1 juli. Dag 92. 84 done. 198 togo.
Van 15 juni tot vandaag was ik in Nederland. Soms roept het werk. Het voelde als vakantie in eigen land. Nu weer aan het werk en kijken of ik er in twee maanden 198 bergen doorheen kan duwen. Daartoe moet je wel in Schotland aankomen en dat heeft voeten in de aarde.
De NS en Prorail hebben de neiging in het zomerseizoen het volledige spoornetwerk plat te gooien in verband met herstelwerkzaamheden. Het lijkt wel of zich dat doorvertaald in de apps van de NS en OV9292. De avond voor vertrek plan ik mijn reis uitvoerig maar dat is geen sinecure. De ene app geeft opties die de andere app dan weer niet geeft. Beide zijn onvolledig en naar later blijkt ook incorrect. Je hebt er dan niet zoveel aan sprak hij teder.
Aldus besloot hij om 6 uur op te staan. Hij fietste van Asperen naar Leerdam voor de bus naar Utrecht van 6.31 uur. Die ging niet. De app zei van welles maar de zomerdienstregeling zei nietes. Hij zat 30 minuten in de bushalte daar waar hij in bed had kunnen liggen. Het alternatief is het Lingelijntje, een treintje van R-net maar dat rijdt niet wegens werkzaamheden. Het alternatief is een trage vervangende bus.
Uiteindelijk arriveerde hij op Utrecht. Wegens werkzaamheden ging de trein naar Schiphol niet aansluitend maar drie kwartier later. Dat had de app niet gemeld. Aldus was hij een uur en een kwartier later dan gepland en kreeg hij het benauwd. Zou h8j voor het eerst een vlucht gaan missen?
Vriend Carlo noemt zijn Asperen het centrum van de wereld; de spoorwegen doen anders vermoeden.
Na een korte sprint van deze hardloper inclusief een inhaalactie van de volledige rij bij de douane stond deze jongen na landen van de trein 20 minuten later ingecheckt, betast en hijgend bij de gate waar het boarden reeds begonnen was. Tijd voor ontspanning, waar is de koffie?
Na de onwaarschijnlijke prestatie van Jamie Aarons die alle Munro’s er doorheen jastte in 31 dagen is de anticipatiehunkering groot. Fokkie heeft zin on te rennen. In Nederland heb ik nauwelijks gesport. Het lijf gaf het op zoals wel vaker wanneer de druk even van de ketel is. Alle pijntjes openbaarden zich in volle hevigheid en ik liep trappen af als een bejaarde harlekijn met rigor mortis.
De dagen waren druk met achtereenvolgens: het uitzetten en lopen van een training met een groep in het duingebied van Castricum, evenementen in Amsterdam, Utrecht, Amersfoort en Groningen, een college geven in Utrecht en het bezoeken van vrienden en familie in Leiden, Wageningen, Leersum, Wijk bij Duurstede, Batenburg, Berghem en Asperen. De NS heeft ondanks belabberde prestaties goud geld aan mij verdiend. Dit 100 procent groene reisalternatief begint onbetaalbaar te worden. Een motorrijbewijs is te berde gekomen en gaat op de bucketlist.
Mijn vlucht vertrekt vanaf een regenachtig Schiphol. De komende twee maanden heb ik weinig sociale verplichtingen in Schotland zoals in de eerste periode dus kan ik mijn eigen ding doen. Ik mag me weer ondersompelen in de Schotse desolate wildernis in de hoop dat ik binnen twee maanden mijn zoveelste grote jeugddroom heb gerealiseerd. Of zoals Matt Simons zo treffend zingt:
There’s a place I go to
Where no one knows me
It’s not lonely
It’s a necessary thing
Easyjet. Eén woord en je weet genoeg. Ik word omringd door uitstulpende mensen die bagage bij zich dragen die dezelfde bewoordingen kunnen dragen. Eén megalomane koffer voor het ruim, één uitstulpende rolkoffer en nog een tassie. Ik maakte me druk om de rugzak waar ik weer twee maanden uit ga leven maar hij is van dwergachtige proporties vergeleken met deze volksverhuizingen. Lees tijdens de vlucht dat Schotland met 67 procent overgewicht zit opgezadeld. Ik weet dat het zo is, ik kan er niet omheen. Het is niet vreemd dat Farmacies in Schotland groter zijn em beter vermarkt dan supermarkten. Mensen eten eerder pillen dan sla.
De landing is niet zachtzinnig, maar dat kan ook niet anders gezien bovenstaande. Ik kom tegelijk aan net vriendin Kate die me vanuit het Lake District oppikt in Edinburgh. Ze wil ook koffie want heeft ook een haastige ochtend met lichte stress achter de rug.
Starbucks. Ook hier is één woord voldoende en weet je genoeg. Dat is die toko waar je niet één maar twee keer in de rij staat voor je koffie, eerst om te betalen dan omdat het niet opschiet met alle grande, venti, large, megalomano en andere maten. Normaal geef ik de naam Theodoor Archibald door voor op de mok, nu maar gewoon Jan. Ze maken er Young van, de schatten. Ook Kate kan erom lachen en maakt een foto.
We rijden in één streep van het vliegveld naar Kingussie waar ik een goedkoop hotelletje heb geboekt, het Duke of Gordon hotel. Het is een gezellig hotelletje met een uitstekende grote kamer. Wel zijn de balkons met spanbanden vastgezet zodat ze niet van het pand afvallen. We lunchen in de bar en maken een bescheiden inloopwandeling door het dorp omdat we beide gaar zijn. Ik heb vannacht tot drie uur doorgewerkt om alle losse actiepunten afgerond te krijgen en om zes uur ging de wekker.
We kijken wat tv maar het is prut. Wel vaker schrijf ik over de debilliserende werking van TV. Ook in de UK blijkt het niet beter. Volgens Kate stopt BBC4 met uitzenden want het is te ‘high brow’ voor de massa.
Het ligt gevoelig in ons landje om mensen dom te noemen. Er is echter een verschil tussen dom zijn en dom doen. Dat eerste kun je niks aan doen, je hebt dan een bepaald IQ en je stond niet vooraan bij het uitdelen. Dat is wat het is en daar moeten we het mee doen. Deze mensen moet je eigenlijk niet dom noemen. Ze hebben hun IQ, punt.
Het ligt anders als je dom doet. Dat is een keuze, of gebrek zo je wilt. Het is een werkwoord en het staat los van je IQ. Domheid is daarmee tijdelijk en kan te verhelpen zijn al bewijzen veel mensen het tegendeel. Je hebt een bepaalde capaciteit meegekregen maar weigert stelselmatig deze te gebruiken. Je doet dan dom. Ik kom veel voorbeelden tegen. Ook deze week weer.
Columnist Sander Schimmelpenninck schrijft treffend dat we in Nederland een cultuur van domheid cultiveren. De Amerikaanse schrijver William Gaddis (1922 – 1998) definieert domheid als de opzetteljke cultivering van onwetendheid. Nederland doet dat op grote schaal. TV loopt voorop en dat is de reden dat ik al jaren geen tv meer kijk.
Eerder hield ik betogen over de debilliserende werking van TV belichaamd door allitererende titels van TV-programma’s als zon, zuipen, ziekenhuis. Een titel die overigens niets aan de verbeelding overlaat en uitstekend weergeeft wat het programma behelst, dat moet je hunnie programmamakers nageven.
Schimmelpennick maakt melding van de minister-president die aanschuift bij een oud-voetballer met een dildohelm op zijn hoofd die hem vraagt of hij wel eens geneukt heeft.
Ik ben twee weken op vakantie in Nederland geweest na maandenlang Schotland en kan met enige afstand (Hollandse) domheid bezien.
Ik bivakkeer bij verschillende vrienden. Steeds als ik was, de (combi)oven, magnetron of het koffiezetapparaat gebruik, struikel ik over een zondvloed aan iconen en opties. Elke keer vloek ik als ik iets in een magnetron wil klaarmaken en na ettelijke knoppencombinaties niet de simpelste handelingen voor elkaar krijg. IT-ers verzinnen iconen daar waar een universeel lettersysteem alle verwarring zou wegnemen: O = oven, M = magnetron en letters voor al die andere combinaties die vast waarde toevoegen maar die ik als hooggevoelig slachtoffer van een consumptiemaatschappij met teveel keuzes helemaal niet wil. Dit is overigens niks Nederlands maar een universele domheid.
Wasmachines. Ik heb nooit een opleiding gehad van mijn ouders. Waarschijnlijk doe ik nu dom, maar waar is dat derde zeepbakje voor? En waarom staat het er niet gewoon bij? En waarom heeft een wasmachine die zo zwaar is geen handvaten zodat je hem kan tillen?
Ik stuit twee keer op mensen die grofvuil tegen de glasbak zetten. Wie heeft jou in hemelsnaam ingefluisterd dat het een goed idee is? Waar staat het bord met die instructie?
De afgelopen dagen moest ik ontzettend veel reizen met ons openbare vervoer. Daarbij stuitte ik weer eens op de Nederlandse OV-paaltjesterreur. Na zoveel jaren kan ik nog steeds niet aan bejaarden en toeristen uitleggen hoe dat werkt. Ze kijken me ongelovig aan.
Maar ook mensen die veel reizen blijken bij controle niet in- of uitgechipt. Ik ben onderhand de grootste ambassadeur van de NS en ook ik krijg dan weer een mail dat het de afgelopen dagen twee keer is misgegaan. Hoe dan?
Ik lees een prachtig boek van een journalist die wandelt langs de muur tussen Israël en Palestina. Hij schrijft: ‘de muur is het absolute symbool dat mensen er met woorden niet meer uitkomen’.
Dat is op het spoor het geval. De chippaaltjes belichamen dat we er met woorden niet meer uitkomen. Hoe is het toch in hemelsnaam mogelijk dat we een systeem hebben waarin concurrentie op het spoor is toegestaan? Concurrentie gedijt bij producten die NAAST ELKAAR bestaan. Concurrenten verbeteren hun producten en diensten zodat je keuze hebt en als klant op basis van prijs en kwaliteit een afweging kan maken.
Op het spoor is geen sprake van producten die naast elkaar bestaan, maar van producten en diensten die samen in één systeem functioneren, die op elkaar moeten aansluiten. Dat is geen concurrentie maar samenwerking. En van dat laatste is geen sprake want hunnie concurreert en dus kunnen gezamenlijke poortjes niet, één website kan niet en alle maatschappijen hebben eigen kaartjesautomaten met alle kosten van dien.
De ene maatschappij staat niet in de app van de ander en dienstregelingen lijken elkaar eerder in de weg te zetten dan elkaar te versterken. Bovendien worden kleinere maatschappijen weggedirigeerd en moet je vaak heel ver naar uiteinden van sporen lopen om ze te vinden.
De poortjes belichamen de incompetentie. Als de oplossing van een probleem bestaat uit drie verschillende paaltjes naast elkaar terwijl een softwarematig met één kan, dan heb je gefaald.
Aldus verwonder ik me, stop met tv-kijken en pak een mooi boek. Morgen weer een Munro aanvallen met Kate. Ik ben weer thuis.












Geef een reactie op Joost Reactie annuleren