9 april. Dag 13. 0k Rustdag.
Vannacht was het minder koud. Lekker geslapen dankzij mijn slaapzak (tot minus 8) en matje van Rab dat ik via GEARPOINT heb ontvangen. Toch sliep ik niet heel vast door pijn in het rechterpootje.
Al twee weken loop ik te soppen. Een kerel bij de receptie zei gisteren dat ik zulke gave Hoka’s had. Hij had dezelfde in felle kleuren groen roze en oranje, die van mij bruin en kleurloos. Ik merk op: ‘Mine are worse!’, waarna iedereen bij de receptie dubbel ligt.
Vriendin Susannah die hier geboren werd, merkt in een app op dat de kleuren doen vermoeden dat het niet zo nat is. Huhuh, schijn bedriegt.
De kern van het verhaal is vocht. Ik loop al twee weken door nat moerasland en er is geen ontwijken aan. Meermaals ging ik er op twee pootjes tot de knieën in. Vriendin Jenny meldt grijnzend dat ik waterdichte sokken moet kopen zoals zij de eerste week deed, maar wij weten beide dat het niet gaat helpen. Ook waterdichte Goretex schoenen met gaiters zijn een illusie. ALLES in dit land wordt nat.
Nu heb ik makkelijke voeten, maar de wreef speelt op. Als je rent over stenenvelden draai en landt je steeds op je wreef op een steen. Precies daar is een zeurderige schuurplek van zachte, smeuïge huid ontstaan die op het punt staan van meegeven. Een dagje hygiëne dus maar.
Ik start met drie koppen koffie vanaf de brander en dan een uitgebreide douche. Heerlijk als drie mensen hun shampoo vergeten en ik schuimend tot mijzelf kom.
Navraag bij de buren met camper leert dat één van de twee powerbanks het leven heeft gegeven. Te nat, kortsluiting? Lieve mensen bij wie ik het apparaat aan de lader mocht hangen. Hij verontschuldigt zich.
Vertelt niet veel later dat hij een ex- biker is en of ik Schiehallion heb beklommen. Ik zeg van niet waarop hij meldt dat zijn biker- buddy is gestorven en daar zijn as uitgestrooid wil hebben.
Terwijl een klein meisje met zijn vrouw staat te delibereren of ze hun Chihuahua kan uitlaten, overleg ik met hem of ik de as zal uitstrooien. Hij kan het immers niet meer. Hij gaat toch op zoek naar een vriend maar dankt voor het aanbod.
Hoe bizar dat ik niet veel later via mijn website een bericht krijg: ‘Glencoe! Prachtig gebied. Langs de doodlopende weg naar Loch Etive waan je je in niemandsland (op één doordeweekse dag in februari). Rond de zomer is het er druk. Maar de omgeving heeft mijn hart gestolen en ooit als ik dood ga mogen ze me daar uitstrooien.’ Het kan verkeren. Toeval bestaat niet.
Met mijn trenchfeet strompel ik naar de Clachaig Inn voor meer koffie. Ik schrijf eerst maar eens een gedicht over mijn staat van zijn:
Verwildering
De bergen rijgen zich aaneen
je spant je in en klimt door
een staat van verval
verweekt van achter tot voor.
Een odeur, zo ranzig
doordrenkt kleding en lijf
loopgraafvoeten met blaren
smeuïge huid – poten stijf
trailsloffen vervallen, rafels eraan
stinkende sokken, je wilt niet
in mijn schoenen staan.
Een baard grijs en wit
zelfs de Sint verbleekt bij mij
pas als het stopt met kriebelen
is beschaving voorbij.
En aldus breng ik de dag lezend en schrijvend door in de bekendste kroeg van Schotland. Na gedane inspanning is het fijn ook mentaal de gedachten te verzetten. Het een kan niet zonder het ander. Aldus schrijf ik nog maar een gedicht over het grote waarom van dit alles.
Toppensnellen
Top na top
tik je dagelijks af
top na top
de kop is eraf.
Een moerasland, verzonken
tussen heide en rots,
de regen striemt langs jou
en je geest – op zoek
naar verlossing, gelatenheid
komt over gemoed
nog zoveel bergen te gaan
de eeuwige vraag waarom je dingen doet.
Een droom uit je jeugd
een flarde uit een vorig leven?
Alle toppen aftikken,
toppensnellen is mijn streven.
Ondertussen eens polsen bij Mountainreporters.com of directeur Edwin mijn artikel heeft gepost, hetgeen het geval is. Ergens tussen dag 8 en 11 trok ik me terug in een hotel, blogde niet, maar schreef mijn overpeinzingen op voor de site:
https://www.mountainreporters.com/gebieden/noord-europa/groot-brittannie/schotland/munro-baggen-in-de-ruige-schotse-wildernis/
Ik maakte tevens een review van mijn fantastische horloge, de Garmin enduro 2 multifunctional Sports Watch:
https://www.mountainreporters.com/activiteiten/run/review-garmin-enduro-2-sporthorloge-met-een-lange-adem/
Einde dag is de blaar naar de achtergrond verdrongen en dringt zich alweer de vraag op welke toppen nu aan de beurt zijn.
Meteen resteert de vraag: Gaat het wel hard genoeg?
Ik ben er eerlijk gezegd niet mee bezig. Mijn voeten zijn permanent nat, al mijn kleding ook. Al liftend en rennend probeer ik zonder supportteam mijn toppen aan te doen. Elke dag is het goochelen met logistiek, uren daglicht, eten, budget, weeromstandigheden, vocht, opladen van apparatuur (één powerbank opgegeven, waar haal ik een nieuwe?) en genoeg cash.
Ik had al geen plan, maar heb ieder plan losgelaten en heb een focus op de dag doorkomen en elke dag toppen tikken. Niet meer en niet minder. Ik vind het prachtig dat een aantal mensen komen meelopen, maar dat gaat ten koste van tijd en snelheid. Ik vind dat prima, het is mijn project. Ik zie wel waar dit avontuur begint en eindigt. Ik ervaar geen druk anders dan dit op een plezierige wijze doen en maar eens zien. Opvallend hoeveel mensen me manen ook te genieten, maar dat is het uitgangspunt. Als ik er niet meer van geniet, stop ik ermee.
Voorlopig citeer ik collega-avonturier Alexander:
Hoe eet je een olifant?
Hapje voor hapje.
Tipje voor topje.
271 togo.
Geef een reactie