zakken in Alaska en beide mannen kwamen om. Philip werd niet gevonden maar wel was er zijn aangrijpende dienst in deze kerk. Ruim 500 genodigden bewogen zich vanuit de stad, strak-in-t-pak met één kenmerkende bloem naar de kerk. Rillingen.
Ik meld me bij Sandra, de koster die een stempel regelde voor deze rennende pelgrim. Gelukkig heeft ze ook emmers koffie. Ik ben in de ochtend – als ik natgeregend ben – niet gevaarlijk, maar koffie is bittere noodzaak.
Een aantal vrijwilligers waaronder Nina. Volgens haar is het fantastisch dat ik naar Wageningen ren, haar geboorteplaats. Het feest kan niet meer stuk. Samen met Sandra betreed ik de kerk en ontvang een werkelijk sublieme stempel middenin het hart van de kerk. Een bijzonder moment. De eerste officiële stempel na die van het Nederlands Jacobsgenootschap. Ook duwt ze een envelopje in mijn hand, naar later blijkt zegent ze me evenals de zegenbede van Sint Patrick, Ierse monnik uit de 5e eeuw. Hier vertrekt een dubbelgezegende pelgrim.
Dan weer koffie als Emanual Brokke komt aanlopen. Een sympathieke kerel en collega- looptrainer die verderop woont en met koffie en taart mij uitgeleide doet. Tof. Niet veel later arriveert vriend Bram Ottenhof die er een fietstraining van heeft gemaakt en die me 8 kilometer begeleidt vanaf de start. Emanual loopt later de Transalpine run en Bram de Marathon des Sables. Die hards.
Koffie. Dan is het tijd. De koster opent de kerk. Ik schud handen en knuffel en mag via de hoofdingang het onbekende tegemoet treden. Een raar moment. Emanuel schiet foto’s en hij en koster Sandra verdwijnen aan de einder als Bram en ik ons uit de voeten maken.
Bram rijdt mee tot Beekbergen waar ik een bakkie doe bij Jenny die tegelijk met mij de Marathon des Sables liep. We hebben dezelfde tattoo van het logo maar één van ons heeft hem op de kop. Jenny heeft er werk van gemaakt, een uitgeprinte Jacobsschelp op de poort met ‘Koffie’ eronder. Ze kent haar pappenheimers.
Na een geanimeerd gesprek ga ik weer op pad en Jenny loopt een stukje mee. Fijn want ze kent alle paden hier en meteen duiken we de bossen in. De heide staat in bloei, de wind waait en de luchten zijn grauw. Soms druppelt het, Jenny maakt er met haar jack een aan-en-uut spelletje van.
We lopen naar de Woeste Hoeve en dan via het Deelerwoud richting Arnhem. Zo nu en dan een losse tak. Het is windkracht zeven en er zit al een herfstig knispertje in de lucht. Volgens Jenny heten de losse takken in de UK widowmakers. Zelf kent ze een loper die niet terugkwam na een aanvaring met een tak. Wikipedia noemt het tevens een fool killer…
Ik ben ook een fool als ik een blikje cola in mijn bidon knikker. Door het schudden speelt koolzuur op en gaat de bidon lekken. Ik poneer dat hij lek is maar als ik het tuutje opentrek, klinkt ongeveer een pistoolschot. Volgens Jenny ben ik een eenvoudige cel. Dat is volgens mij niet hetzelfde als een schrander diertje zoals vriend Marcel me placht te noemen.
Na ruim 23 kilometer stuiten we op haar man die bij een manege ons stiekem opwacht. Lol, waarna ik alleen verder hobbel. Nog 18 te gaan via Oosterbeek, Wolfheze, Renkum, Heelsum met de wind vol in de bakkes. Het lijf moet nog warmdraaien, de tas nog te zwaar. Dag één is niet af en deze pelgrim heeft zijn portie lijden reeds te pakken. Ik hoef niet naar Santiago.
Na 51,5 kilometer de landing bij vaders. Zijn vriendin heeft groene curry gemaakt. Na drie borden eten dito aantal glazen Ice Tea drapeert deze stramme ouw Fok zich op de bank. Tof dat Derek Jan van Xfood.nl me een doos sportvoeding heeft opgestuurd!
Het spits is eraf. Scherp was ie wel.

















Geef een reactie