Website under construction

Economen; de falende duiders van de realiteit


Ik ben econoom. Althans, ik ben ooit in een ver verleden – toen ik nog nèt wel haar had – opgeleid tot econoom. Ik vond het verschrikkelijk. Saai kreeg nieuwe dimensies en de Erasmus Universiteit probeerde als instituut in zijn eentje alle wereldwijde lol van het leren te vermorzelen met meerkeuzetentamens en idiootsaaie syllabi. Dat gezegd hebbende een aantal interessante dingen die ik heb opgestoken van de studie en die ik graag met u deel.

Economen proberen de realiteit te duiden en voorspellen. Ze rollen daarin over elkaar heen, maar het lukt ze niet zo goed. Daar zijn een aantal redenen voor aan te wijzen. Allereerst gaan de meeste economische theorieën uit van het mensbeeld waarbij een mens een rationeel denkend, risicoavers wezen is dat in basis handelt vanuit winstmaximalisatie, efficiëntie en effectiviteit.

Totale nonsens natuurlijk. Mensen zijn emotionele, incompetente, inconsequente, incongruente, incoherente, infantiele, beïnvloedbare, en anderszins tekort schietende wezens. Niet waar? Trump! Alhoewel hij nou juist wel een voorspelbaar diertje is dat in economische theorieën past met zijn deals. Beter voorbeeld: Als er een pandemie dreigt, gaan we toiletpapier hamsteren. Als er een wereldwijde gezondheidscrisis met ontelbare doden heerst, wil je niet met een vieze kont rondrennen. Mesjogge.

Ik ben geen groot fan van Ben Tiggelaar, maar één ding is me van hem bijgebleven. Je komt van de universiteit met een ideëel mensbeeld. Laat dat los en ga er vanuit dat de mens in principe dom is, dan valt het de rest van je loopbaan mee en raak je niet teleurgesteld omdat realiteit en verwachtingen niet overeenkomen. Ik heb die altijd hooggehouden: de mens is in principe dom tot het tegendeel bewezen wordt en dat gebeurt maar zelden. Ziedaar the mess we are in.

Aardig is dat de universiteit de mond vol heeft van efficiëntie en effectiviteit maar zelf de boel aan haar laars lapt. In de jaren dat ik in Rotterdam studeerde was er geen fatsoenlijk pad van metrostation Kralingse Zoom naar de universiteit. Of misschien was het er wel, maar luie, domme (zie bovenstaande) mensen nemen de kortste, en niet veiligste weg. Duizenden studenten zwierven iedere ochtend als vogelvrijen over de parkeerplaats van het metrostation, over een enkelhoog hekje, over grasperken, schuin de weg over om uiteindelijk de veilige stoep te bereiken. Jarenlang zag ik de uitgesleten olifantenpaadjes die je zo kon betegelen om duizenden mensen tegemoet te komen. Maatwerk en klantoriëntatie noemen economen dat. Ik maakte er melding van bij de universiteit maar kreeg nul op het rekest. Een rondje Google Maps leert dat de studenten nog steeds over de parkeerplaats mogen struinen. Er is niets veranderd.

Het derde dat ik leerde tijdens mijn studie en dat niet strookt met de realiteit betreft de ontwikkeling van de zorgkosten. Zorgverzekeringen zijn gebaseerd op kansverdelingen, natuurlijke verdelingen. Als heel veel mensen een klein steentje bijdragen dan kunnen we samen de grote lasten dragen van de weinigen die heel ziek worden.

In de praktijk hebben we dat losgelaten en zijn overgestapt op een model waarin we vraag en aanbod op elkaar afstemmen. Je kiest de zorgverzekeraar die bij je past. En die dus het meeste uitkeert. Aldus keren zorgverzekeraars meer uit dan toen we nog uitgingen van de normale verdeling… en stijgen de premies. Geen hogere wiskunde en toch staan ieder jaar de kranten vol met vooraanstaande economen die het maar niet kunnen duiden.

Dan werd de hele studie concurrentie en marktwerking gepredikt. Het zou innovatie, betere service, kwaliteitsverhoging, diversiteit en meer holle frasen in de hand werken. Dat een (staats)monopolie altijd slecht zou zijn, is in mijn ogen onzin. Voorbeelden?

Openbaar vervoer. Treinen die op elkaar moeten aansluiten, kunnen per definitie niet concurreren. Concurreren betekent het beter doen dan je concurrent, sneller zijn, schoner zijn, efficiënter zijn. Op een aantal punten kun je daarin je concurrent overtroeven, maar naar de klant toe moet je samenwerken en je als één spoorwegnet en -boekje presenteren. De realiteit is een NS-app die niet altijd alle reisopties toont – want concurrenten. We mogen de hele dag overal in- en uitchippen, soms wel drie maatschappijen tijdens één reis. En als je het verkeerd doet mag je zelf achter je geld aan én je mag maar 2x per jaar geld terugvragen. Dan sluiten treinen van twee maatschappijen slecht op elkaar aan en kleinere maatschappijen vertrekken ergens buiten het station op het verste puntje van een spoor, net zoals de goedkope vliegmaatschappijen die de slechte slots krijgen toegewezen. Alle voordelen van zogenaamde concurrentie zijn er niet.

Dit nog los van het synergieverlies. Als drie maatschappijen apart inkopen, zijn voor alle drie de kosten hoger en dat wordt afgewenteld op… juist ja, de klant. In de spits gaan we richting 45 euro voor een retourtje Arnhem – Amsterdam. Dat is niet duur, dat is crimineel. De consequenties van marktwerking in een publieke dienst die voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn. Als ouder alleen met twee kinderen, is reizen met de trein geen grap. En dan houdt de overheid prijsverhogingen nog tegen ook. Het had nog erger gekund!

Ander voorbeeld? Banken. Ik moest eens een marktbewerkingsplan schrijven voor een lokaal filiaal van een Rabobank. Ik haalde de brochures van alle lokale banken en maakte een briljante spreadsheet waarin ik de producten diensten vergeleek. Iedere bank deed exact hetzelfde! Particulieren, vermogende particulieren, mkb, grootbedrijf, sparen, lenen, hypotheken, beleggen. De verschillen zijn marginaal, procentpunten. Edoch, al die gekleurde, blitse brochures die ik verwerkte waren door iedere bank afzonderlijk gedrukt. Geen synergie, allemaal kosten die bij een monopolie niet gemaakt hadden hoeven worden. Frappant: Iedere bank stopt veel energie, tijd en geld in het winnen van klanten aan de frontlinie, die ze aan de achterkant door verwaarlozing verliest. Een hoop energie en geld gestoken in gelijkblijvende marktaandelen. Het is de slang die zijn eigen staart opvreet.

Aardig is dat diezelfde universiteit die concurrentie predikt het monopolie voor studieboeken bij Donner legt. Donner kan vervolgens niet tijdig leveren waardoor ik pas een maand na aanvang van mijn studie de benodigde boeken in handen kreeg. Je slikte dat als jong studentje, nu zou ik mijn collegegeld voor een maand terugeisen en de tentamenperiodes ook een maand laten opschuiven. Afijn, u merkt: er zit nog wat onverwerkt zeer tussen mij en het Erasmusbolwerk.

Wat me het meest tegen de borst stoot van economen is dat eeuwige groeidenken. Meer, meer, meer… altijd maar groeien. Het is als een klein kind dat maar snoep zit te vreten uit de trommel tot het jankend moet overgeven. In groeiland noemen we dat een – in mijn ogen logische – crisis. Je kunt in een gesloten systeem niet onbeperkt groeien, dan gaat het mis. Grondstoffen raken op, de aarde vervuilt en ga zo maar door.

Ook zoiets: Het is voor een economie heel gunstig om oorlog te hebben, want dan ga je veel wapens produceren en dat draagt bij aan het Bruto Nationaal Product. Waanzin. Economen missen totaal de boot als het gaat om de zachte kant van het leven. Wat is er mis met zijn, in plaats van groeien? Waarom is de productie van wapens meer waard dan mantelzorg? De overheid ziet grote delen van het MKB als ‘niet bijdragend aan groei en werkgelegenheid’. Waanzin. Bakkertjes op straathoeken bakken broden voor de buurtbewoners. Waarom meer broden bakken als de markt verdeeld is?

Nog iets dat ik niet begrijp. Mijn vader had zijn rug gebroken. De remedie was een rugbrace a raison de 700 euro die hij 11 weken moest dragen. Ik vroeg waar ik hem daarna moest inleveren zodat hij eventueel schoongemaakt en chemisch gereinigd kon worden voor de volgende patiënt. Niet. ‘Die gooien we weg want niet hygiënisch’. WTF??? Je gooit een brace van hard plastic van 700 zomaar weg terwijl hij over de kleren wordt gedragen?

Als (niet-)econoom raak ik vaak de weg kwijt, terwijl ik als avonturier de kunst van het navigeren prima beheers. Ik voel me kapitein eenoog in het land der blinden. Nu droeg mijn vader hem ook nog eens maar twee weken. Beste zorgverzekeraars, wat gaat u doen aan al deze verspilling?

Afijn, stiekem toch nog iets opgestoken van die studie.
Brrr, blij dat ik geen econoom, maar avonturier en columnist ben geworden.

Plaats een reactie

Reliable, Trusted, and Professional Handyperson Services in New Jersey

Address

123 Main Street

Anytown, NJ

07001 United States

Call us

Book via Phone Call

(555) 123-4567

Opening hours

Monday To Friday

09:00 To 6:00 PM

Follow us!

Designed with WordPress.