Een prachtklim aan de achterzijde van ben Nevis, de Càrn Mòr Dearg

22 mei, dag 52. Munro 49. Càrn Mòr Dearg.

Klimdag. Zij wil graag de Ben Nevis beklimmen. Ik ben na bijna 50 dagen de expert en mag vanuit een coach- en gidsrol de regie nemen en ons veilig de berg op – en af- coachen.

Wedstrijdzenuwen hangen in de caravan. Zij aan de yoghurt met muesli terwijl ik een vegetarische curry van Expedition Foods wegwerk. Rugzakken worden gepakt.

Mijn vader zet ons af op The North Face car park en schiet foto’s. Morituri te salutant, ofwel zij die gaan sterven, groeten u. Zij vindt het spannend want is in de kern een fietser, een mountainbiker. Laat haar los in een modderbad en ze komt met een bespikkelde grijns van oor tot oor aan de andere kant weer boven. Ze heeft in heel Europa lange tochten gereden met mijn vader in de camper als achtervang. Vandaag geeft ze zich over aan mij, heeft geen idee wat te verwachten en hoe jaar lijf daarop reageert. Ik mag haar begeleiden; ik weet al dat ze dit kan. Eens een duursporter (met een harde kop), altijd die duursporter.

We beginnen onwennig in een bos onderaan de berg. De paden voeren direct steil omhoog. Veel steiler dan we dachten, zo moeten we later op de dag constateren als we vermoeid afdalen. Om ons heen een groep van vijf kerels op leeftijd onder begeleiding van een vriendelijke jonge kerel met baard. We zouden de rest van de dag stuivertje wisselen om de kop. De kerels doen het heerlijke rustig aan en druppelen tips: ‘A climb is only okay if you can keep talking’, ‘Keep looking around and enjoy’ en ‘It’s the journey that counts’. Allemaal clichés maar heerlijk oprecht en authentiek. Dit zijn fijne mannen en het maakt dat eventuele druk van de ketel is.

Als iemand één berg met je doet, welke kies je dan? Ik heb Bonneke verzekerd dat ze deze Càrn Mòr Dearg, met aansluitend de Ben Nevis, aankan. Het is echter wel meteen een berg van 1.220 meter en de negende in de lijst van hoogste Munro’s. Ik weet dat deze bergen een pad hebben omdat het populaire bergen zijn, in tegenstelling tot veel bergen hier waar je jezelf door heide omhoog moet werken in niemandsland. Het dilemma: 1.220 meter klimmen over een pad, of je 914 meter omhoog werken door een heideveld (en weer terug). Ik weet het antwoord niet en voor mij als coach spannend waar de waarheid ligt. Ik weet echter met wie ik loop.

Na het bos gaat de klim via natte heide – met een pad – meteen omhoog om dat eigenlijk te blijven doen tot de top. Nergens rust of een stuk hoogtelijn. Het is eigenlijk één gestage klim tot de top. Zij klimt mooi in haar ritme – het enige juiste ritme – en ik volg op de voet. Na 500 meter klimmen vraagt ze: ‘En dit gaat dus tot de top zo door?’ en ‘Jij denkt dus dat ik dit kan?’. Slik, daar sta je dan…

Rustig is het devies. We zijn vroeg vertrokken en hebben dus tijd. Waren het niet Peter en Paul die me de eerste dagen zeiden: ‘Nothing beats an early start!’ Fijn is dat we steeds de rustende kerels weer inhalen en dan zij ons. Ze pushen niet en zijn zeer bemoedigend en vriendelijk. Samen werken we ons de hoogte in.

Via de lange helling komen we uiteindelijk op de kam. Nat grasland verruilt zich voor stenenvelden. Opeens geen scheef klimmen op een wand maar recht lopen op een bergrug. Verandering van omgeving leidt af. Voor we het weten staan we op de voortop. Daarachter een gigantische bergrug die zich als de rug van een walvis voor ons openbaart. Op het linkeruiteinde de skiliften van het Nevis Range-skigebied. De rug kent twee toppen de Aonach Mor en de Aonach Beag die ik moet aftikken. De vallei tussen ons en deze rug is adembenemend en we staren erin terwijl we proberen te beseffen welke gletsjers hier aan het werk zijn geweest. Aan de andere kant de imposante Ben Nevis en de gekartelde rug van topjes die in sneeuw getooid zijn. Bergen maken nederig. Wij zijn erwtjes die tijdelijk hier getolereerd worden. We voelen ons nietig, maar o wat is het hier prachtig.

Door keienvelden schuifelen we voort tor we de daadwerkelijke top van de Càrn Mòr Dearg te pakken hebben. Ik geef haar een boks maar ze heeft weinig tekst. De 360 graden vergezichten en de inspanning maken dat ze erbij gaat zitten en een en ander op zich in laat werken. Ze heeft haar eerste Munro in de bag, en wat voor een!

Er is een stel op de top. Hij twijfelt of hij doorgaat over de Aret, een imposante graat die naar de top van de Ben Nevis leidt. Zij gaat terug. Samen met hem staar ik naar beneden en zie de groep kerels die ons de hele dag vergezeld heeft door de rotsen klauteren. Voor mij is helder dat we dat vandaag niet ook nog gaan doen. Dat zou teveel van het goede zijn, deze uitdagende graat afdalen en dan weer 200 meter door rots klimmen naar een top en dan 1.340 meter afdalen.

Wij hebben vandaag ons doel bereikt met één van de hoogste Munro’s en tevens een die we in relatieve rust beklommen. De Ben Nevis is gezien zijn status als hoogste een toeristenberg terwijl wij een ruigere, mooiere berg hebben bedwongen. Doel bereikt. Morgen weer een dag.

Met ons vier dalen we af maar al snel schudden we het andere stel af. Zij blijkt een uitstekende daler en we maken goede vorderingen. Pas het laatste stuk, in het bos van vanmorgen, blokkeren haar benen en is het even tandvlees kluiven om de parkeerplaats weer te bereiken.

Ze drinkt haar welverdiende cider en is in eigen woorden niet meer aanspreekbaar, maar de voldane grijns doet anders vermoeden. Vanavond mag ze douchen en op de bank liggen. Ik kook en we tellen onze zegeningen. Een hele dag klimmen tot 1.220 meter hoogte met 360 graden zicht op de Mamores en de Grey Corries. Zij tekent en schildert en wilde inspiratie opdoen voor haar kunstwerken. Dat is ruimschoots gelukt.

Ook ik heb inspiratie opgedaan. De weerapp MET-office doet vermoeden dat het morgen weliswaar bewolkt is, maar geen neerslag. Ik snuffel door mijn gids en wil morgen een doorsteek maken van het skigebied naar de Ben Nevis en daarbij vier Munro’s aandoen, de Aonach Mor, de Aonach Beag, de Càrn Mòr Dearg en de Ben Nevis om dan af te dalen in Glen Nevis. Een monstertocht met vier Munro’s uit de top 10 qua hoogte. Met deze gedachte val ik in slaap in mijn echte bed. Ik slaap als een blok. Zij vast ook. Beide met een grijns.

Eén reactie op “Een prachtklim aan de achterzijde van ben Nevis, de Càrn Mòr Dearg”

  1. Ha Jan, vanuit Rozenburg leef/lees/geniet ik met je mee. Had je ff gemist 😉. Zie dat je nieuwe schoenen hebt, Elmo nieuwe schoenen 😁. Succes dikke knuffel, enjoy then”ride” maar dat doe je volop! Groetjes van Bram zn mam

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

%d bloggers liken dit: