Woensdag. Ik heb een afspraak bij Surviking, een gave organisatie die mijn Munro Missie steunt met een superlichte Bergans tent van 1,5 kilo, stijgijzers en nordic poles. Surviking is gespecialiseerd in hiking tours in Scandinavië. In het verlengde daarvan bezoek ik het depot van waaruit deelnemers worden aangekleed en uitgerust. Ook gidsen tot aan Spanje toe bestellen hier hun professionele gear. Hier ligt alleen het beste materiaal. Is het noodzakelijk te vermelden dat ik rondloop als een kwijlend ventje in een snoepwinkel…? Er is hier niets dat ik niet wil. Gelukkig gaan we zaken doen en hoef ik de beurs niet te trekken.
Na afloop van mijn afspraak pikt vriendje Marcel me op. Ook al zo’n outdoorgekkie. We gaan even een hapje eten in Delft, een soort laatste avondmaal voor ik naar Schotland vertrek.
Marcel ken ik inmiddels ongeveer 28 jaar. In onze studietijd kwamen we via wederzijdse vrienden op elkaars pad en bleven plakken. Die anderen zijn allemaal uit beeld daar waar Marcel mij recent trakteerde op een etentje om 25 jaar hechte vriendschap te vieren.
Hoogtepunten waren onder andere een interrailtocht door Europa. Insteek? We willen in de bergen wandelen: Zwitserland. We willen zon: Griekenland. We willen stappen: België. Europa lag aan onze voeten.
Daarna volgden talloze bergtochten door Europa. Een en ander culmineerde in een tocht over de Sellrainer Hohenweg waarover ik de befaamde blog ‘midlife in the mountains’ schreef. Na een week hiken belandden we met een pul bier in een enorme sauna en eindigden onze sportieve exercitie met een lofzang gericht aan onze goddelijke lichamen, ondanks midlifepijntjes. Wij zaten er nog goed bij, waren uitstekend opgedroogd, was onze unanieme conclusie. Het bier hielp om de dingen helder te zien.
We belanden deze avond in een fraai Delfts etablissement. Krijgen een tafeltje toegewezen onder een muziekbox. Verkassen dus want dat trekken deze gevoelige krulletjes niet. Dan raak ik afgeleid door de wijnfles met daarin een flakkerende kaars. Die verhuist naar de andere kant van de tafel anders raakt mijn HSP- brein overprikkeld. Dan komen we tot de constatering dat onze armen tekort zijn om de menukaart te lezen. Tegenwoordig vraag ik altijd of ze leesbrillen bij de kaart hebben. Misschien standaard eraan hangen met een kettinkje. Note to self: eentje kopen.
Marcel vraagt na eten en wijn of we er nog een nemen of thuis bij hem een mooie fles wijn opentrekken. Naar te zeggen maar na Corona drink ik die fles liever thuis. Twee wijntjes dat is 12,50 euro en dat is… gewoon heel veel geld voor een glas wijn.
Een gevalletje synchronie. Ik stel voor om een James Bondje te kijken in het kader van de nostalgie. Marcel blijkt de laatste gisteren besteld te hebben en volgens de app is hij 5 minuten daarvoor in zijn brievenbus beland.
Eenmaal thuis blijkt de grote doos inderdaad met een klein puntje in de bus te steken, de rest torent er bovenuit. Een mirakel dat het pakket niet is ontvreemd, de goden zijn ons gunstig gezind.
Marcel prepareert de haard die niet veel later knispert. Marcel is van de sfeerverlichting dus niet veel later zitten we in halfschemer met flikkerende kaarsjes naar 007 te staren. De fles met prachtige wijn vloeit rijkelijk terwijl we schijfjes snoepen van een mooie hartige worst. Tegenwoordig genieten we heel gedistingeerd van kwaliteitswijnen, gerechtjes en een whisky, daar waar vroeger met name de consumptie voorop stond. We zijn heertjes geworden.
Marcel worstelt wat met het etiket van de fles en zijn leesbril, maar het mag geen naam hebben. Het licht aan de sfeerverlichting. En het was een lange dag. En de letters op het etiket zijn te klein. Het ligt niet aan ons, wij zien alles scherp.
James Bond is in die zin een verademing. Hij doet een beroep op het mannelijke in ons, het is een belichaming van onze onsterfelijkheid en ons goddelijke torso. Wij zouden die maatpakken ook zo kunnen dragen. Wij bewegen ook (nog) zo atletisch en hebben een magnetiserende werking op dames. Heerlijk hoe weer snelle auto’s sneuvelen en ik herinner me de heerlijke woorden van Q: I thought I said bring back the car in one piece, not bring back one piece.
Tot onze spijt bezigt Bond al in het begin van de film het zinnetje ‘We have all the time in the world’, maar Bond en wij weten dat de tijd vliegt. James worstelt met zijn leeftijd en verwordt tot een onbeholpen oudere man. Het is pijnlijk om gade te slaan. Het is alweer 16 jaar geleden dat we samen Casino Royale zagen in de bios toen hij met breed torso in een te klein zwembroekje uit de zee kwam schrijden. We kregen de slappe lach op de eerste rij, het was even wennen, maar inmiddels belichaamt Daniel Craig alles dat wij zijn. Willen zijn.
No time to die, wel jammer dat ie dan toch doodgaat. We blijven verslagen achter en geven ons over aan een Japanse whisky. Marcel vermeldt luchtig dat hij alleen whisky inneemt op instigatie van Zorg en Onzekerheid, het betreft medicinaal gebruik ter intsmetting van de keel na zijn corona. Hoe dan ook smaakt deze zachte whisky heerlijk en zwijgend contempleren we over de laatste woorden van James:
The function of man is to live not to exist…
Geef een reactie