Website under construction

7-10 minuten

to read

Mount Keen, dag van de misrekening

16 juli. Dag 106. 93 done. 189 togo.

93. Mount Keen (939m), smooth hill

Na mijn trifle van 1.400 kcal en twee koppen koffie verlaat ik de camping met al mijn bagage. Ik steek de rivier over en duik meteen het boos in. Vanaf hier lopen wandelpaden naar Mount Keen.

Na een steil klimmetje verstop ik mijn rugzak onder een boom die beschutting biedt tegen de regen. Ik moet toiletteren dus sta ik een paar bomen verder met mijn tight op de enkels tussen de zoemende insecten. Altijd een kwetsbare aangelegenheid waarbij je hoopt niet op een hondenbezitter met viervoeter te stuiten.

Met de racepack om en de poles uitgeschoven op pad. Volgens de kaart zag de route er zeer toegankelijk en eenvoudig uit. Vandaag is echter de dag van de misrekening.

Mount Keen is een aparte berg. In alle opzichten. In het voortraject zat ik vele uren over kaarten gebogen en vroeg me af waarom dit de enige Munro is die Mount wordt genoemd. Het verwonderde me. Daarnaast ligt hij afgelegen. Tenslotte blijkt het een perfecte piramide te zijn en daarmee vermoed ik dat het een vulkaankoon is. De research moet ik nog doen. Feit is dat ik iets heb met deze berg.

Ik ren via een single track en stuit al snel op een stenen muurtje dat links de helling opgaat. Het pad volgt het muurtje en tijdens het steile klimmen, steeds maar die vraag welke dolle Schot de moeite heeft genomen om hier steen voor steen een muurtje te bouwen op deze steile helling. Het is vast een oude clanvete geweest waarin het noodzakelijk was je terrein af te bakenen en anders was het een Schot met ADHD. Zeker 350 meter klim ik met kloppende kop langs deze muur. Meteen is me helder dat dit veel langer duurt dan ik aan de hand van de kaart had ingeschat.

De dag van de misrekening. Eenmaal bovenaan deze eerste klim zie ik Mount Keen liggen. In de verte. Heel ver. Veelstever. Ik staar verwonderd naar alle hellingen die er nog voor liggen en de immense uitgestrektheid van het landschap. De luchten erboven zijn zwart en dreigend. Links van me een wolk die zijn volledige inhoud leegt op het dal. Het is Schots weer. Kloteweer. Kate appte me het weerbericht van de MWIS: Gevoelstemperaturen tot minus 5 en ‘Risk walking conditions becoming strenuous for periods, frequent buffering where exposed later in afternoon. Considerable wind chill on higher terrain.’ Een gewone Schotse zomerdag dus. Slikken en door.

Het lijf rammelt. De uitrusting rammelt. Ik heb ergens de afgelopen week mijn knie – zonder de voorste kruisbanden – licht verdraaid. Het zeurt, ik trekkepoot en later deze dag vertaalt zich dat in pijn in de hiel, vermoedelijk de eerste signalen van hielspoor. Dit wijt ik deels aan het tweede paar Hoka’s waar ik oploop. Veel eerder dan het eerste paar beginnen ze uit elkaar te vallen. De mesh in de hielen is finaal kapot – gelukkig ben ik niet blaargevoelig. De zolen hadden nauwelijks profiel en inmiddels al helemaal niet meer. Ik glibber door blubbervelden zonder enige grip.

Het vooraanstaande klimmerk Black Diamond wil de trailrunmarkt penetreren. Dat doen ze niet onaardig. Ze waren echter niet in staat mij een paar poles te leveren dus ik heb nu zelf Leki-stokken gekocht voor 65 pond. Ik weiger die van BB hier te kopen voor 170 pond. Uiteindelijk breken poles toch, hoeveel je er ook aan uitgeeft.

De Leki-stokken zijn in drie delen die je draaiend vastzet. Kansloos. Bij het minste of geringste prikken in de blub draai je ze los en geven ze op de gekste momenten mee. Waarom geen systeem dat draait en dan vastklikt. Verzin iets.

Het racepack van Black Diamond ontving ik voor mijn 1.001 kilometer-race. Het is een pack van 10 liter met een veel te licht draagsysteem. De elastieken zijn al vijf keer gebroken en inmiddels is het een aan elkaar geknoopt rommeltje. De twee borstgespen zijn veel te licht. De eerste verloor ik al tijdens de eerste training en je ik vervangen door een eigen sjorband. De tweede heb ik vastgezet met sporttape zodat hij niet losraakt. De vier borstzakjes zijn zoals bij veel rugzakken net te klein voor je mobiele telefoon. Ik heb een Samsung Xcover 5 die net zo groot is als een iPhone. Als je telefoon groter is past hij niet en zelfs ik ben elke dag aan het prutsen om dat ding erin te krijgen. Daar is over nagedacht. Dat heeft niet geholpen.

Blij ben ik met de regenbroek, muts, truitje, grote rugzak, slaapzak en mat van RAB die ik via GEARPOINT heb ontvangen. Alles functioneert naar behoren en niets op aan te merken. Hetzelfde kan ik zeggen over mijn geweldige Bergans-tent die ik via Surviking heb ontvangen. Het is mijn veilige, droge cocon de afgelopen maanden en zeker de laatste twee regenachtige weken. Ook het functionele shirt van Marathon.R is geweldig. Het ademt, stinkt niet en verliest zijn pasvorm niet. Ook niet na maanden mishandelen.

Bovenop de bergrug klim ik over de muur en volg het pad dat urenlang door heidevelden meandert. Hoe snel ik ook ren, de Mount Keen komt werkelijk geen meter dichterbij. Als een gitzwarte piramide ligt hij dreigend aan de einder en lijkt zich eerder te verwijderen. Steeds ontvouwt zich een nieuwe vallei die ik moet doorsteken.

Op mijn pad een mountainbiker. Ik haal hem in en zeker tien kilometer doen we stuivertjewissel. In eerste instantie vind hij het niet leuk dat ik hem bijhaal. Fietsers en lopers zijn twee bloedgroepen. Ik ben onder de impressie dat fietsers soms meer kijken naar wie de grootste heeft, maar ook ik fiets veel.

Ook hij heeft zich volledig misrekend op de Mount Keen. Ik dacht een ontspannen duurloop van 20 kilometer over goede paden naar een niet al te hoge Munro. Het verwordt tot een slopende tocht van meer dan 30 kilometer met veel klimmen die elkaar opvolgen, culminerend in een steile piramide die dreigend voor me oprijst.

De laatste klim trekt de laatste energie uit mij getergde lichaam. Ik trekkepoot en heb vocht in mijn knie. Hoe hoger ik kom, hoe meer de wind aantrekt. Op te top een stel en mijn fietser. Hij gaat beginnen aan zijn afdaling. We geven elkaar een respectvolle boks en hij brult over de brullende wind dat ik niet te lang hier moet blijven plakken. Ik knik en we grijnzen. Deze kerel heeft toch mooi zijn fiets een vulkaan op getrokken. Ik beloof dat ik hem in de afdaling zal volgen. Hij daalt als een kogel, zonder angst. Ik zie hem niet meer terug.

Na een paar seconden bij het trigpoint werp ook ik me naar beneden. Mijn horloge heeft het opgegeven gezien de lengte van de etappe en zo voel ik me ook. Stroef en stram zijn woorden die mijn afdaling het beste omschrijven. Ik kan mijn poles niet gebruiken want ze waaien tussen mijn benen. Mijn hiel zeurt als steentjes onder de zool in het vlees prikken. Mijn knie knoept en er zit vocht in. Dit gaat niet de goede kant uit. Als ik weer in de vallei ben even het gruis uit de schoenen kloppen en een BYE!-reepje.

Ik moet er niet aan denken dezelfde weg terug te moeten lopen. Gelukkig zie ik aan de overkant van de rivier Suzy. Ik kwam haar tegen toen zij al in de afdaling was. Ze loopt met de hond van haar zus. De eerste Munro voor hond, de langste wandeling voor haar met een dikke 30 kilometer. Ze loopt via de dirtroad helemaal terug naar de weg door deze vallei. Ik sluit me bij haar aan en zal eenmaal op de weg terugliften.

Ik loop 2,5 uur met Suzy op en we praten non stop. Ze is 21 en werkt voor de gemeente Aberdeen in de sociale woningbouw. Ze is bijzonder wijs, een oude ziel. Het maakt dat de kilometers onder ons doorglijden. Desalniettemin is het 15 kilometer terug naar haar auto. Beneden in het dal komen we langs de prachtige Glen Tanar estate waar veel koppels on het huwelijk treden. De huizen hebben hier allemaal groen als basiskleur en dat zie je terug in al het houtwerk. Suzy zet me af op de hoofdweg zodat ik kan terugliften naar mijn rugzak.

Zoals wel vaker rijdt ook hier vrijwel geen verkeer dus begin ik aan de terugtocht van 9,9 mijl. Ik eet weer een BYE!-reep en bij iedere auto steek ik de duim op. Helaas zijn dat er maar drie in de eerste twee kilometer. Gelukkig stoppen Philip en Helga, een koppel uit België. Ze verblijven in Ballater en zetten me eruit precies bij het paadje waar ik mijn rugzak terugvindt. Het is een opluchting dat ik die laatste 15 kilometer niet over asfalt loop, maar zittend in een comfortabele huurauto doorbreng. Zo comfortabel dat ik uit de auto rol en mijn zwarte muts op de zwarte achterbank laat liggen. Gelukkig appt Helga me de volgende ochtend dat ze hem wel ergens af zullen geven.

Ik sleep mijzelf naar het hotel net na de brug en trakteer mijzelf op een ijskoude cola in de bar. Wat een ochtendloopje had moeten worden, werd een slopende dagtocht en het is 19 uur als ik mijn eerste slokje neem.

Ik bevoel mijn dikke knie en pijnlijke hiel en zit onderuitgezakt tot 21.30. Dan slenter ik naar de camping en installeer mijn tent. Morgenochtend ga ik wel langs de receptie om te betalen. Ik vermijd zo de eeuwige ‘Wij zijn vol’, terwijl het hele tentveld weer leeg is. En inderdaad is dat precies wat ik de volgende ochtend te horen krijg als ik vertrek.

De slopende dag van de misrekening maar Munro 93 Mount Keen afgevinkt.

Plaats een reactie

Reliable, Trusted, and Professional Handyperson Services in New Jersey

Address

123 Main Street

Anytown, NJ

07001 United States

Call us

Book via Phone Call

(555) 123-4567

Opening hours

Monday To Friday

09:00 To 6:00 PM

Follow us!

Designed with WordPress.